Niet meer voor bewoners aan de slag gaan, maar met ze samenwerken
Hoewel het vertrouwen niet groot is, is het tijd om verder te gaan. Gemeente en bewoners kunnen niet zonder elkaar als het gaat om de vele plannen in Oost.
HILVERSUM Niet voor de bewoners aan de slag gaan, maar juist met hen samenwerken. Tegelijkertijd moeten buurtbewoners zich goed realiseren dat zij medeverantwoordelijk zijn voor de plannen in hun wijk als zij aan tafel zitten met de gemeente. Op dat spoor hopen de bewoners in Oost te komen, zo bleek eind vorige week tijdens een gezamenlijk overleg in wijkcentrum De Geus.
Alles staat en valt met vertrouwen. Daar ontbreekt het nog weleens aan bij de verschillende bewonersverenigingen. In hun ogen heeft de gemeente het te vaak laten afweten, is er niet gereageerd op voorstellen of is terugkoppeling van bijeenkomsten over ontwikkelingen van plannen uitgebleven en zijn gemaakte afspraken niet nagekomen vanuit het raadhuis. Het vertrouwen tussen de bewoners en de gemeente hapert, maar de resultaten uit het verleden moeten geen basis zijn voor de nabije toekomst. Het besef is er dat de twee partijen elkaar keihard nodig hebben.
In Oost staat nogal veel op stapel qua (her)ontwikkeling om zo de verrommeling tegen te gaan en Over 't Spoor op te knappen. Zelf had de vergaderdelegatie een lijst opgesteld met 39 pijnpunten, met bijvoorbeeld het (betaald) parkeren in de wijken, het leegstaande pand van Theater Achterom en de leegloop van bedrijventerrein Venetapark. Buurtbewoners willen actief betrokken worden bij de totstandkoming van de plannen. Of eigenlijk willen ze nog iets meer dan dat: ze willen zeggenschap over wat er in hun buurt gebeurt.
Vertegenwoordigers uit de Geuzenbuurt, de Elektrobuurt, bewonersvereniging OSP en de Liebergerweg schoven vorige week donderdag aan bij het bewonersoverleg Oost. Hierbij zat de gemeente in de vorm van twee buurtcoördinatoren en een ambtenaar eveneens aan tafel. Naast de constatering dat het tot nu toe te vaak over de bewoners is gegaan, inventariseerden de aanwezigen de knelpunten en zochten zij vooral naar een manier om de dialoog op een goede manier op gang te krijgen om uiteindelijk met de gemeente en de andere betrokkenen, zoals vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars, aan tafel te komen als het gaat over de ontwikkeling van de eigen wijk en Oost.
Daar ligt een taak voor de buurtcoördinatoren van 1221 en 1223, Jaco Huisman en Marian van Diemen. Zij moeten overzicht krijgen in wat wijkoverstijgende thema's zijn en wat onder buurtspecifieke onderwerpen valt. De Geuzenbuurt hoeft niet mee te praten over de problemen en de mogelijke oplossingen voor het distributiecentrum van de Hunkemöller op de Liebergerweg. Gezamenlijk overleg voeren heeft wel zin als het gaat om de overlast die bedrijven geven die in de arbeiderswijken zijn gevestigd. De belangrijke aandachtspunten moeten op de wijkagenda komen.
Invloed uitoefenen en inspraak krijgen zoals de bewoners in Oost aangeven, is ook wat de gemeente voor ogen heeft. Het raadhuis binnenstebuiten keren en gebruikmaken van de kennis en kunde van de expertise in de wijk, terwijl de rol van het raadhuis vooral faciliteren is, zijn de hoofdingrediënten van het buurtgericht willen werken. Is de gemeente al zover en kunnen de buurten het eigenaarschap aan? In Oost willen ze die verantwoordelijkheid. Dat was klip-en-klaar tijdens het bewonersoverleg.
In Oost willen bewoners verantwoordelijkheid. Dat is klip-en-klaar
De instrumenten om op deze manier te gaan werken in Hilversum zijn aanwezig. Dat was de conclusie van Eisse Kalk, adviseur MeerDemocratie. Het is tijd om daar gebruik van te maken. Als voorbeeld gaf hij de bewonerseffectrapportage. Dat is een middel dat ervoor zorgt dat er vooraf overleg is met bewoners over het wel of niet verlenen van een vergunning. Meteen werd verwezen naar de afgegeven vergunning voor de Kleine Drift 35a, het oude Ascensio-pand. Dit instrument klonk de aanwezigen als muziek in de oren. De bereidwilligheid om in gezamenlijkheid met elkaar op te trekken, is daar. Nu is het tijd voor de invulling.
