Het sprookjesachtige Wolfsdreuvik.
Het sprookjesachtige Wolfsdreuvik. Foto: Luuc Jonker

Wolfsdreuvik, een wel heel bijzondere toren midden in het Smithuyserbos

In Hilversum zijn dit weekend 32 monumenten te bezichtigen tijdens Open Monumentendag. Dé kans om een plek te bezoeken waar je normaal niet snel komt. Zoals Wolfsdreuvik.

hilversum Het zou een perfecte onderduikplek zijn geweest tijdens de Tweede Wereldoorlog. Immers, zelfs de Duitsers hebben het nooit ontdekt: Wolfsdreuvik, een gemeentelijk monument verscholen in het Smithuyserbos ten zuidoosten van Hilversum.

'Sprookjeskasteel' is de eerste omschrijving die te binnen schiet bij het zien van het nog niet eens zo oude pand ten zuiden van de Soestdijkerstraatweg (achter Kievitsdal) en ten oosten van de A27. Verschillende televisieseries zijn er opgenomen. Ook zijn er allerlei wilde verhalen. Zo zou er een geheime tunnel zijn van het gebouw naar Drakensteyn. 'Wolfsdreuvik' staat er op de voorzijde, wat refereert aan Wolfsheuvel en aangeeft dat er lang geleden wolven in deze regio rondliepen. Het gebouw is echter pas tachtig jaar jong.

Het veertig hectare grote bos is ouder. Dit werd in 1911 vernoemd naar een van de eerste eigenaren ervan: Pieter Johannes Smithuysen. Deze Amsterdamse makelaar in tabak kocht het gebied in 1837 op een Hilversumse veiling, geleid door Albertus Perk, voor 900 gulden. Honderd jaar later, in 1937 kwam het - 'voor een appel en ei', zoals de nieuwe eigenaar later zou zeggen - in handen van de Amsterdamse kunsthandelaar D.P.R.A. Bouvy.
Het door hem zo gewenste Wolfsdreuvik als dagverblijf en opslagplaats voor bosmateriaal, maar ook als een soort rustplaats voor zijn moeder, werd in 1938 gebouwd door de Larense architect Jan Rebel op een kleine heuvelrug naast een bijna zeven meter lager gelegen kommetje. Het gebouw bestaat uit twee cirkels. De kleinere is de klokkentoren waarmee aan de boswerkers werd aangegeven dat het schafttijd was. Opvallend is ook de poer daaraan om aan te geven waar het noorden is.

De tweede en grotere cirkel is zeg maar het hoofdgebouw. Bij binnenkomst is daar een typisch sober ogende jaren-30-keukenruimte. Een verdieping hoger is de jacht/woonkamer met sfeervolle glas-in-loodramen waarop afbeeldingen van St. Barbara en St. Hubertus. Daarboven is nog het dakterras. Toen er nog niet zo veel bomen stonden als nu was het mogelijk om daar vandaan de Domtoren te zien.
Bouvy was conservator-directeur van het Aartsbisschoppelijk Museum (1946-1976) en oprichter en van 1976 tot 1981 directeur van het Museum Catharijneconvent. Hij overleed in 1993. Het bos (en de toren) is eigendom van de Stichting Smithuyserbos, bestaande uit drie zonen, een dochter en een kleinzoon van Bouvy.
Dit weekend openen zij voor het derde achtereenvolgende jaar de deuren tijdens de Open Monumentendagen. Zaterdag wordt om 16.30 en 18.30 uur een verhaal verteld over Hans en de Draak (vooral leuk voor kinderen).

De eetkamer.
De klokkentoren.