Naast de tweejaarlijkse architectuurprijs verzorgt de stichting ook discussiebijeenkomsten, zoals in februari over de plannen voor het stationsgebied.
Naast de tweejaarlijkse architectuurprijs verzorgt de stichting ook discussiebijeenkomsten, zoals in februari over de plannen voor het stationsgebied. Foto: Bastiaan Miché

Architectonische toppanden zijn er steeds moeiteloos uit te halen

In de tien jaar dat HAP bezig is, ziet de stichting vooral veel nette nieuwe panden komen. Het oog voor detail moet meer terugkomen. De beste nieuwkomers zijn er snel uit te halen.

HILVERSUM "Wij prijzen ons gelukkig dat er nog steeds mooie nieuwe dingen komen in Hilversum", zo stellen Peter van Dulst en Sophie Keulemans, bestuurders van de Stichting Hilversumse Architectuurprijs (HAP). Daar hoort wel een maar bij, want de mensen van HAP zien al tien jaar dat er toch ook veel architectonische middelmaat bij komt.

Bijna moeiteloos pikken de zes bestuursleden om de twee jaar de tien beste en mooiste nieuwe gebouwen eruit. De top onderscheidt zich duidelijk. De kwaliteit van de architectuur is iets wat de bestuurders, zelf met veel kennis op dit gebied, in één oogopslag zien. Dan gaat het om zaken als materiaal, verhoudingen en hoe een object zich voegt in de omgeving. "Als een pand iets met je doet dan is het goed, zoals bij het raadhuis", verklaren Van Dulst (voorzitter en op foto met microfoon in de hand) en Keulemans (secretaris).

Ze beginnen met een lijst van de gemeente waar tweeduizend omgevingsplichtige bouwwerken op staan die in die tijdspanne van 24 maanden erbij zijn gekomen of grondig zijn aangepakt. Dan gaat het om projecten van 50.000 euro en hoger. Door die laatste eis valt de helft al af. Uiteindelijk blijven er vijftig over die het bestuur op één dag gaat bekijken om zo tot een top tien te komen.

"Opvallend is dat hier nogal wat nieuwbouw staat, maar het had net zo goed in Schin op Geul of Den Helder kunnen staan. Het staat niet op zijn plek. Het zijn cataloguswoningen. Er is weinig detailniveau, zoals dat wel het geval is met jaren-30-woningen", aldus de voorzitter. In Hilversum zie je dit soort woningen eveneens terug. Van Dulst en Keulemans noemen Anna's Hoeve als voorbeeld waar toch ook de nodige cataloguswoningen te vinden zijn. Nette woningen, maar waar wel de neiging tot zuinigheid en soms zelfs de gemakzucht van de architect in terug te zien is. "Onze vorige jury vond dat echt om te janken."
Vaak komt dit voort uit financieel gedreven architectuur. Zeker in crisisperiodes mag het allemaal niet zoveel geld kosten. Dat is volgens het duo lang niet altijd aan de architect te wijten, maar kan ook aan de opdrachtgever liggen. Die probeert kosten te snijden en zo veel mogelijk winst te behalen. Optimaliseren heet dat, maar daardoor gaat regelmatig de nodige kwaliteit verloren. Van Dulst breekt vanuit dat perspectief ook een lans voor de woningcorporaties, een belangrijke partner voor de gemeente in het dorp. Daar is de noodzaak om kwaliteit met oog voor detail neer te zetten organischer aanwezig, omdat zij hun panden zeker voor vijftig jaar willen verhuren. "Kijk naar wijken van rond 1900. Dat zijn prachtige wijken met oog voor detail en onderhoud ontworpen."

Daar komt bij dat de gemeente de boel op orde moet houden. Met zo'n 35.000 woningen is dat een lastige klus, die wel continu aandacht vraagt. "De stad is eigenlijk nooit af", is de stelling van Van Dulst. "Als je die levend wilt houden moet je eigenlijk ieder jaar 2 procent van de woningvoorraad vernieuwen. Dan heb je de gehele voorraad in vijftig jaar vernieuwd. Daar komt Hilversum bij lange na niet aan, want dat zouden er hier per jaar zo'n 750 woningen moeten zijn."

Het is lang niet alleen maar kommer en kwel, want in het afgelopen decennium zijn er genoeg pareltjes bij gekomen. Die zijn dan ook beloond met de architectuurprijs. Podium de Vorstin aan de Koninginneweg, Restaurant Parc aan de Havenstraat, De Melkfabriek aan de Larenseweg en het Oosterspoorplein vielen bijvoorbeeld in de prijzen. Sinds 2009 bestaat HAP. Van Dulst wilde na zijn vroegpensioen iets terugdoen voor de omgeving waar hij altijd in gewerkt heeft. Hij komt uit de wereld van de woningcorporatie en heeft een voorliefde voor architectuur. Nadat de Dienst Stad eenmalig een architectuurprijs (winnaar Laan van de Heelmesters) verzorgde, heeft hij die handschoen opgepakt en heeft er een tweejaarlijkse prijs van gemaakt met een vak- en publieksprijs. Hij richtte de stichting op, verzamelde geschikte bestuursleden om hem heen en stelde een deskundige jury samen, die overigens steeds wisselt van samenstelling.

'Als een pand iets met je doet dan weet je
dat het goed is'

Hilversum staat bekend om zijn jonge stedenbouw. Het doel is om de kwaliteit van de architectuur, stedenbouw en landschapsinrichting te bevorderen. Daarnaast wil HAP bij deze drie elementen ook de Hilversummers betrekken. Daarvoor is onder andere de publieksprijs in het leven geroepen en verzorgt de stichting - op een uitzondering na - in de niet-prijzenjaren discussiebijeenkomsten.

Donderdag 11 april staat de uitreiking van de tweejaarlijkse prijs opnieuw in de agenda. Wie er met de vakprijs vandoor gaat, is nog niet bekend. Stemmen kan nog tot en met zondag 24 maart via www.hilversumsearchitectuurprijs.nl. Inmiddels zijn er ruim 1.400 stemmen uitgebracht. Van Dulst meldt dat er een top vier is, waarin duidelijk te zien is dat stemmers kiezen voor historische of vernieuwende architectuur.