'Kaatsen funester voor je lichaam dan welke sport ook'
hilversum Kaatsen mag dan alleen in Friesland een grote sport zijn, de balsport heeft alles in zich, vertelt voorzitter Cees Punter van Melle Veenstra. "Een topatleet in het kaatsen gebruikt al zijn spieren. Het kaatsen is funester voor je lichaam dan welke sport ook. Je leeft echt op het randje."
De Hilversumse verenging, die twintig leden telt en als thuisbasis het veld van Hilversum Hurricanes heeft, vierde zaterdag haar 100-jarig bestaan. In de ochtend was er een receptie met alle oud-leden, ereleden, donateurs en kaatsers vanuit heel Nederland. Daarbij ontvingen Punter en ook secretaris Hendrik Visbeek het bondsinsigne.
Tevens kreeg de jarige vereniging een vlag aangeboden die hoort bij een eeuw oude vereniging. Ook wethouder Floris Voorink van Sport was van de partij. Hij opende het kaatstoernooi met 42 deelnemers uit heel Nederland door de eerste bal te slaan.
Overigens heette de verenging vanaf de oprichting in 1919 'gewoon' Kaatsvereniging Hilversum'. Wie was dan Melle Veenstra? Punter: "Melle Veenstra was een topkaatser uit Friesland die in Hilversum is gaan wonen en werken. Hij zat in 1919 en 1920 in het bestuur van de vereniging en was buiten Friesland echt dé topper. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is hij uit zijn woning gehaald en naar een werkkamp in Duitsland gestuurd. Daar is hij overleden. In 1953 is zijn lichaam naar Hilversum gebracht, waar hij kon worden begraven."
Een paar jaar daarvoor, in 1948, werd ter nagedachtenis aan Veenstra een grote kaatswedstrijd georganiseerd waarbij alle toppers uit het land - aldus Punter - aanwezig waren. Toen besloot men ook de naam van de vereniging te wijzigen in Melle Veenstra. Ook Punter, van oorsprong een Fries, heeft mooie dagen beleefd als kaatser. "Ik heb zelf dertien of veertien keer meegedaan aan de PC in Franeker en dan speel je voor negentienduizend toeschouwers. Dat is fantastisch."
Hij geeft toe dat de sport buiten Friesland weinig voorstelt. "Maar er was een tijd dat deze balsport - waaruit het tennis is gekomen - over de gehele wereld werd gespeeld. Echter, aldus Punter, door de kerkelijke revolutie stierf het uit. "Men mocht op een bepaald moment niet meer op zondag werken en ook niet kaatsen. En kaatsen werd juist gespeeld op de pleinen waar ook de kerken stonden. Dat kon dus niet meer. Het bleef alleen op die plekken waar een sterke cultuur is tegen de gevestigde orde, zoals Friesland of het Baskenland in Spanje."