Annette van Trigt en Floris Voorink spreken van een win-winsituatie.
Annette van Trigt en Floris Voorink spreken van een win-winsituatie. Foto: Bastiaan Miché

Sportinvesteringsfonds mag aftrappen

Accommodaties verduurzamen of uitbreiden. Voor sportclubs is dit - als het om centjes gaat - vaak gedoe. Een sportinvesteringsfonds moet dit versimpelen.

HILVERSUM Het wensenlijstje van de verschillende sportverenigingen om de eigen accommodaties op te knappen was lang, ontdekte sportwethouder Floris Voorink vier jaar terug. Financiële steun kon hij echter niet geven. "En als je dat iedere keer moet vertellen aan die verenigingen, word je dat snel zat", zegt de VVD'er. Met de Stichting Sportinvesteringsfonds Hilversum moet het voor de clubs gemakkelijker worden om hun wensen te realiseren.

Woensdagavond gaf de gemeenteraad groen licht voor het fonds. Dat was overigens geen verrassing. Nagenoeg alle partijen hadden al aangegeven het voorstel te steunen. Floris Voorink en stichtingsvoorzitter Annette van Trigt konden daarom dinsdag al het een en ander vertellen over het voor Nederland unieke fonds, waarbij 22 verenigingen (70 procent van het totaal) zijn aangesloten. Zij hebben allemaal een eigen accommodatie. Het gaat dus vooral om hockey-, voetbal- en tennisverenigingen en ook de GAC (atletiek) en Tromp (roeien) behoren tot de club.
Tot nu toe was het zo dat als zij iets wilden met hun accommodatie, het lastig was om geld te lenen bij een bank. Door deel te nemen aan het nieuwe fonds dragen de sportverenigingen 1 procent van hun contributie af met een maximum van 4.000 euro. Het bedrag dat zij inbrengen, blijft overigens van hen. Bij elkaar opgeteld dragen de clubs nu zo'n 45 mille bij. De gemeente zet de verdubbelaar in waardoor het eindbedrag per jaar uitkomt op zo'n 90.000 euro.

Belangrijk voordeel is dat de sportclubs die investeren met dit fonds gemakkelijker geld kunnen lenen en tegen een lager rentetarief dan de reguliere markt. En zeker als de rente weer stijgt kan dat duizenden euro's voordeel opleveren, is de gedachte. Bovendien kunnen er nu voor miljoenen plannen worden gerealiseerd, die anders niet of veel moeilijker zouden slagen.
Wel dienen de ingediende plannen goedkeuring te krijgen van de Stichting Waarborgfonds Sport. Daardoor, aldus Voorink, nemen de clubs geen onverantwoorde risico's. Bij te veel goedgekeurde aanvragen heeft het bestuur van het sportinvesteringsfonds het laatste woord. "We gaan het zien", zegt Van Trigt. Zij beseft dat vooral in de beginfase meerdere clubs aan de deur zullen kloppen voor bijvoorbeeld de aanleg van zonnepanelen of het terrein toegankelijker maken voor mindervaliden.
De gemeentelijke inbreng blijft dus beperkt tot de jaarlijkse bijdrage en in de gaten houden wat er met dat bedrag gebeurt. Ook staat de gemeente tot maximaal 2,2 miljoen euro garant. Het raadhuis heeft echter niets te zeggen over welke club een bedrag krijgt. Voorink vindt dat prima. Hij kan zich immers de pijnlijke discussie van enkele jaren terug over de verdeling van zaalhuur tussen de gemeente en de sportclubs in Sporthal Kerkelanden goed herinneren. Dit nooit meer, lijkt hij nu te denken.
Voorink dankt daarbij uitgebreid Jan Willem Hoogendoorn, voorzitter bij 't Gooi en jarenlang werkzaam bij de ABN Amro, die samen met Voorink (en na overleg met de sportverenigingen) het plan uitwerkte. "Zet een politicus en een bankier samen en er komt meestal ellende van", lacht de wethouder. "Maar nu niet." Van Trigt: "Iedereen wordt beter van dit sympathieke idee. Er is echt een win-winsituatie."