Nadat de rechter Q-Park in het gelijk stelde moest de gemeente in actie komen wat het parkeertarief betreft.
Nadat de rechter Q-Park in het gelijk stelde moest de gemeente in actie komen wat het parkeertarief betreft. Foto: Bastiaan Miché

Parkeertarief stijgt, maar niet zoveel

Na de uitspraak van de rechtbank was de vrees even dat het parkeertarief in de garages van de gemeente flink omhoog zou gaan. Dat valt mee.

HILVERSUM De gemeente past inderdaad de parkeertarieven van de drie eigen parkeergarages aan. Vanaf 1 januari 2019 betalen de automobilisten niet langer 2 euro per uur in De Gooische Brink, Gooiland en De Leeuwenhoek, maar 2,40 euro. De meerderheid van de raad is inmiddels akkoord met dit voorstel.

De verhoging is een reactie op de uitspraak van de rechtbank in Rotterdam. Die stelde Q-Park eind juni in het gelijk. Ook in hun ogen is er sprake van oneerlijke concurrentie. Al in 2016 tekende het bedrijf bezwaar aan tegen het raadsbesluit van 16 september 2015 toen de Hilversumse politiek de drie garages aanwees als 'economische activiteit in het algemeen'. Dat hield in dat Hilversum de parkeergelegenheden onder kostprijs kon aanbieden. Het idee hierachter is om het centrum aantrekkelijk en betaalbaar te houden voor autobezitters. Tevens moest het gunstige tarief bezoekers uitnodigen hun auto niet op straat te zetten.
Met de uitspraak van 28 juni moest de gemeente als een haas in actie komen, omdat de rechtbank het raadsbesluit van 2015 had vernietigd. Toen deze kwestie begin augustus aan het licht kwam, was er eerst sprake van een verdubbeling van het parkeertarief. Dat is uitgebleven. Vanaf het nieuwe jaar betalen de parkeerders 20 procent meer dan nu. Dat heeft ook te maken met de herziening van de levensduur en de restwaarde van de gemeentelijke garages. Per 1 januari 2019 geldt een afschrijvingstermijn van zestig jaar en een restwaarde van 25 procent.

"Door de geactualiseerde berekening van de integrale kosten en de effecten hiervan op de minimaal benodigde tarieven is een ander beeld ontstaan over de impact voor de parkeerder", zo staat in het collegevoorstel. Hierdoor is de te berekenen kostprijs van 3,47 euro per uur in 2018 met 1,10 euro lager uitgevallen. De geactualiseerde berekening geeft een uurbedrag van 2,37 euro aan. "Om schommelingen op te vangen is het verstandig om een marge aan te houden en niet exact het berekende uurtarief aan te houden", is verderop te lezen. Dat is de reden dat de autobezitters 2,40 euro betalen voor zestig minuten.

Met dit nieuwe parkeertarief blijft het uitgangspunt van de gemeente behouden: aantrekkelijk om ook met de auto naar het centrum te komen. Of zoals het college zelf schrijft: "Het blijft voordelig om het voertuig in de parkeergarage te zetten in plaats van op straat." Daarnaast wijst het college erop dat er in de gemeentelijke garages per minuut wordt afgetikt. Wie 61 minuten parkeert, betaalt voor 61 minuten (0,04 euro per minuut) en hoeft geen twee uur af te rekenen. Dat is bijvoorbeeld wel het geval in het Hilvertshof, merkt het college vilein op.
Verkoop van de garages is niet overwogen, zo meldt het college. Volgens hen is er nog altijd sprake van een algemeen belang dat gediend wordt. Behoud van deze voorzieningen biedt Hilversum de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op het parkeerbeleid. In de toekomst sluit de gemeente niet uit de parkeergarages van de hand te doen. Daarbij moeten de gewenste ontwikkelingen van het centrum goed in de gaten gehouden worden.
De meerderheid van de raad ging akkoord, alleen SP, PvdA en GroenLinks stemden tegen. Nu is het wachten op de uitspraak van de rechtbank die wachtte op het raadsbesluit.