Carmijn Schreurs maakt lijkwaden van vilt. In november geeft ze les op de Gooise Academie in Laren.
Carmijn Schreurs maakt lijkwaden van vilt. In november geeft ze les op de Gooise Academie in Laren. Foto: © Bastiaan Miché

Carmijn Schreurs maakt lijkwaden met persoonlijk tintje

Mensen

HILVERSUM - 'Ik maak lijkwaden.' Simpel zinnetje dat stof doet opwaaien. Want over de dood praat niet iedereen even makkelijk weet Carmijn Schreurs (34).

Rustig doorpratend trekt ze wol uit elkaar en legt de draadjes nauwkeurig neer op het bubbeltjes plastic. "Dit is de vacht van het merinosschaap. Ik koop het in Duitsland of op Texel," vertelt Schreurs. Met het superzachte wol vilt ze. En ze maakt er van alles mee, maar gespecialiseerd is ze in lijkwaden. "En als ik dat vertel, kan ik twee reacties krijgen: óf mensen willen er alles van weten, óf ze antwoorden: 'o leuk' en draaien zich snel om." Want op de dood en alles wat daarmee te maken heeft heerst nog steeds een taboe. "En ik wil 'm graag doorbreken."

Ze studeerde biologie, werd verpleegkundige en werkte als sociotherapeut in een tbs-kliniek. En opvallend genoeg is daar, in die kliniek waar tbs'ers verbleven, de liefde voor vilten ontstaan. Zonder zweverig over te willen komen, want daarvan is ze wars, werkt het vilten van wol helend. "Je wordt er rustig van, je moet je aandacht erbij houden, maar hoeft nou ook weer niet supergeconcentreerd te zijn," vertelt ze terwijl ze de roze wol nat heeft gemaakt en kalm met de muis van haar hand eroverheen wrijft. "Zie je het voor je? Met een boomlange tbs'er in zijn vrije tijd vilten babyslofjes voor zijn nichtje maken?" De rust die het op de groep bracht, was opzienbarend. Schreurs wilde meer van 'natvilten' weten. De textieldocente van de kliniek leerde het haar.

Laatste reis
Toen haar oom overleed, werd hij gewikkeld in een lijkwade van linnen. Dat is mijn familie weer, het moet altijd apart en anders, dacht Schreurs nog. Maar eigenlijk vond ze het stiekem wel mooi. Het idee om iets met vilten te doen, zweefde door haar hoofd. Ze lag er wakker van en opeens had ze het: ze zou proberen lijkwaden van wol te maken. Met bloemen. Of met wat iemand er maar op wil. Want zo'n linnen doek waarin haar oom werd gewikkeld is mooi, maar een lijkwade van vilt met een persoonlijk tintje is nog mooier.

Hoe het werkt? Schreurs glimlacht. "Je kunt tegenwoordig in van alles worden begraven of gecremeerd: een kist, een kartonnen doos of een mand en je kunt dus in een lijkwade worden gewikkeld." Dat haar wades de oven of de grond in gaan, vindt Schreurs juist een mooie gedachte. "De lijkwade laat zien door kleur- en patroongebruik wie de overledene was. Die moet dus gewoon mee tijdens de laatste reis."

Lees verder in de digitale editie

Uit de krant