Afbeelding
Foto: Jack Keijzer

Monument in tuin Vituskerk: ‘Geweld eindigt waar respect begint’

Mensen

HILVERSUM - Een bijzonder moment afgelopen weekend in de tuin van de Vituskerk. Daar plaatsten enkele nabestaanden van geweldslachtoffers een tegel.  

Het initiatief was een vervolg van de landelijke herdenkingsdag drie jaar geleden in Hilversum waarbij nabestaanden onder meer met een ruim 400 meter lang namenlint, met hierop de namen van ruim 200 vermoorde slachtoffers, door het centrum liepen. De tegel zou destijds geplaatst worden op het Stationsplein, maar dat kon vanwege de geplande renovatie niet doorgaan.

Uiteindelijk is het de bedoeling dat de tegel daar alsnog gaat komen. Maar dat gaat nog even duren, weet ook Jack Keijzer van de Federatie Nabestaanden Geweldslachtoffers. “Tot die tijd ligt de steen in de vertrouwde tuin van de Vituskerk, tegenover de woning van de pastoor. De tuinman van de kerk heeft er voor zorg gedragen dat er een mooi plekje gecreëerd is met wat buxusboompjes en kleurrijke winterviolen.”

Bij de plechtigheid van zaterdag was ook pastoor Jules Dresmé van de Vituskerk aanwezig en werden er gedichten voorgelezen. Wicky van der Meijs, wier vader in Hilversum in 2002 om het leven is gebracht, en zich enorm inzet voor de cold case problematiek, legde namens alle nabestaanden een mooi rood bloemstuk neer. Rood, de kleuren van de liefde voor onze dierbaren.

Grote zorgen
Maya Bor, moeder van de in 2000 vermoorde Marc Julien Plessius, hield een emotionele toespraak. Haar zoon is ook door geweld om het leven gebracht en zij maakt zich, net als vele anderen, grote zorgen over de geweldsgolf van de laatste jaren. Het lijkt erop dat geweld toeneemt in plaats van afneemt.

Met het leggen van deze tegel, met de tekst Geweld eindigt waar respect begint, hoopt Bor, net als de andere nabestaanden, dat hier weer een stapje wordt gezet om de geweldsspiraal een positieve wending te geven. Schouder aan schouder luisterden de aanwezigen naar de mooie woorden van een song van Jan Smit: ‘Ik zie je naam in de sterren’. Keijzer:  ”Al deze woorden werden uitgesproken terwijl de regen zachtjes op het grasveld neerdaalden. Alsof onze dierbaren met de nabestaanden mee huilden.”

Uit de krant