Afbeelding
Foto: Bastiaan Miché

Stadsdichter onthult gedicht op en over Zonnestraal

Cultureel

HILVERSUM - Het is alweer het zevende gedicht in de openbare ruimte van Hilversum. Samen met cultuurwethouder Wimar Jaeger onthulde stadsdichter Mieke van Zonneveld op Zonnestraal woensdag, op de laatste dag van de Poëzieweek, haar (titelloze) gedicht dat ze schreef ter gelegenheid van het 90-jarig jubileum van het voormalige sanatorium. 

De komende tijd is het gedicht te lezen op een doek bij het Dresselhuyspaviljoen. Daarna komt het op een andere plek op Zonnestraal te staan.

Het gedicht wordt volgens de betrokkenen omschreven als 'rauw' waarin wordt verwezen naar de minder leuke tijd op Zonnestraal, maar ook luchtig met het oog op het witte/blauwgekleurde pand. Het maakt in ieder duidelijk - voor zover dat nog nodig is - om dit rijksmonument, zoals Jaeger zei,  'te koesteren'. 

De wethouder benadrukte daarbij het belang van poëzie in de openbare ruimte, onder meer omdat het 'creativiteit in je hersens stimuleert'. "Daar is poëzie voor bedoeld." Overigens is het achtste gedicht in de openbare ruimte aanstaande. Deze wordt op 27 februari onthuld op de Prins Bernhardstraat, verklapte Jaeger.

Van Zonneveld, donderdag ook aanwezig bij de Verhalenparade op Werf35, is inmiddels een jaar stadsdichter van Hilversum en zit daarmee op de helft van haar 'termijn'. Vorige week vierde zij haar 1-jarig jubileum met een geslaagde avond van de stadsdichter in de Vorstin. "Ik begin het steeds leuker te vinden", vertelt de in Hilversum geboren Amsterdamse. "Ik deed hiervoor weleens een gedicht in opdracht, maar niet vaak. Dat was in het begin dus wel wennen."

Inmiddels heeft de stadsdichter allerlei gedichten - over onder meer 100 jaar mediastad, de vredesweek en laaggeletterdheid - geleverd en gepresenteerd aan een zeer gevarieerd publiek. "En dan leer je Hilversum kennen en is het hier toch wel heel erg leuk. Bovendien is het werk ook leerzaam. Je moet je toch verdiepen in die onderwerpen." 

Lees hieronder het gedicht dat woensdag is onthuld:

We noemen haar de witte pest
met in haar kielzog al die witte
teringlijdende gezichten.

Zij is de schrik van elk gezin.
Wie kent er geen kuchend kind
of zo'n wees die is overgebleven.

We hebben nog geen tegengif.
Ze vliegt zo onverbiddelijk
als Zeus in zwaangedaante
haar dodelijk zaad zaaiend

en wij zijn ongewapend.
Wat te doen tegen het bloed
dat wijd en zijd wordt opgehoest?

We bouwen ertegenin, we bouwen
dit lichte, dit frisse, dit witte, we brengen
de kleur terug op mensengezichten.

Uit de krant