Hilversum wil af van mini-industriegebieden in woonwijken in Oost, zoals het distributiecentrum van Hunkemöller aan de Liebergerweg.
Hilversum wil af van mini-industriegebieden in woonwijken in Oost, zoals het distributiecentrum van Hunkemöller aan de Liebergerweg. Foto: Bastiaan Miché

'Mensen verleiden om er gezamenlijk iets moois van te maken'

Naast het Stationsgebied wil Hilversum ook de Spoorzone aanpakken. Hierbij komen meer mensen aan de tekentafel dan gebruikelijk was.

HILVERSUM Verrommeld, oud en vervallen. Begrippen die vaak gebezigd worden als het gaat om Oost. Hilversum staat voor de grote uitdaging om in de komende jaren van dit lelijke eendje een mooie zwaan te maken. Een langdurig proces waarbij de hulp van velen nodig is. "We moeten mensen gaan verleiden om er iets moois van te maken", meldt wethouder Floris Voorink.

Niet dat Voorink het letterlijk zei, maar zijn woorden neigen naar het 'we gaan iets nieuws doen' van Jos Staatsen in 1996 toen hij de komst van Sport7 aankondigde. Met het oog op de invoering van de Omgevingswet gaat Hilversum de opknapbeurt van de spoorzone en dan met name postcodegebied 1221 anders invullen. Dat moet de gemeente ook wel doen, aangezien zij in dit vrij uitgestrekte gebied nauwelijks grondpositie heeft. Panden of complexen opkopen sluit Voorink niet uit, maar voor de hele spoorzone is dat niet mogelijk. "Het is duidelijk dat we anderen hierbij nodig hebben", meldt de VVD'er. Dat zijn projectontwikkelaars, vastgoedeigenaren, woningcorporaties en bewoners.
In dit proces is de gemeente meer op de achtergrond. Meer mensen verschijnen aan de tekentafel, waarbij de gemeente vooral een faciliterende rol heeft, maar wel de regie over het proces houdt. "We gaan het deels loslaten", aldus de wethouder. Voorbeeld hiervan is de gang van zaken op het bedrijventerrein aan de Korte Noorderweg. De eigenaar van Leen Bakker, die op verzoek van de gemeente zelf woningbouwplannen heeft ontwikkeld maar in de wacht is gezet, is nu bezig met twintig andere vastgoedeigenaren of ondernemers om een plan te maken voor het hele terrein. "Zo krijgen we een mooi gemengd gebied en komt er een beter plan. Dat is de bedoeling", luidt de uitleg.
Hoewel de klus groot is, het een proces van de lange adem is en er sprake is van een nieuwe werkwijze, ziet Voorink vooral kansen. De spoorzone is nu verworden tot een mini-industrieel gebied in woonwijken. Het distributiecentrum van de Hunkemöller op de Liebergerweg is daar het meest bekende voorbeeld van. In het gebied van pakweg de Noorderweg tot aan het Venetapark staan karakteristieke panden, maar ook veel oude troep die Voorink graag ziet verdwijnen. Zaak is nu om de zaken goed in de steigers te zetten. Daarom is de gemeente bezig met het opstellen van een visiedocument. Daar hebben ze in het raadhuis nog maanden werk aan.
Voorink verwacht dat de vruchten van al het voorwerk over tien of twintig jaar zichtbaar zijn.
In de buurt van het spoor is voor Voorink een uitgelezen stek om woningen en werkruimte te creëren voor jonge mensen, starters en ouderen. Volgens de liberaal kunnen de duizend jongerenwoningen van de GroenLinks-wethouder zeker gerealiseerd worden. "Deze mensen, die de auto minder intensief gebruiken, kunnen dicht bij het station wonen. Daarnaast is er ook behoefte aan informele werklocaties voor zzp'ers. Die moeten er ook meer komen. Vraag is alleen hoe je dat allemaal in balans doet?", zijn de woorden van de wethouder van Ruimtelijke Ordening.
Dat evenwicht moeten alle partijen met elkaar zien te vinden. Naast ontwikkeling van nieuwbouw op de zogeheten inbreidingslocaties moet Hilversum oog hebben voor werkgelegenheid die beter past binnen de gemeente. Nu rijden er iedere dag 35.000 Hilversummers de gemeente uit om naar hun werk te gaan. Die verhouding moet beter. Het moet verleidelijk zijn voor partijen om in deze ontwikkeling te willen stappen. Dat geldt ook voor ondernemers. In Anna's Hoeve wordt een mooie nieuwe wijk uit de grond gestampt, maar er zijn nauwelijks voorzieningen zoals scholen, winkels en restaurantjes. Ook voor hen moet het aantrekkelijk zijn om zich te vestigen in de spoorzone om zo de leefbaarheid van het gebied te vergroten. "Het is en blijft zoeken naar meerwaarde. Dat moeten de partijen onderling doen."