Het museum aan de Kerkbrink moet zich verder gaan ontwikkelen in de mediakunst en -cultuur.
Het museum aan de Kerkbrink moet zich verder gaan ontwikkelen in de mediakunst en -cultuur. Foto: Bastiaan Miché

Museum Hilversum moet door eigen museummuren heen breken

Cultureel

HILVERSUM - 'Meer naar buiten toe' is een van de belangrijkste opdrachten van Museum Hilversum. De programmering en de zichtbaarheid van de mediakunst en -cultuur houdt niet op bij wat er in het pand aan de Kerkbrink 6 is te zien. Het is de ambitie van de gemeente en het museum om in de komende jaren door de muren van het oude raadhuis heen te breken.

Dat is terug te lezen in het convenant 2019-2020 waarover de gemeente en het museum overeenstemming hebben bereikt en waarin de Cultuurraad een adviserende rol heeft gespeeld. Museum Hilversum is een belangrijke pijler binnen de Hilversumse cultuur. De culturele organisatie is partner in de ontwikkeling van het profiel Hilversum Mediastad en in de ontwikkeling van een mediacluster op de Kerkbrink. Laatstgenoemde wil nog niet echt vlotten getuige de brandbrief van medio oktober om in dit proces toch echt de gang erin te houden van zes grote Hilversumse organisaties.

Wie Hilversum zegt, moet daar media bij krijgen. Ook voor het oog. Daar komt het museum om de hoek kijken. Naast de beeldschermen, in de volksmond ook wel de Wimar Jaegerschermen genoemd, moet de club van museumdirecteur Stef van Breugel ervoor zorgen dat de programmering buiten het museum moet leiden tot een verlevendiging van het dorp en laagdrempelige kennismaking met mediakunst en -cultuur.

Daarnaast vindt meer samenwerking plaats met het mediacultuurcluster en de Media Mile. Concrete uitwerkingen hiervan zijn: presentaties over actuele ontwikkelingen in de nieuwe media en minimaal vijf keer per jaar de openbare ruimte benutten als expositie- of manifestatieplek.

Meer bezoekers trekken naar het museum is eveneens een doel. In 2017 kwamen er 35.000 mensen langs. Het streven is dit te verhogen naar 40.000. Dat moet ook gebeuren doordat het museum een zogeheten community moet worden. Een plek waar mediaprofessionals, kunstenaars en publiek van gedachten kunnen wisselen. De eerste twee onderwijzen de bezoekers, terwijl zij tegelijkertijd feedback krijgen van het publiek.

Lees verder in de digitale editie

Uit de krant