Sjaak en Isabel krijgen het robotje dat ze maakten tijdens de lessen programmeren niet aan de praat.
Sjaak en Isabel krijgen het robotje dat ze maakten tijdens de lessen programmeren niet aan de praat. "Ik snap er niets van. Waarom doet-ie het nou niet?", zucht hij. Foto: Karin van Leeuwen

Programmeerlessen van AT Scholen
in trek bij basisschoolleerlingen

Acht maanden lang leerden basisschoolleerlingen van Alberdingk Thijm Scholen programmeren. Dinsdag kregen ze hun certificaat.

Hilversum Ruim zestig basisschoolleerlingen van Alberdingk Thijm Scholen volgden lessen in onder meer computational thinking, robotica en het maken van websites, apps en games. In de aula van de International School kregen ze dinsdagmiddag hun welverdiende certificaat. "Volgend jaar willen we weer."

Voor het zesde achtereenvolgende jaar verzorgt Alberdingk Thijm Scholen lessen programmeren voor kinderen van de basisschool. Een keer in de twee weken krijgen ze les in het IT-Lab, dat nu nog gevestigd is in Groot Goylant. "Maar," vertelt Herman Rigter blij, "daar komt in september verandering in. Dan verhuizen we naar het voormalige schoolgebouw van de Aloysius Mavo. Daar betrekken we de zolder met ons lab."

Oplossingsgericht

Rigter is de initiatiefnemer van de lessen en directeur ICT. De van oorsprong aardrijkskundeleraar vindt het fantastisch jonge kinderen bezig te zien. Nog steeds is hij soms verbaasd over wat zij al allemaal kunnen. Als hij ziet dat de leerstof te makkelijk is, schaalt hij die ogenblikkelijk op naar bijvoorbeeld een ingewikkelder robotje. Hoe komt het dat het kinderen zo makkelijk af gaat? "Kinderen vermaken zich tegenwoordig met heel ander speelgoed dan vroeger. Maar ook het televisieprogramma 'Klokhuis' bijvoorbeeld speelt een belangrijke rol; daar kunnen kinderen een spel programmeren." Rigter juicht die ontwikkeling toe. Programmeren is onder meer een hulpmiddel bij het leren binnen de schoolvakken. "Kinderen werken samen. Als ze op een groot probleem stuiten, leren ze het op te lossen door het in kleine stukjes te hakken en te kijken waar het misging. 'Computational thinking' wordt dat genoemd."

De lessen zijn gewild; directeuren van basisscholen dragen leerlingen voor die hebben aangegeven het leuk te vinden de lessen te volgen. Vervolgens kunnen ze vanaf groep 5 tot en met 8 naar het IT-Lab. In het begin kwam het voor dat Rigter nee moest verkopen omdat er te veel aanmeldingen waren. Gelukkig hoeft dat nu niet meer. "Inmiddels heeft de organisatie zo veel kennis en materiaal beschikbaar dat scholen het programmeren kunnen aanbieden aan alle leerlingen in de klas."

Samen turen Sjaak (9) en Isabel (8) naar het scherm van de laptop. Driftig klikt Sjaak met zijn rechterwijsvinger op de muis. "Ik snap er niets van. Waarom doet-ie het nou niet?", zucht hij. Isabel kijkt naar de deur. Zegt dat ze moeten opschieten omdat de ouders zo komen. En dan willen ze natuurlijk wel een werkend robotje laten zien. Ze kenden elkaar niet: Sjaak zit op de Paulusschool en Isabel gaat naar de Mariaschool. Isabel denkt na. Hoe kunnen ze er nou voor zorgen dat de ventilator op het robotje ook weer uitgaat. Sjaak zucht nog maar een keer. Hij weet het niet. Als zijn ouders komen kijken, werkt het nog steeds niet. "Hoe kan dat nou, je bent nu toch gecertificeerd?" grapt zijn moeder. Snel laat Isabel de andere robot zien. In een lange arm is een kijksensor gebouwd zodat hij niet tegen obstakels aan botst. Isabel vindt de lessen geweldig. "Je leert hier zo veel. En ik vindt het leuk om met Sjaak samen te werken. Ik ben het enige meisje dat robots bouwt", vertelt ze trots. Een website bouwen vond ze ook leuk om te doen. "Alles is gewoon leuk. Volgend jaar wil ik weer."

Nog steeds is Herman soms verbaasd over wat zij al allemaal kunnen

Aantrekkelijk

Rigter vertelt dat het lesmateriaal voor leren programmeren verder is uitgebreid naar de jongste groepen. "Bovendien komt er steeds meer voor de middelbare scholieren van Alberdingk Thijm Scholen beschikbaar. Het lesmateriaal is goed gedocumenteerd en onze scholen kunnen het bijbehorende lesmateriaal lenen. Het wordt dus voor steeds meer scholen aantrekkelijk het programmeren in hun lesaanbod op te nemen."