Maar liefst drie 'Bomen van Ereklasse' in 's-Gravelandse buitenplaatsen
De 's-Gravelandse buitenplaatsen tellen liefst drie van de tien mooiste bomen van de provincie Noord-Holland. Dat vindt de Bomenstichting.
's-graveland De Belastingeiken van 's-Graveland, De Zeven Provinciënlinde van Hilverbeek en De tulpenboom van Jagtlust bezetten respectievelijk de derde, vijfde en zevende plaats in de top tien. De topbomen worden gekozen op basis van schoonheid, omvang, soort of een bijzonder verhaal, aldus de Bomenstichting.
Die heeft vorig jaar de 'Bomen van de Ereklasse' geïntroduceerd. Daarin krijgen de oudste, mooiste en meest bijzondere bomen van Nederland een plaats. Deze 'toppers' zijn opgenomen in het Landelijk Register van Monumentale Bomen. Ook een belangrijk criterium is dat de bomen zichtbaar moeten zijn voor iedereen. Bij het samenstellen van de top 10 per provincie houdt de Bomenstichting rekening met de verscheidenheid aan soorten.
Op de eerste plaats staat de rode beuk van Westerblokker in Amsterdam, gevolgd door de dikke platanen van het Leidsebosje uit West-Friesland. De Belastingeiken van 's-Graveland (plantjaar: 1700-1750) maakt het spreekwoordelijke podium compleet. Deze twee zomereiken staan in het weiland tegenover boerderij Stofbergen. Volgens overlevering zou een boer aan het begin van de 20e eeuw hebben verteld dat er ooit vier eiken op dit weiland stonden. Reden om ze hier te planten zou belastingontduiking zijn geweest. Als een stuk land kon worden omschreven als land met bomen, moesten er 'tienden' worden afgedragen, voor een weiland was men de dure 'veetienden' verschuldigd.
De Zeven Provinciënlinde uit 1724 op de buitenplaats Hilverbeek, genoemd naar de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, staat voor de monumentale boerderij Stofbergen. De tulpenboom van Jagtlust stamt uit 1861.
