Het plantsoen aan de Rossinilaan, waar het monument op 2 mei wordt onthuld.
Het plantsoen aan de Rossinilaan, waar het monument op 2 mei wordt onthuld. Foto: Bastiaan Miché

'Verhaal mag niet vergeten worden'

Cultureel

HILVERSUM - Een ingrijpend, maar onbekend verhaal uit de Tweede Wereldoorlog. Een monument geeft de Joodse slachtoffers van de Rudelsheimstichting nu een plek in Hilversum.

Velen kennen het verhaal wel van het Apeldoornsche Bosch. De Duitsers deporteerden begin 1943 alle medewerkers en verstandelijke gehandicapten via Westerbork naar Auschwitz.

Dat in Hilversum een jaar eerder hetzelfde gebeurde bij de Rudelsheimstichting is veel minder bekend. "Dit mag niet een vergeten verhaal blijven", meldt Hans Roos, die optreedt namens de Joodse Gemeente Hilversum.

Met dank aan een subsidie van 100.000 gulden van het Rijk en de gemeente Hilversum opende de Rudelsheimstichting, vernoemd naar de Leeuwarder opperrabbijn Samuel Azarja Rudelsheim, in 1925 de deuren van het Joodse tehuis aan de Verdilaan 10 (tegenwoordig Rossinilaan 20-58).

Minister V.H. Rutgers van Kunsten, Onderwijs en Wetenschappen verrichtte op 2 november de opening van Beth Azarja ('het huis waar de Heer helpt'). Een huis voor Joodse verstandelijk gehandicapte kinderen was een grote wens van Rudelsheim. Tijdens zijn eigen leven lukte hem dat niet. Na zijn overlijden richtten vrienden de Rudelsheimstichting op waarmee zijn wens postuum uitkwam.

In 1932 moest de stichting wegens het succes van het tehuis een tweede pand bouwen op het terrein. Zes jaar later bood zij onderdak aan 88 kinderen. Het verhaal eindigde in 1942. De Wehrmacht confisqueerde het complex en vestigde er het hoofdkwartier.

Lees verder in de digitale editie

Uit de krant