Samen met een andere Nederlandse vrijwilliger deelde Dekker gratis pannenkoeken uit in de Jungle.
Samen met een andere Nederlandse vrijwilliger deelde Dekker gratis pannenkoeken uit in de Jungle. Foto's: Anne Fleur Dekker

'Heb me geen moment onveilig gevoeld in de Jungle van Calais'

HILVERSUM - "De eerste twee dagen waren erg heftig", blikt Anne Fleur Dekker terug. De 21-jarige Hilversumse is even terug in Hilversum, nadat zij een kleine twee weken vrijwilligerswerk heeft gedaan in de Jungle van Calais. Omdat zij echt iets wil betekenen voor de vluchtelingen heeft ze ervoor gekozen om naar deze plek in Frankrijk te reizen die bekend staat als broeierig en onveilig. Daar kan zij inmiddels over meepraten.

Voordat zij eind maart afreisde naar de plek die zij de Jungle noemt, heeft zij zich aangemeld bij een Brits-Franse vrijwilligersorganisatie. Daarnaast heeft zij zich goed ingelezen in de materie. Zij is niet als naïef blond meisje met veel idealen afgereisd om daar aan de slag te gaan als vrijwilliger. Wel heeft zij flink moeten wennen aan de omstandigheden in het kamp in Calais (3000 vluchtelingen) en het kleinere kamp in Duinkerken (500 vluchtingen). Regels en wetten zijn er niet. De gendarmerie komt niet in het kamp, maar is daar wel in de buurt te vinden en treedt niet zachtzinnig op. Dekker had een heftige vuurdoop. Vanaf de brug gooiden de Franse politieagenten traangasgranaten naar beneden. Doel was om de vluchtelingen weg te jagen bij de tunnel. De Hilversumse was samen met een andere vrijwilligster in de buurt. "Dat brandt als een malle", zegt ze. "We zijn weggerend en ergens in het bos terechtgekomen. Als je te lang blijft zitten dan schieten ze nog met rubberen kogels op je om je weg te jagen. Vooral mijn moeder was met deze verhalen niet blij", aldus de 21-jarige.

Overdag kunnen de vrijwilligers goed hun werk doen, zoals het uitdelen van pakketten. Dat doet Dekker ook. Met haar collega's deelt zij op vaste momenten in de week op vaste plekken in de Jungle onder meer kleding, schoenen en hygiëneproducten uit. In de nachtelijke uren is het niet verstandig om in het kamp te zijn. Dan is het onveilig. Dat realiseert Dekker zich goed. Ze typeert de sfeer als broeierig, maar zegt er wel bij dat de mensen heel open en vriendelijk zijn. Iedere nacht weer proberen de Junglebewoners vrachtwagens of de trein in te komen om Engeland te kunnen bereiken. Een gevaarlijke operatie. In de anderhalve week die Dekker geweest is, was een dode te betreuren. Een 17-jarige Koerd verloor het leven bij een poging op een vrachtwagen te springen.

Haar grootste ergernis is het verkeerde beeld dat in de media is ontstaan. De Junglebewoners zouden bewust kiezen voor een verblijf in Calais, terwijl ze een veel betere optie zouden hebben. "Er wordt voorgeschoteld dat de mensen die van Calais naar Engeland toe willen asiel kunnen aanvragen in Frankrijk, zodat zij daarna in een asielzoekerscentrum in Frankrijk terechtkomen. Dat is een onjuiste voorstelling van zaken", zegt ze.

In de Jungle zit een keur aan nationaliteiten. "Eigenlijk zit daar van alles en nog wat, behalve Syriërs", stelt Dekker. Er zit een grote delegatie uit Afghanistan, Koerdistan, Irak, Pakistan, Senegal, Sudan, Eritrea, Ethiopië en Iran. De Jungle is als New York, opgedeeld in verschillende wijken. Er is geen Chinatown, maar wel wijken met enkel Afghanen en zo verder. En soennieten en sjiieten wonen uiteraard gescheiden. "Hun voornaamste doel is om Engeland te bereiken. De Eurotunnel en de trein naar Engeland zijn vanaf Calais makkelijk te bereiken. Het is hun laatste kans op asiel. Vaak hebben zij alle andere landen in Europa al gehad."

Dekker noemt de Jungle een stad op zich. Hoewel de bewoners eigenlijks niks hebben, viert de creativiteit hoogtij. Bij binnenkomst van het kamp is een echte 'restaurantstraat' ontstaan. Bij zo'n vijftien eetgelegenheden kunnen de bewoners terecht. Voor een prikkie nuttigen zij daar een eenvoudige maaltijd. Verder zijn er twee moskeeën, een sjiitische en een soennitische, een bibliotheek, een school en een rechtencentrum. Dat laatste is onlangs met de grond gelijkgemaakt, vertelt de Hilversumse.

'Vooral mijn moeder was niet blij met deze verhalen'

Binnenkort keert zij terug naar Calais. Zij wil nu een langere tijd blijven. Daarbij denkt zij aan één tot twee maanden. Haar voornaamste taak is dan om het rechtencentrum weer op te bouwen. Onverschrokken en zonder angst praat zij over het kamp. Ze moet en gaat terug, ook al zijn er ronselaars aanwezig van IS en de PKK en is de kans op een nieuwe aanval met traangasgranaten groot. "Ik heb me er geen moment onveilig gevoeld", klinkt het stellig.

De houten hutjes staan netjes in rijtjes opgesteld.
Het distributiebord van de Brits-Franse vrijwilligersorganisatie.