Wandelend TBC een 'poepie' laten ruiken

HILVERSUM - Er zijn nog wel wat punten voor verbetering vatbaar - zo was de bewegwijzering niet altijd even duidelijk - maar het KNCV Tuberculosefonds kijkt met een goed gevoel terug op de eerste editie van de TBC-sponsorloop over landgoed Zonnestraal.  

Op het landgoed van voormalig sanatorium Zonnestraal werd met het wandelevenement aandacht gevraagd en geld ingezameld voor de meest dodelijke infectieziekte ter wereld. Bij elkaar zo'n vijftig sportievelingen wandelden zo'n 3300 euro bijeen. "En daar zijn we ontzettend blij mee", aldus woordvoerder Laura Goense van het KNCV Tuberculosefonds. 

De wandelaars konden kiezen uit de afstanden 3, 4,5 en 9 kilometer. Ondanks de hitte hadden de meesten gekozen voor de langste afstand, al was deze soms wat onduidelijk door de enigszins onduidelijke bewegwijzering. Ook waren sommige pijlen door onbekenden de avond ervoor omgedraaid. En dan was er ook nog de eikenprocessierups die op de loer lag. 

Dagelijks sterven wereldwijd 4.000 mensen, waaronder 640 kinderen, aan tuberculose (TBC). Onnodig, want de ziekte is te genezen. Een groot probleem is het opsporen van TBC bij kinderen. Tot nu toe is hiervoor een pijnlijk en traumatiserend onderzoek nodig.

Maar met de TBC-poeptest van KNCV Tuberculosefonds kan in de toekomst TBC bij kinderen snel en pijnloos worden vastgesteld. Daar is geld voor nodig. Mede dankzij de opbrengst van de TBC-sponsorloop wil de Nederlandse organisatie de poeptest toegankelijk maken voor alle kinderen, wereldwijd.

Met het oog op de publiekscampagne 'Wij laten TBC een poepie ruiken' liep een vrijwilliger mee in een speciaal poeppak. Het tweede poeppak was voor wethouder Jan Kastje (Zonnestraal). Hij gaf het startschot en wandelde vervolgens (in het speciale pak dus) mee.

De wethouder had er overigens totaal geen problemen mee om het toch wat gekke pak aan te trekken. Alles voor het goede doel, was daarbij de gedachte. "Belangrijk, TBC is wereldwijd helaas nog steeds dodelijkste infectieziekte", aldus Kastje op twitter.

Daar sta je dan als wethouder...