Ockhuijsen vorig jaar.
Ockhuijsen vorig jaar. Foto: Bastiaan Miché

'Op verkeerde tijd, op verkeerde moment, op verkeerde plek'

hilversum In zijn portemonnee zat net 300 euro. Een paar dagen eerder was hij namelijk jarig en Hilversummer Freek Ockhuijsen wilde graag een nieuwe en best prijzige visparasol aanschaffen. "Daar moet ik nu een jaartje mee wachten."

Vorig jaar september stond de destijds 43-jarige Ockhuijsen ook al in deze krant. Toen als reddende engel nadat hij een Renault Mégane in brand zag staan en de bestuurder, die niets doorhad, waarschuwde. Dit keer is de Hilversummer echter het slachtoffer van een beroving. "Als ik dit soort dingen zie bij bijvoorbeeld 'Opsporing Verzocht' dan denk ik dat dit mij nooit zal gebeuren. Nou, toch wel."

Vorige week donderdagavond rond 18.00 uur was het foute boel. Ockhuijsen kwam vanuit zijn werk bij zijn woning aan de Lorentzweg, via de brandgang erachter, zijn achtertuin in. Op het moment dat hij met zijn sleutels de schuurdeur opende, gaf iemand hem van achteren een klap in zijn nek. "Ik voelde eerst in mijn nek en rug een hand en dacht dat iemand mij wilde laten schrikken", vertelt het slachtoffer. "Ik werd meteen naar beneden gegooid en was even van de wereld."

Op het moment dat de Hilversummer op de grond lag, pakte de verdachte - volgens Ockhuijsen 'een professionele junk' - de portemonnee uit zijn broekzak. Hij rende daarmee vervolgens via de brandgang weg in de richting van de Bellstraat, aldus de politie. De portemonnee - zonder geld - werd later verderop in de brandgang weer aangetroffen.
De politie was snel ter plaatse, maar van de verdachte ontbreekt ieder spoor. Ook is onduidelijk hoe hij of zij eruitziet. "Het ging ook zo snel. Ik heb niemand zien aankomen, ook de buurman heeft niets gezien", vertelt het slachtoffer. "Het was alsof hij uit de hemel was gevallen. Ik heb ook geen ruzie met iemand en ik heb leuke buren. Ik was gewoon op de verkeerde tijd, op het verkeerde moment, op de verkeerde plek."

Een kleine week later heeft Ockhuijsen af en toe nog wel wat hoofdpijn, zegt hij, maar verder gaat het goed. Ook mentaal. "Ik ben geen watje, kan wel wat hebben. Ik ga ook gewoon nog door de gang naar mijn schuur. Slachtofferhulp heeft me ook al gebeld, maar daar zei men ook al dat ik geen hulp nodig heb. Maar ik kan ze altijd bellen."
Ockhuijsen ging een dag later gewoon weer naar zijn werk. Hij werd - gezien zijn verwondingen - regelmatig op de beroving aangesproken. "Is prima," zegt hij, "laat iedereen het maar weten. Misschien levert het nog informatie op."

Wel blij is de vader van twee dochters dat zijn kinderen op het bewuste moment in het huis waren en de beroving niet hebben gezien. "De oudste van 12 belde toen ze me zag en om hulp hoorde roepen meteen 112. Ook voor de jongste van 7 was het heftig om haar papa er zo bij te zien zitten. Ze kwam meteen met ijs uit de vriezer en zei nog: 'Het is goed voor die man dat ik er niet bij was, want ik zit toevallig op judo'."