D66'er Edwin Göbbels wil dat de raad voldoende kritisch blijft en naar andere oplossingen zoekt.
D66'er Edwin Göbbels wil dat de raad voldoende kritisch blijft en naar andere oplossingen zoekt. Foto: gemeente Hilversum

Van Hilversum geen torenstad maken met spoorzoneplannen

De lucht in met panden is niet het antwoord voor de spoorzone. Dat vindt D66. Hilversum moet kijken naar alternatieven om het karakter van tuinstad te behouden.

HILVERSUM Hilversum is een tuinstad en dat moet geen torenstad worden. Die waarschuwing komt van D66-raadslid Edwin Göbbels. Bij de plannenmakerij voor de spoorzone - het postcodegebied 1221 - valt het woord hoogbouw weleens. Daar moet eerst de gemeenteraad het hoofd over buigen, meent hij. Daarnaast zijn er goede alternatieven, aldus de Democraat.

Voor het gebied direct over het spoor - van de Noorderweg tot aan het Venetapark - zijn veel plannen. Projectontwikkelaars hebben genoeg ideeën. In de afgelopen maanden hebben zij meerdere ontmoetingen gehad met bewoners van de verschillende buurten, organisaties en andere belanghebbenden om tot breed gedragen concrete plannen te komen voor dit gebied dat bekendstaat als de spoorzone. Als zij dan vervolgens richting het raadhuis stappen met hun voorstellen dan hoopt wethouder Floris Voorink van Ruimtelijke Ordening dat de politiek hier soepel mee omgaat, ook als het gaat om hoogbouw, zo zei hij in november in een interview in deze krant.

Maar de raad moet hier vooraf wel degelijk regels over afspreken, vindt Göbbels. Hilversum moet kritisch zijn op gebouwen die behoorlijk de lucht in gaan, omdat daarmee het contact met het straatleven en de openbare ruimte verloren gaat. En binnen de gemeentegrenzen zijn de afgelopen jaren de nodige grote gebouwen gekomen, waaronder Belvedère bij de Amaliatunnel, het Entradagebouw en de Stationstoren aan het begin van de Leeuwenstraat. De Democraat plaatst vraagtekens bij de stedenbouwkundige kwaliteit die Hilversum nastreeft. De spoorzone moet geen allegaartje worden of een 'tomatengroentenkippensoep' zoals de term luidt die vaak gebruikt wordt in het raadhuis.

"Vanuit de stad gezien ben ik kritisch", deelt de D66'er mee, die Ruimtelijke Ordening en Wonen in zijn portefeuille heeft. "Te hoog, te veel schaduw voor de omgeving, geen groen bij Entrada, die lelijke betonwand bij de Leeuwenstraat. Laten we voldoende kritisch blijven en andere oplossingen zoeken."

En er zijn alternatieven volgens Göbbels. De lucht in is niet het toverwoord. Wat hem betreft is het een misvatting dat je op hoogbouw uitkomt als je wilt gaan bouwen bij het centrum. "De praktijk is dat je heel goed zonder tien of twaalf verdiepingen kunt", tekent hij op. Parijs is voor hem een goed voorbeeld. In de Franse hoofdstad worden hoge woningdichtheden bereikt met relatief lage bouwhoogten.

Hilversum is een tuinstad. Dat karakter is het koesteren waard. Voor D66 is hoogbouw alles wat hoger is dan de gemiddelde boomhoogte: 20 meter. "Dudok zag al dat Hilversum zijn kwaliteit ontleent aan de omliggende natuur en dat hoogbouw daar niet bij past", zo meldt Göbbels nog.

'Je kunt heel goed zonder 10 of 12 verdiepingen'