Erik van Zadelhof.
Erik van Zadelhof. Foto: Erik van Zadelhof

Vrijwilliger over de belevenissen binnen Hospice Kajan

Erik van Zadelhof is een van de vele vrijwilligers binnen Hospice Kajan in Hilversum. Met enige regelmaat verschijnt in De Gooi en Eembode de rubriek 'Het Laatste Stuk', een geanonimiseerd verhaal uit de praktijk. Dit keer 'De Lift'.

'De Lift' was een Nederlandse horrorfilm uit 1983 van regisseur Dick Maas, die toen ook internationaal succes had. Bijna 35 jaar na de release van deze film en twee jaar na de verbouwing van Hospice Kajan roept een bewoner de film in herinnering als de lift in het huis kuren lijkt te hebben. Of eigenlijk heeft die lift geen kuren. Die doet gewoon wat hij doen moet. Maar als de gebruiker - in dit geval klusjesman Bob - de lift niet precies (maar dan ook precies) gebruikt zoals het hoort, tja, dan moet hij daarvan ook maar de gevolgen dragen.

Eerst iets over die lift. Deze lift hangt niet, zoals in een kantoor of een warenhuis, aan kabels, maar staat op een uitschuifbare paal. Als de lift zich in de kelder bevindt dan is deze hydraulische paal op zijn kortst en als de lift op zolder is, is de paal op zijn langst. Als je op het laagste punt, dus in de kelder, naar boven kijkt, zie je een liftschacht van zo’n 20 meter boven je. Het voordeel van deze nieuwe lift is dat nu ook, anders dan vroeger, de kelder en de zolder kunnen worden bereikt en dat er dus niet meer met zware dingen over de trappen hoeft te worden gesjouwd. En de lift moet geschikt zijn voor rolstoelen. Dat vergt om veiligheidsredenen van de gebruiker dat de bedieningsknop van de etage tijdens het hele traject wordt ingedrukt. Doe je dat niet, dan stopt de lift meteen. Een weetje waarvan iedereen op de hoogte is.

Op een dag worden er nieuwe stoelen bezorgd. Er waren er drie besteld, maar er worden er door een administratief misverstand 28 geleverd. Op de parkeerplaats staan nu drie pallets met stoelen nat te worden in de regen. Er moet dus worden gehandeld. Bob, die toch in huis is, verklaart zich bereid om de stoelen naar de zolder te brengen. Er is immers nu een lift die daar komt. De stoelen worden met vijf tegelijk opgestapeld. Zo hoeven er maar twee ritjes van de begane grond naar de zolder te worden gemaakt.

Het gaat goed, totdat de lift bijna de zolder heeft bereikt. Omdat daar het plafond van de liftschacht wordt bereikt, blijkt dat Bob de stoelen te hoog heeft opgestapeld. De sensor van de lift registreert dat en de lift blokkeert. Zo’n 20 centimeter onder zijn bestemming komt Bob vast te zitten.
Volgende probleem: waar is de sleutel om de lift weer te deblokkeren? Dit heeft zich nog niet eerder voorgedaan. Het zoeken van de sleutel neemt enige tijd in beslag. Gelukkig heeft Bob geen last van claustrofobie, maar de directeur van het hospice voelt zich wel geroepen om hem vanaf de zolder door de glazen liftdeur moed in te praten.

Na een uur is de sleutel gevonden en kan Bob worden bevrijd uit zijn netelige positie. Nu eerst naar de tweede verdieping om de stapel stoelen lager te maken en dan weer terug naar zolder. In plaats van twee worden het nu drie ritjes.

“Wat ging er door je heen?”, vraagt de directeur na afloop aan Bob als een sportverslaggever. Bob reageert stoïcijns. En kent zijn popklassiekers. Met een knipoog en gevoel voor drama zegt hij: “Ik heb altijd vertrouwen gehad in de goede afloop. What goes up, must come down.”