De '8' met als derde van voren De Man.
De '8' met als derde van voren De Man. Foto: Rink fotografie

Zo hard als kan roeiend naar de Spelen

Acht roeisters trainen dag in dag uit met maar één doel: de Olympische Spelen van Tokio halen. Eén van hen is Benita de Man uit Loosdrecht. "Dit kwam op het juiste moment voorbij."

loosdrecht Toepasselijker kan het bijna niet. Boven de Amsterdamse Bosbaan zet een laagvliegende KLM Boeing uit Tokio de landing in. Daaronder trainen acht roeisters om over ruim twee jaar naar de Olympische Spelen in Japan te vliegen.

Eén van de vrouwen die zich meldde voor het Project 2020 is de nu 25-jarige Benita de Man uit Loosdrecht. De oproep van Nico Rienks en Paanen was helder: er werden dames gevraagd met een sportachtergrond, langer dan 1,85 en jonger dan 26 jaar. Roei-ervaring was niet noodzakelijk, wel het commitment om vijf jaar te investeren in een sportcarrière. "Die oproep vond ik een uitdaging", zegt Benita de Man na afloop van de training. "Er zat weinig progressie in mijn schaatscarrière om tot de top door te dringen. Daarnaast stopte een aantal trainingsmaatjes en ik kreeg minder plezier in het schaatsen. Dit kwam op het juiste moment voorbij."
Het waren voor De Man spannende jaren om in het team te komen. Er reageerden liefst 300 vrouwen; een groot aantal viel snel af. Na testwedstrijden is er doorgeselecteerd: naast groot en sterk moesten de vrouwen ook sociaal in het team passen. In oktober 2016 is de laatste groep van zestien teruggebracht naar acht vrouwen, die nu de voorlopige selectie vormen. Daar zit ook De Man bij: "Opgelucht dat ik zover ben gekomen. De moeilijkheid was dat je sociaal in teamverband moest werken, maar je was tegelijkertijd elkaars concurrenten. Dat botste soms. Nadat de beslissing was gevallen, konden we gaan werken aan teambuilding en technisch goed leren roeien. We moeten veel uren maken. Om ervaring op te doen trainen we niet alleen in de acht, maar ook in tweemansboten en de skiff."

Met Rienks fietsend langs de Bosbaan worden de dames regelmatig naar de kant geroepen voor aanwijzingen. Al peddelend zegt Rienks: "Fysiek en mentaal zit het wel goed, alleen moesten we ze nog leren roeien en dat is moeilijker dan gezegd. Er zit progressie in, maar we zijn er nog lang niet."
Het leven van een vrouw met Olympische ambitie is vooral afzien: "Wekelijks staan er tien trainingen op het programma. 's Morgens vroeg en aan het einde van de middag omdat iedereen daarbij ook werkt of studeert. Vanavond hebben we tot 19.00 uur getraind. Morgenochtend moeten we ons om zeven uur weer melden bij het botenhuis aan de Amstel om met de acht te trainen en voor de middagsessie gaan we het krachthonk in. En dat week in, week uit", vervolgt de vierdejaars studente sport, management en ondernemen aan de HvA in Amsterdam. "Tot nu toe is er een goede balans tussen de studie en het roeien. Ik zit in de laatste weken van mijn minor High Performance Sport. Volgende maand ga ik stage lopen en daarna moet ik afstuderen. Topsport betekent keuzes maken en de consequenties daarvan accepteren."
Tokio is nog ver weg, maar ook dichtbij, weten de Loosdrechtse en haar zeven metgezellen op weg naar de Spelen. "Momenteel zijn we de derde acht van Nederland. Vorig jaar hebben we meerdere keren 6 minuut 12 geroeid over de twee kilometer. Het doel voor dit seizoen is onder de zes minuten. Voor een Olympische medaille moet het nog twintig seconden sneller."
Het is acht uur als De Man op de fiets stapt. Snel wat eten en slapen, maar niet voordat het formulier voor deelname aan de Elfstedentocht is ingevuld: "Op de Weissensee heb ik een paar jaar geleden 200 kilometer geschaatst. Morgenochtend om zes uur gaat de wekker."