Tijd dat Hilversum de olifant in de kamer benoemt
De plannen voor het stationsgebied zijn ambitieus. Maar eerst moet de raad een visie ontwikkelen op de tweedeling in het dorp, aldus het CDA.
HILVERSUM De olifant in de Hilversumse (raadhuis)kamer is wat het CDA betreft nog niet genoemd als het gaat om de herontwikkeling van het stationsgebied. Wie nu het beste plan heeft, is nu van ondergeschikt belang. Alles draait om de vraag wat de visie is van de politiek op de tweedeling. "Blijft het de komende honderd jaar pech hebben als je in Oost woont, of gaan we er wat aan doen?"
Dat vindt CDA-fractievoorzitter Olaf Streutker. Hij pleit dan ook voor uitstel van besluitvorming over De 7 Straatjes. Donderdag 14 maart bespreekt de commissie Ruimtelijke Ordening het stedenbouwkundig plan. Maar de christendemocraten vinden dat er eerst een goed antwoord moet komen op de vraag over de tweedeling in Hilversum, waar het spoor eigenlijk sinds de aanleg in 1874 al voor zorgt.
Dat moment is nu, want de gemeente maakt opnieuw werk van het stationsgebied, zoals dat in de jaren 80 ook aan de orde was. De richting die het college én de coalitie op willen is duidelijk met De 7 Straatjes. Voordat Hilversum zich verder verdiept in plannen, vindt Streutker het noodzakelijk om in de raadszaal eerst met elkaar te bespreken hoe om te gaan met de fysieke scheidslijn die het spoor vormt in Hilversum. Hoe is de verbinding tussen Oost en West te verbeteren? Het is belangrijk dat Hilversum een visie ontwikkelt op deze tweedeling.
Ontwerpbureau De Zwarte Hond, dat ook De 7 Straatjes heeft uitgewerkt, kan naar de mening van het CDA nader onderzoek doen naar het slechten van deze fysieke drempel. Streutker is ervan overtuigd dat ze met een goede opdracht inclusief aanvullende eisen terugkomen met goede aanbevelingen. "Deze gang van zaken vind ik eerlijk en ook recht doen aan de zorgen van veel inwoners", meldt de fractievoorzitter. "En als de uitkomst is dat er niet veel kan veranderen, zoals utopische maatregelen als een verdiept spoor, dan is dat zo, maar dan hebben we dat wel laten uitzoeken."
Om het verbeteren van de verbinding uit te diepen is meer tijd nodig. In het najaar zou het rapport klaar kunnen zijn, waarna het politieke gesprek kan plaatsvinden. Dat is de missie die de oppositiepartij zichzelf nu gesteld heeft. Tot nu toe is het tennissen tegen een muur. Dat ondervinden niet alleen inwoners, die nog steeds met alternatieve smeekbedes komen aan het adres van het college en de coalitiepartijen om naar andere plannen te kijken, waaronder De 4 Brinkjes van kunstenaar Michel Huisman uit Heerlen, maar dus ook politieke partijen.
Streutker realiseert zich dat het een taaie klus wordt om een gat in de collegemuur te slaan. Dat B en W zich zo star opstellen, verbaast hem. Zeker omdat het verzet tegen het gemeentelijke plan groot is. "Het lijkt wel alsof ze niet de moeite willen nemen om te willen luisteren naar de bevolking", merkt hij op. "Wat ons betreft is die ruimte er wel. Het gaat om een investering van honderd jaar en dan maken die paar extra maanden écht niets uit", voegt de CDA'er eraan toe.
Baanbrekend voor Streutker en zijn fractie is de presentatie van Huisman geweest in het raadhuis. Op uitnodiging van de raad lichtte de Heerlense kunstenaar in december niet alleen zijn eigen plan toe, maar kaartte hij het 'ware probleem' aan van het Hilversumse stationsgebied: de belabberde oost-westverbinding. "Hij kijkt op een andere manier naar de problematiek. Dat was een eyeopener", zegt de fractievoorzitter daarover. Daar kreeg de partij het voortschrijdend inzicht, want andere fracties herinneren het CDA er maar al te graag aan dat zij in de vorige collegeperiode aan de wieg hebben gestaan van het huidige proces. "Het vraagstuk dat Huisman aankaart, hebben we nooit besproken. Het wordt tijd dat we de olifant in de kamer benoemen. We kunnen alleen een oordeel vellen over het stationsgebied als we met elkaar de verderliggende vraag hebben beantwoord", besluit hij.