Freek Bakker bovenop de Raadhuistoren:
Freek Bakker bovenop de Raadhuistoren: "Dudok paste laatste schetsen zo aan dat carillon op later moment naar boven kon." Foto: Bastiaan Miché

'Het is een vrij beroep waar je veel mensen mee kunt verwennen'

Mensen een glimlach op het gezicht bezorgen. Met die gedachte bespeelde Freek Bakker jarenlang het carillon van Hilversum. Woensdag nam hij afscheid en kreeg hij de gemeentespeld.

hilversum Hij speelt een dag voor zijn officiële afscheid nog een keer op het carillon, hoog in de toren van het Hilversumse raadhuis. 'Yesterday' van The Beatles is dinsdag rond 15.45 uur te horen. Het roept nostalgische gevoelens op, alsof Freek Bakker helemaal geen zin heeft om te stoppen als stadsbeiaardier van Hilversum. Maar dat is geenszins het geval. "Nee, ik heb echt geen moeite met het afscheid", zegt de 66-jarige Nijkerker.

Hilversum heeft sinds 1986 wekelijks en bij speciale gelegenheden zoals 4 en 5 mei mogen genieten van zijn klokkenspel. Bakker, die recent ook afscheid nam als stadsbeiaardier van Nijkerk en Harderwijk, nam destijds het stokje over van zijn vader Peter Bakker. Die was tussen 1958 en 1984 de eerste stadsbeiaardier van Hilversum. Nederland telt 190 beiaarden, maar Hilversum heeft een prachtig instrument, vertelt zoon Bakker. "Dit is de laatste beiaard die niet met de computer getekend is. Deze heeft nog iets echts. Van wat daarna gemaakt is, valt geen onderscheid te maken."

'Pas op voor geluidsoverlast' staat er op de deur die leidt tot de trap naar boven. Dat moet kennelijk. Ieder half uur klinkt er muziek vanuit de toren en voor de persoon die op dat moment net naast de klokken staat en niet is voorbereid, is het dan behoorlijk schrikken. "En pakweg vijftien jaar terug ging hier het brandalarm terwijl ik boven zat", vertelt Bakker. "En toen iedereen buiten stond, klonk ineens het carillon. Bedachten ze opeens dat ik daar zat. Ik had helemaal niks gehoord."
Op weg naar boven (zonder lift bijna 200 treden, met lift nog altijd 98) vallen de enorme vloeren van de verdiepingen op. Bakker is ervan overtuigd dat architect Dudok zijn laatste ontwerpen zo aanpaste dat een carillon - waar aanvankelijk geen geld voor was - op een later moment alsnog naar boven kon worden gehesen.
Overigens is dat carillon door de burgers en het bedrijfsleven van Hilversum betaald. Het Hilversums Initiatief Comité zamelde giften in en de firma Eysbouts uit Asten kreeg vervolgens in 1958 de opdracht om een klokkenspel te vervaardigen. Het carillon bestaat uit 47 klokken van verschillend gewicht en afmeting. De grootste weegt 23, de kleinste 12 kilo. Het totale klokkenspel weegt in totaal 12 ton, ongeveer net zoveel als een vrachtwagen. De rand van de klokken is versierd met het wapen van Hilversum, afgewisseld met motieven van de boekweitplant. Het carillon omvat vier volle octaven, zodat de beiaardier er bijna alle melodieën op kan spelen.

Overigens was het helemaal niet vanzelfsprekend dat Bakker, die naast zijn werk als beiaardier ook werkzaam was als muziekdocent in het voortgezet onderwijs, zijn vader zou opvolgen. Pas toen zijn moeder hem voorstelde om voor beiaard te studeren (in Amersfoort) en hij daarop inging, besefte hij hoe bijzonder dit werk is. "Het is een geweldig en uniek instrument. Je kunt er alles mee. Het is een vrij beroep waar je veel mensen mee kunt verwennen."
In Nijkerk nam Bakker het stokje over van zijn vader, doordat iemand anders was overleden. In Hilversum liep het anders. In de mediastad was in de jaren 80 eigenlijk helemaal geen geld voor een opvolger. Die kwam er aanvankelijk niet. Pas na klachten van Hilversummers die de muziek misten, werd Bakker benaderd om zo'n tien keer per jaar te spelen. Een jaar later werd dat twintig keer, het jaar daarop dertig keer enzovoort.
Met de wat meer moderne muziek heeft hij moeite om dat een gezicht te geven, geeft Bakker toe. Hij speelde liever werken van Chopin en Schubert, zeg maar de romantische muziek. Als hij zelf speelde kwamen er zelden tot nooit klachten van inwoners. Wel was er kritiek als er iets klaar was gezet. Dat was de ene keer weer te hip en de andere keer te ouderwets. "Dan hoorden mensen meerdere keren op een dag Bach en daar hebben ze dan niets mee. En als je dan een minuutje Bach hoort, dan duurt die ene minuut wel heel lang. Je moet up-to-date blijven, van alles wat spelen en het moet nooit te lang duren."

Dat het vak van beiaardier een wat oubollig image heeft, erkent Bakker, al komt er een nieuwe generatie aan om dat imago weg te poetsen. Toch zijn de tijden veranderd ten opzichte van dertig jaar terug. De kosten van een studie tot beiaardier zijn vele malen hoger dan die paar honderd euro die Bakker destijds betaalde. En dan is het nog maar de vraag of je aan de bak komt. En in de toekomst kan dat leiden tot een tekort aan beiaardiers. En dan is het maar de vraag of de meer afgelegen plaatsen dezelfde kwaliteit kunnen bieden als zij nu doen. Hilversum hoeft zich wat dat betreft geen zorgen te maken, denkt Bakker. Hij wordt opgevolgd door Wim Ruitenbeek, die het vak leerde van Bakker en ook al in Nijkerk als stadsbeiaardier aan de slag is gegaan. En dus een absolute aanwinst. "Hij zou nu zo dat nummer van Doris Day (de zangeres en actrice die deze week overleed, red.) kunnen spelen. Daar had ik dan meer moeite mee."