Burgemeester Broertjes mocht drugspand Anthony Fokkerweg sluiten

HILVERSUM - De bewoonster van een woning aan de Anthony Fokkerweg in Hilversum moet haar woning uit. Dit heeft de voorzieningenrechter beslist, op grond van een rechtszaak die de bewoonster tegen de gemeente had aangespannen om de sluiting van de woning tegen te gaan.

Vorig jaar vond de politie in de Hilversumse woning per toeval een grote hoeveelheid drugs en wapens. Zij was een onderzoek gestart tegen de vrouw en haar partner naar bijstandsfraude, echter tijdens de doorzoeking troffen agenten een ruimte aan waar grote partijen hennep, hasj en cocaïne lagen. In dezelfde ruimte lagen ook meerdere wapens en munitie.

Burgemeester Pieter Broertjes van Hilversum besloot daarop de woning voor drie maanden te willen sluiten om de openbare orde en veiligheid in de buurt te herstellen. Broertjes beoogde hiermee de bekendheid van de woning als drugspand binnen het criminele circuit weg te nemen en zodoende de loop naar de woning eruit te halen. De bewoonster vocht de sluiting aan omdat ze bang is met haar dochter in het daklozencircuit terecht te zullen komen.

De voorzieningenrechter stelt nu de burgemeester in het gelijk en schuift het verweer van de vrouw terzijde. In haar vonnis schrijft de rechter dat het maatschappelijk belang hier zwaarder moet wegen dan het persoonlijke belang van de vrouw en haar dochter. Bovendien is haar en haar dochter vervangende woonruimte aangeboden. “Op basis van wat de politie heeft gevonden (drugs en de druggerelateerde artikelen) mag worden aangenomen dat de woning een rol speelt binnen de keten van drugshandel.”

Sluiting van de woning noemt de voorzieningenrechter een ingrijpend middel, maar met een minder ingrijpend middel zou niet hetzelfde doel – bekendheid van de woning als drugspand wegnemen en de loop naar de woning eruit halen – worden bereikt. Ook is de tijdelijke sluiting niet onevenredig. “Als hoofdhuurster is zij verantwoordelijk voor wat er in de woning gebeurt en het is niet aannemelijk dat zij niet wist dat er vanuit de woning in drugs gehandeld werd.”