Afbeelding
Foto: Bastiaan Miché

Tweede forensisch onderzoek naar dood Dascha Graafsma

Politie

HILVERSUM - Er komt een tweede forensisch onderzoek naar de doodsoorzaak van Dascha Graafsma, het meisje dat in november 2015 na een stapavond werd aangereden door een trein in Hilversum. Dat hebben het Openbaar Ministerie (OM) en de politie vandaag aan de nabestaanden laten weten. De toegezegde second opinion betekent niet dat het onderzoek heropend wordt.

Begin april ontvingen het OM en de politie een rapportage van een particulier bureau dat op verzoek van de nabestaanden onderzoek deed naar de tragische dood van Dascha Graafsma. Begin juni vond een gesprek plaats waarbij het bureau en de nabestaanden een toelichting hebben gegeven op het onderzoek en waarbij op verzoek van het OM aanvullende stukken zijn overhandigd. Naar aanleiding van het gesprek en na bestudering van alle informatie komt er nu forensische second opinion voor wat betreft de getrokken conclusies over de doodsoorzaak.

Het rapport van het particuliere onderzoeksbureau bevat geen informatie die een nieuwe kijk geeft op de vraag of Dascha als gevolg van een misdrijf om het leven is gekomen, aldus het OM. Er zouden nog altijd geen aanwijzingen zijn voor een misdrijf of betrokkenheid van derden bij de aanrijding op het spoor. 

Obductierapport
De vraag die gesteld wordt bij de forensische second opinion is of terecht de conclusie is getrokken dat het sporenbeeld op de trein en de letsels aan het lichaam passend zijn bij een aanrijding in staande positie. Deze second opinion zal gevraagd worden aan forensische experts van een andere politie-eenheid. Ook een door de nabestaanden overhandigd obductierapport wordt hierbij betrokken. De bevindingen zullen daarna voor een reflectie worden voorgelegd aan officieren van justitie van verschillende OM-onderdelen die zullen adviseren over het al dan niet heropenen van het onderzoek. 

Dascha Graafsma kwam in november 2015 om het leven nadat zij na een stapavond werd aangereden door een trein in Hilversum. Het politieonderzoek direct na het overlijden van Dascha leverde destijds geen aanwijzingen op voor strafbare feiten die geleid zouden kunnen hebben tot haar dood. In december 2016 verscheen een door de nabestaanden geproduceerde online documentaire waarin zij diverse punten aankaartten waarbij het politieonderzoek in hun ogen te kort was geschoten. Hoewel, aldus het OM, de nabestaanden terecht hebben gewezen op een aantal onvolkomenheden, zoals bij de tijdsaanduiding bij enkele videofragmenten, veranderden de bevindingen echter niets aan de eindconclusie.

Fouten
In het rapport van april 2019 concludeert het particuliere onderzoeksbureau opnieuw dat het Openbaar Ministerie en de politie te weinig onderzoek gedaan hebben en dat er fouten zijn gemaakt bij het onderzoek dat wel verricht is. Het OM en de politie hebben dit rapport uitgebreid bestudeerd en constateren dat een groot deel van de genoemde punten al besproken zijn naar aanleiding van de genoemde documentaire. Uit de nieuw aangeleverde stukken blijkt dat de vermeende bloedsporen op een sloopauto niet afkomstig zijn van Dascha.

De in het rapport genoemde tegenstrijdigheden tussen verklaringen van personen die de bewuste avond in de discotheek waren, vormen volgens het OM bovendien geen aanleiding om een misdrijf te vermoeden. "Het is begrijpelijk dat nabestaanden duidelijkheid willen over de toedracht van het overlijden van hun dierbare. De wettelijke taak van het OM en de politie beperkt zich echter tot het opsporen van strafbare feiten en het vervolgen van eventuele verantwoordelijken."

Het Openbaar Ministerie benadrukt dat zij geen uitspraken doet over wat in deze zaak dan wel de toedracht moet zijn geweest en trekt dan ook niet de conclusie dat er sprake was van zelfdoding. Het Openbaar Ministerie en de politie hebben aan de nabestaanden excuses gemaakt voor eerdere communicatie waarin te stellig werd geconcludeerd dat sprake was van zelfdoding.

Uit de krant