Beeldhouwster Marloes Eerden en Gerard Klein bekijken het beeld nadat het geplaatst is.
Beeldhouwster Marloes Eerden en Gerard Klein bekijken het beeld nadat het geplaatst is. Foto: Bastiaan Miché

Slachtoffers van Rudelsheimstichting hebben voor eeuwig plek in Hilversum

'Spannend' valt vaak bij plaatsing van het 'Rudelsheimsbeeld'. Na een jaar werk hebben de Joodse slachtoffers nu een plek gekregen.

HILVERSUM “Dit is het. Dit zijn ze. Voor eeuwig”, zegt Ida Tielen als het beeld van broer en zus van de vrachtwagen richting sokkel gaat. Met de komst van het kunstwerk in het plantsoen op de rotonde van de Rossinilaan-Verdilaan hebben de in 1942 meegenomen Joodse kinderen en medewerkers van de Rudelsheimstichting nu een naam en plek gekregen in Hilversum.

Met veel voorzichtigheid en zorgvuldigheid zetten de mannen van Harvas Natuursteen B.V. uit Leerdam de sokkel van bijna 800 kilo neer. Beeldhouwster Marloes Eerden helpt het duo, zodat het uit India gehaalde gepolijste graniet helemaal goed wordt neergezet. Zodra deze op de juiste plek staat, is het tijd om de lijm in de voorgeboorde gaten te spuiten. Dat blijkt nog een klusje te zijn: het is te koud. Even later kan het bronzen beeld, dat de Blaricumse beeldhouwster in opdracht van de Joodse Gemeente Hilversum gemaakt heeft, langzaam richting de sokkel worden gehesen. Vrij soepel komt het 150 kilo zware beeld op zijn plek. Als laatste komt het bronzen koffertje uit de auto. Die staat nu stevig vastgelijmd aan de zijkant, naast broer en zus.

Niet alleen vertegenwoordigers van de Joodse Gemeente Hilversum en de gemeente houden de werkzaamheden nauwlettend in de gaten, maar ook diverse buurtbewoners. Sommige nemen alles waar vanuit hun woning. Een enkeling komt naar buiten om poolshoogte te nemen. Vanuit een paar monden is te horen dat de bewoners het mooi en ontroerend vinden dat de Rudelsheimstichting nu een definitieve plek krijgt. Het verhaal van een van de meest ingrijpende deportaties van Hilversum uit de Tweede Wereldoorlog, zoals Hans Roos het eerder omschrijft, dreigt vergeten te worden. Dat is nu voorkomen.

In 1925 opent de stichting de deuren voor Joodse verstandelijk gehandicapten aan de Verdilaan 10 (nu de Rossinilaan 20-58). "Als je de foto’s ziet, de filmpjes die we hebben gevonden in het archief van Beeld en Geluid en de verhalen leest dan is de stichting een gezellige, warme en liefdevolle instelling", meldt Tielen. Op 16 april 1942 komt daar abrupt een einde aan als de Wehrmacht het complex confisqueert. De jongeren en het personeel worden ondergebracht op Monnikenberg. Daarna gaan ze op 7 april 1943 naar Westerbork. De meesten van hen komen exact een jaar later aan in Sobibor, waar ze vermoord worden.

Ruim een jaar zijn Tielen en Hans Roos namens de Joodse Gemeente Hilversum bezig geweest met het monument. De wens om deze kinderen en medewerkers niet te vergeten is groot. Normaliter legt de gemeenschap dan struikelstenen neer, maar daar is dit verhaal te omvangrijk voor. Daarnaast is er in de omgeving van het plantsoen, dat tegenover de voormalige Verdilaan 10 staat, geen plek voor de 'Stolpersteine'. Daarom is besloten een monument te realiseren.
Ook Eerden is een jaar bezig geweest met het project. Belangrijkste taak voor haar was om die verschrikkelijke gebeurtenis te verbeelden. Dat is in samenspraak gegaan met Tielen, die de Blaricumse van onder andere informatie en foto's heeft voorzien. "Je probeert het te treffen met de emotie, de houding en de mimiek van de kinderen en hun verbondenheid. Te zien is dat ze niet weten wat er staat te gebeuren, maar ze voelen wel aan dat er iets niet goed zit. Dat koffertje geeft duidelijk aan dat ze op reis moeten", aldus Eerden.

Gisteravond - woensdag 2 mei - heeft burgemeester Pieter Broertjes het ‘Rudelsheimmonument’, dat nog geen naam heeft, onthuld (toen was deze krant al naar de drukker). Helemaal af is het nog niet. In de nabije toekomst komt er nog een plaquette bij het monument, waarop onder meer de 85 namen van de slachtoffers die na grondig speurwerk achterhaald zijn, te lezen zijn.

Bewoners die poolshoogte komen nemen vinden het mooi