Afbeelding
Foto: Bob Awick
Column

Vrijwilliger Hospice Kajan: 'Schrikken'

Zorg

Erik van Zadelhof is een van de vele vrijwilligers binnen Hospice Kajan in Hilversum. Met enige regelmaat verschijnt in De Gooi en Eembode de rubriek 'Het Laatste Stuk', een geanonimiseerd verhaal uit de praktijk. 

Schrikken

"Ik zit al 30 jaar in het vak", zegt schoonmaakster Thea zonder enig spoor van ironie. En het moet gezegd: zij heeft het schoonmaken tot hoge kunst verheven. Elk onderdeel van haar vak gaat zij te lijf met de geëigende middelen en aanpak. Voor de wc doekje zus, voor de keuken doekje zo, voor de douche deze borstel en voor de vloer die dweil. Denk nu maar niet dat je zomaar kunt schoonmaken, want er komt heel wat bij kijken.

Die kennis en ervaring is natuurlijk niet zomaar opgedaan. Voordat ze in het hospice kwam werken, werkte Thea in ziekenhuizen, verzorgingstehuizen, ministeries en andere overheidsgebouwen. Zij heeft nu eenmaal schik in schoonmaken en legt er eer mee in om het hospice tot in het kleinste hoekje te laten glanzen.

"Eerlijk is eerlijk," zegt ze zelf, "ik heb in mijn carrière misschien wel een oppervlakte schoongemaakt zo groot als het Amazonegebied, maar nergens heb ik het zo naar mijn zin gehad als hier in het hospice. Maar dat is niet altijd zo geweest."

Ze gaat er eens goed voor zitten. Dit verhaal heeft ze al vaker verteld en ze weet dat het succes heeft. "Toen ik hier nog maar net werkte - vele jaren geleden, nog voor de verbouwing - kende ik het huis nog niet zo goed. Natuurlijk, de kamers van de bewoners kende ik wel en de woonkamer ook, maar het huis is groot en ik had nog niet alle kasten en de zolders gezien. Op een zekere dag besloot ik om de zolder eens goed aan te pakken. Nietsvermoedend was ik bezig met mijn stofzuiger, mijn stofdoek en mijn ragebol toen ik opeens een kast zag die ik nog nooit eerder had gezien. Uit nieuwsgierigheid liep ik er naar toe en opende de deur. Het was een diepe, donkere kast en ik kon het lichtknopje zo gauw niet vinden. Ik zette een stap naar binnen en toen mijn ogen aan het donker waren gewend, gilde ik het uit. Want in die kast lag op een tafel een lichaam. Ik zag tenminste 2 blote voeten die onder een zeil uitstaken.
Ik stootte mijn sopemmer om en rende naar beneden. Ik kon gewoon niet geloven wat ik gezien had. Moest ik naar de politie gaan? Werd hier zo met mensen omgesprongen? Uiteindelijk liep ik de verpleegkundige van dienst tegen het lijf en deelde – geheel overstuur – met haar wat ik gezien had."

"De verpleegkundige barstte in lachen uit, wat mij nog meer van mijn à propos bracht. Ik had zojuist melding gedaan van een enorme misstand en werd nog uitgelachen ook. Maar alles werd mij duidelijk toen zij zei: 'Ach lieve schat, sorry hoor, ik kan me voorstellen dat je enorm geschrokken bent. Maar wat je zag was natuurlijk geen mens, maar de oefenpop die wij hier gebruiken.' Ik kon wel door de grond zakken van schaamte voor de stennis die ik gemaakt had."

Uit de krant