Op het eind moest Hilversum nog alle zeilen bijzetten om een blamage te voorkomen.
Op het eind moest Hilversum nog alle zeilen bijzetten om een blamage te voorkomen. Foto: Bastiaan Miché

Hilversum begint in kampioenspoule met moeizame zege tegen Haagsche

Met als einddoel de landstitel hebben de rugbyers van Hilversum hun eerste wedstrijd van dit jaar gewonnen. Eenvoudig ging dat allerminst.

HILVERSUM Alle goede voornemens ten spijt: Hilversum is 2019 ondermaats begonnen. In de eerste wedstrijd van de kampioenscompetitie werd met de nodige pijn en heel veel moeite met 38-33 gewonnen van de Haagsche Rugby Club. Het laatste fluitsignaal was voor de Hilversummers een bevrijding. De wedstrijd had geen vijf minuten langer moeten duren. Uiteindelijk werd een blamage voorkomen tegen de club die vorig jaar ontsnapte aan degradatie.

"Nu gaat het echt beginnen", was de heersende opvatting voor het begin van de wedstrijd. Het eerste deel van de competitie - tegen de zwakke ploegen uit de ereklasse - is nauwelijks interessant geweest. Het is een vaststaand feit dat Hilversum en 't Gooi zich kwalificeren voor de kampioenspoule. Maar wie na de wedstrijd van afgelopen zaterdag denkt dat Hilversum zich fluitend naar de eindstrijd voor de landstitel zal rugbyen, komt bedrogen uit. Toegegeven: Hilversum heeft te kampen met te veel blessures. Echter, dat telt niet voor een topsportclub met ambities.
Niets wees er zaterdag op dat Hilversum tegen de Haagsche Rugby Club in de slotfase in de problemen zou komen. Na twintig minuten stond het namelijk al 26-0 en leek er geen vuiltje aan de lucht. En na de eerste try van Haagsche gooiden de bezoekers weliswaar meer enthousiasme in de strijd, maar met de ruststand van 31-12 was er nog niets aan de hand. En al snel na de pauze kwam Hilversum op 38-12.
Na 38-19 verloor Hilversum echter de controle over de wedstrijd. De ploeg werd slordig en liet verdedigend steken vallen. Dat leidde tot een spannende slotfase en een slijtageslag doordat de Hagenaars acht minuten voor tijd op 38-33 kwamen. Zij roken bloed en voelden dat er wat te halen was in Hilversum met slechts een achterstand van één try. Uiteindelijk bleef het daarbij.
De kampioenscompetitie wordt sowieso interessant; 't Gooi won thuis met 39-7 van de Dukes en het verschil tussen DIOK en Castricum was minimaal: 17-15.
Die kampioenscompetitie - van zes clubs die strijden voor de finale om de landstitel - verloopt in fases. Na 23 februari ligt de competitie namelijk een maand stil voor twee belangrijke interlandwedstrijden tegen Portugal en Tsjechië. Een hinderlijke onderbreking, aangezien Hilversum minimaal tien spelers levert? "Nee", zegt bestuurslid Raymond Mackaaij. "We hebben een paar jaar geleden afgesproken dat het Nederlands team voorrang krijgt. (...) We lopen wel het risico dat je na interlandwedstrijden geblesseerde spelers terugkrijgt. Het is niet anders, maar het voordeel is dat spelers beter worden tijdens de interlandwedstrijden tegen sterke tegenstanders."
Hilversum en de andere leveranciers voor het Nederlands team versterken zich door spelers uit het buitenland te halen. "Het accent bij Hilversum ligt op spelers die door familiebanden aan een Nederlands paspoort kunnen komen en daardoor inzetbaar zijn voor het nationale team. Financieel staat daar vanuit de rugbybond geen compensatie tegenover."
Dat is een doorn in het oog van Mackaaij: "Zelfs geen dankjewel. De clubs hebben de bond met een lening van 800.000 euro gered toen het een aantal jaren geleden vrijwel failliet was. De bond hoeft aan ons zelfs geen rente te betalen. Nu is er voldoende geld om de clubs die interlandspelers leveren te compenseren. Het overleg tussen de ereklasseclubs levert geen resultaat op aangezien het merendeel van deze clubs andere belangen heeft. Ik denk dat we met 't Gooi, DIOK en Castricum, de overige leveranciers van interlandspelers, aan tafel moeten om de rugbybond in beweging te krijgen. De bond heeft er door toenemende populariteit van het rugby ruim 2000 leden bij gekregen; goed voor ruim een ton aan extra inkomsten. Daarnaast steekt het ons nog altijd dat het spelen van de finalewedstrijd in Amsterdam ons geld kost en we er geen euro aan overhouden. Dat moet ook anders."