Twee lokale omroepen gaan strijden voor zendmachtiging in Hilversum
Het Commissariaat voor de Media heeft van twee omroepen een aanvraag ontvangen voor een zendmachtiging in Hilversum: NH Gooi en GooiTV.
hilversum Hilversum wil graag bekendstaan als dé Mediastad, maar op een goede lokale omroep is het al jaren wachten. Ook de plannen voor één streekomroep - waarin verschillende partijen de krachten bundelen - leidden tot dusver louter tot gedoe. In 't Gooi zijn momenteel twee regionale/lokale omroepen: NH Gooi en GooiTV. Zij hebben nu allebei bij het Commissariaat voor de Media (CvdM) een aanvraag ingediend voor een zendmachtiging in Hilversum. Slechts één van hen gaat er met de prijs vandoor.
NH Gooi (een voortvloeisel van NH Nieuws, RTi Hilversum en 6FM uit Huizen) is de huidige lokale omroep van Hilversum. GooiTV, van oud-Omroep Hilversumdirecteur Ruud Bochardt, is te zien in Gooise Meren en Wijdemeren. Ook deze omroep maakte aanvankelijk deel uit van een op te richten streekomroep voor 't Gooi. RTi en 6FM stapten daaruit na discussie over de te varen koers.
En als er niet kan worden samengewerkt, dan maar keihard de concurrentiestrijd aangaan, denkt Bochardt. Hij wil nu 'zijn' gebied vergroten. Hij diende afgelopen week een aanvraag in bij het CvdM (de deadline om de komende jaren te mogen uitzenden is aanstaande vrijdag) met daarin een formule, de statuten en (niet onbelangrijk) een overzicht van het Programmabeleid Bepalend Orgaan (PBO). Iedere omroep heeft zo'n PBO dat erop toeziet dat de omroep het programmabeleid op correcte wijze uitvoert. Het PBO bestaat uit verschillende personen die representatief zijn voor de Hilversumse samenleving. Voor GooiTV zijn dat onder meer Stadsfondsmanager Ingrid Geul, Serafettin Babaçan en Jan Willem Hoogendoorn. "Ik heb er een goed gevoel bij", zegt Bochardt. "We hebben hier hard naartoe gewerkt en er valt nu toch een last van ons af. Er is geen weg meer terug."
Uiteindelijk bepaalt het CvdM welke partij de zendmachtiging krijgt, maar in nagenoeg alle gevallen neemt de toezichthouder het gemeentelijk advies over. De gemeente toetst ook of de mensen binnen het PBO representatief zijn voor de Hilversumse samenleving. Bochardt verwacht dat er vanuit het CvdM of de gemeente nog wel pogingen worden ondernomen of beide omroepen één organisatie kunnen vormen, maar de Hilversummer weet nu het antwoord al: nee. Hij gaat er bovendien vanuit dat het nog wel even duurt voordat het definitieve besluit op tafel ligt.
Bang dat hij besmet is met het Omroep Hilversum-virus is Bochardt niet. Hij kijkt liever naar de toekomst en wil naar Hilversum komen, omdat verschillende 'Hilversumse' items waaronder 'Het gesprek met burgemeester Broertjes' van deze krant en GooiTV overal in 't Gooi is te zien behalve op de tv in Hilversum. Toch blijft het de vraag in hoeverre de gemeente kijkt naar het verleden toen Omroep Hilversum nog de lokale omroep was. Een slecht imago, hoge schulden en uiteindelijk een vernietigend rapport, met de conclusie dat Omroep Hilversum geen toekomst meer had, leidden tot het einde van Omroep Hilversum en het begin van RTi Hilversum. Overigens was het in de jaren die volgden ook binnen RTi regelmatig crisis. Bestuursleden vochten elkaar de tent uit en vrijwilligers hadden het snel gezien.
Momenteel lijkt het rustig bij zowel NH Gooi als GooiTV, al is de (volgens velen matige) inhoud en beeldkwaliteit vaak nog voer voor discussie. Ook Bochardt beseft dat, maar stelt dat met die 55.000 euro subsidie vanuit het Hilversumse raadhuis een lokale (en publieke) omroep met vooral vrijwilligers nooit kan concurreren met bijvoorbeeld de lokale kranten. "En daarom moet je keuzes maken", zegt hij. De focus van GooiTV komt daarom vooral te liggen op sport, evenementen en 'verbinding' (zoals herdenkingsbijeenkomsten).
Om toch ook nieuws te kunnen brengen en van toegevoegde waarde te zijn, wil Bochardt nauw samenwerken met deze krant. De kritiek dat een publieke door de overheid gesubsidieerde omroep niet zou mogen samenwerken met een commerciële partij als een krant, wijst hij van de hand. "Die tijd ligt achter ons. Dit is de enige manier om de regionale/lokale journalistiek overeind te houden."
