'De uitvoeringsovereenkomst is een startpunt', aldus wethouder Eric van der Want.
'De uitvoeringsovereenkomst is een startpunt', aldus wethouder Eric van der Want. Foto: Bastiaan Miché

Geld beschikbaar voor herstel van het Hilversumse welzijnswerk

Versa Welzijn en de gemeente kunnen weer door één deur. De blik is op de toekomst gericht om het welzijnswerk in Hilversum een broodnodige impuls te geven.

HILVERSUM De gemeente komt op z'n schreden terug en stelt een bedrag van 3,3 miljoen euro beschikbaar in 2018 voor het welzijnswerk, waar Versa Welzijn de belangrijkste spil in is. Door de bezuinigingen van de laatste jaren piepte en kraakte het behoorlijk bij de professionals van de welzijnsorganisatie. Met dit geld kan het welzijn weer goed in de steigers worden gezet, al blijven er pijnpunten over.

Wethouder Eric van der Want van Welzijn en Zorg en Anita Keita, directeur-bestuurder van Versa Welzijn, ondertekenden woensdagochtend de uitvoeringsovereenkomst. In dit document hebben de partijen in overleg met andere spelers in het Hilversumse sociaal domein afspraken gemaakt over de financiën en de maatschappelijke doelen. Beiden kaartten vooral het herstelde vertrouwen in elkaar aan. De relatie was behoorlijk verstoord. Deze deal had pak 'm beet een jaar terug nooit gesloten kunnen worden. "Je moet elkaar weten te vinden en er geen gevecht van maken tussen de gemeente en een instelling", aldus Van der Want. Daarmee verwijst hij naar de band tussen de inmiddels opgestapte wethouder Arjo Klamer en de vertrokken Claire Schröder van Versa Welzijn.
"We gaan nu een start maken met het verbeteren van het welzijnswerk", benadrukte de wethouder. Er wordt nu gewerkt aan een sterke sociale basisinfrastructuur. Daarvoor is in totaal 3,3 miljoen euro beschikbaar, net zoals in 2017. Hilversum was van plan om 2,7 miljoen te reserveren voor volgend jaar. Met alle andere beschikkingen komt er nog 6 ton bij. Dat is inclusief de 150.000 euro die de raad eerder dit jaar reserveerde om te zorgen voor extra jongeren- en kinderwerk. Als er in de nabije toekomst meer collectieve voorzieningen komen, bijvoorbeeld in De Egelantier of De Boomberg, dan kunnen ook de zorgbudgetten worden aangesproken, liet Van der Want weten.

Keita geeft aan dat Versa het de afgelopen jaren zwaar heeft gehad. Met veel minder geld moesten de grote hervormingen op het welzijnsgebied worden ingevuld. Dat bleek een hele lastige klus. Met het budget van 2018 kan de organisatie redelijk uit de voeten, maar heeft wel duidelijke keuzes moeten maken. Concreet houdt dat in dat zij niet langer in alle wijken effectief aanwezig is. Meest duidelijke voorbeeld is de buurtwerker die verdwijnt in de Hilversumse Meent. "Dat is een van de pijnpunten. We gaan ons beter richten op wat we wel gaan doen en waar", zegt Keita. In de Meent is de organisatiegraad groot. Bewoners kunnen steeds meer zelf. Dat past bij de buurtgerichte aanpak van de gemeente. "Maar we voeren gesprekken met de buurtbewoners en andere instellingen", vult de wethouder aan. Niemand wordt aan zijn lot overgelaten.

Op andere fronten is het werk eveneens beter afgebakend. De sociaal werkers hoeven geen tig ballen meer tegelijkerijd in de lucht te houden. Het ren-je-rot moet over zijn, zoals Keita dat verwoordde. "Het is niet meer zo dat één maatschappelijk werker over acht wijken wordt verdeeld", luidde haar voorbeeld.