Verdachte Hilversummer bazelt over trouw aan God en vaderland

HILVERSUM "Goedemorgen, zonder zorgen." Al saluerend komt een 54-jarige Hilversummer de Almeerse rechtszaal binnen, op de voet gevolgd door zijn broer. "Mijn chauffeur", aldus de man. Bij het zien van het portret van koning Willem-Alexander houdt de man stil en maakt een buiging. "Van harte gefeliciteerd met de verjaardag van uw dochter Amalia", en gaat zitten.

De politierechter kijkt geamuseerd en wil iets zeggen. De Hilversummer neemt opnieuw het woord en begint te foeteren op politie, justitie en media. "Iedereen vertelt leugens over mij. Ze maken er een mediaspektakel van."
De man is geen onbekende van de Hilversumse politie. Regelmatig overtreedt hij de wet of zorgt hij voor overlast. Dit keer moet hij voor de politierechter verschijnen, omdat hij in augustus van dit jaar twee medewerkers van de gemeente Hilversum heeft bedreigd. Daarnaast liep hij het gemeentehuis van Hilversum binnen, terwijl hem dat verboden was.
"Wat een onzin", zegt de duidelijk nerveuze man. Als de officier van justitie hem wil vragen of hij de ambtenaren bedreigde, stopt de Hilversummer zijn vingers in zijn oren. Hij krijgt een por van zijn advocaat, nadat deze door de politierechter gevraagd is zijn cliƫnt te vermanen.
De politierechter herhaalt wat de officier zei: "Bedreigde u de ambtenaren door tegen ze te zeggen 'ik maak je dood' en 'je gaat aan stukken'?" De verdachte gaat verzitten en grijpt opnieuw naar de kuit van zijn advocaat. Ja, dat zei hij, maar daar bedoelde hij niets mee. "Gewoon een gebbetje."
Een verder gesprek met de Hilversummer is niet mogelijk, want hij begint te bazelen over zijn verleden als marinier en over zijn gezworen trouw aan God en vaderland. Zijn advocaat neemt het woord en vertelt dat het vervelende en opstandige gedrag van de man te wijten is aan een psychische stoornis.
De politierechter veroordeelt de man tot twee weken celstraf voorwaardelijk. De Hilversummer kijkt vragend naar zijn advocaat. Was dat het? Als zijn advocaat aangeeft dat hij de zaal moet verlaten, schuift hij zijn stoel resoluut naar achteren, salueert en marcheert de rechtszaal uit.