Eerder dit seizoen moest Hilversum al vol aan de bak tegen 't Gooi.
Eerder dit seizoen moest Hilversum al vol aan de bak tegen 't Gooi. Foto: Bastiaan Miché

Marcus Holden: 'We kunnen als team nog groeien naar beslissingswedstrijd'

Hilversum en 't Gooi staan zondagmiddag om 15.00 uur opnieuw tegenover elkaar in de finale om het Nederlands rugbykampioenschap. Een vooruitblik met beide teams.

HILVERSUM Bij Rugbyclub Hilversum zijn ze helder over hun ambitie: "Verliezen zit niet in ons systeem, dus zondag, eerste pinksterdag, tegen 't Gooi uit Naarden voor de twintigste keer kampioen van Nederland worden."

Wanneer dat op het Nationaal Rugbycentrum in Amsterdam wordt gerealiseerd, is dat voor de Hilversummers de vierde titel op rij. Ooit werden zij tussen 1957 en 1960 viermaal kampioen.
De ploeg van speler/coach Marcus Holden heeft voor de beslissende finale in elk geval een niet mis te verstane wake-upcall gehad. De laatste thuiswedstrijd tegen DIOK werd moeizaam met 34-24 gewonnen; een week eerder werd thuis tegen 't Gooi, de andere finalist, met 33-40 verloren. Holden is echter een rasoptimist: "We zijn na de laatste interlandwedstrijden gehavend uit de strijd gekomen met zware blessures van Dirk Danen, Jos Gasgoinge, Cheabey Crossby en Storm Caroll. We hebben na de laatste wedstrijd gelukkig drie weken voor het herstel. We kunnen als team nog groeien naar de beslissingswedstrijd."
Holden vindt wel dat zijn ploeg in een seizoen te weinig topwedstrijden speelt. "Het is vaak lastig om tegen mindere tegenstanders geconcentreerd te beginnen omdat we uiteindelijk toch wel winnen. We moeten eerst een 'tikkie' hebben gehad voordat we ons eigen spel gaan spelen."
Ook Sep Visser heeft veel vertrouwen in een goed resultaat: "We zullen de finale zeker niet onderschatten. Reken maar dat iedereen wakker, scherp en bij de les is. Tegenstanders zoals 't Gooi, dat het dit seizoen heel goed doet, brengen bij ons altijd iets extra's."
Visser constateert evenwel ook de armoede van de competitie: "Het verschil tussen de top drie en de overige teams is groot. Ook ik heb het soms lastig tegen ploegen waarvan je met twee vingers in je neus wint. Daarom hoop ik dat de kleine competitie met de top van België doorgaat."
Visser wordt op zijn wenken bediend door bestuurslid Raymond Mackaaij: "Er zijn al gesprekken geweest met de Belgen en het is zeker dat het doorgaat. Alleen is de vraag nog niet beantwoord of we met de top twee of drie van beide competities tegen elkaar gaan spelen."
Mackaaij heeft voor de rugbybond nog een heet hangijzer: "De finale levert ons geen euro op; het kost geld. Alle recettes zijn voor de rugbybond, terwijl wij vinden dat de finalisten daarin moeten delen. Zeker omdat de winst uit de catering ook voor de bond is. De rugbybond is er nu vooral voor de nationale teams en niet voor de clubs. Ik wil nog even in herinnering roepen dat drie jaar geleden de clubs met hun leden door hun financiële bijdragen van ruim 675.000 euro de rugbybond hebben behoed voor een faillissement."