Groot spandoek op terrein van zes appartementen Neuweg
Een opvallend spandoek hangt sinds enkele dagen op een toch triest ogend terrein - waar al tijden niets gebeurt - op Neuweg nummer 87.
HILVERSUM Hij noemt het zelf 'pesterij' en een typisch voorbeeld van hoe de gemeente de burger kan tegenwerken in plaats van meehelpen. Robert van Loenen van het gelijknamige vastgoedbedrijf is pislink op de gemeente Hilversum, omdat deze de voortgang van zijn appartementenproject op de Neuweg tegenhoudt.
Sinds deze week hangt er een spandoek op het terrein van Neuweg 87 met daarop groot de woorden: 'Gemeente stagneert afbouw' en de toevoeging 'Bedankt; Burgemeester Broertjes, weth. Voorink en hr. Wisselo'. Die laatste persoon is een ambtenaar van de gemeente.
Van Loenen is boos omdat hij op het terrein sinds vorig jaar april niet meer mag bouwen. Tien jaar eerder kreeg hij een vergunning, begon aanvankelijk met de klus, maar vervolgens gebeurde er niets. Omdat omwonenden volgens de gemeente begonnen te klagen over de ontstane rommel en de trieste aanblik, trok het college van burgemeester en wethouders de bouwvergunning vorig jaar in. Momenteel loopt er een juridische procedure, zegt een gemeentewoordvoerder.
Van Loenen wil echter dat hij en de gemeente er zonder uitspraak van de rechter uitkomen. Hij heeft inmiddels weer geld - de crisisjaren zijn voorbij - en wil aan de slag. Tien jaar geleden was dat wel anders. Toen vroeg de bank 10 procent rente. "Dan graaf je je eigen graf. Nu is die kans er weer, maar moet ik stoppen."
Het is de bedoeling dat er op het terrein zes appartementen komen voor starters. Ook daarom vraagt Van Loenen een beetje steun van de gemeente. Immers, het is voor starters een bijna onmogelijke opgave om een betaalbare woning te vinden, helemaal in deze regio. De vastgoedontwikkelaar zegt ook dat hij allang weer kan beginnen met de bouw. En dat buurtbewoners destijds klaagden over de rommel, is volgens hem onzin. Bij een eerdere rechtszaak hierover vreesde Van Loenen veel boze buurtbewoners tegen te komen, maar er kwam er geen één opdagen. "En als je er nu langsrijdt, is dit toch vreselijk om te zien? Wie is hier bij gebaat?"