Foto Bob Awick
Foto Bob Awick Foto: Bob Awick

Erik van Zadelhof: 'Hoe het niet en hoe het wel moet'

Erik van Zadelhof is een van de vele vrijwilligers binnen Hospice Kajan in Hilversum. Met enige regelmaat verschijnt in De Gooi en Eembode de rubriek 'Het Laatste Stuk', een geanonimiseerd verhaal uit de praktijk. Dit keer: 'Hoe het niet en hoe het wel moet'.

Zoals elke organisatie kent hospice Kajan personeelsverloop. Hoewel veel verpleegkundigen er al jaren aan verbonden zijn, vertrekt er van tijd tot tijd iemand om een veelheid van redenen: het ontwikkelen van een nieuw belangstellingsgebied, het maken van een lange reis of pensioen. Op zo'n moment moet natuurlijk voorzien worden in de vacature en de sollicitanten worden dan indringend getoetst door de directeur en andere collega's.
Vandaag komen er vijf kandidaten op gesprek. Anja, een vrouw van 59, is de eerste en er ontstaat een merkwaardige dialoog. De directeur vraagt naar haar beweegredenen om in dit hospice te werken. Anja zegt: "Ik ben nu bijna 60. Ik moet nog wel even, maar het wordt tijd dat ik het wat rustiger aan ga doen."

De directeur betrapt zichzelf op irritatie, maar blijft rustig: "Als je denkt dat het hospice een rusthuis is voor verpleegkundigen, dan moet ik je toch teleurstellen. Wij hebben hier een highcarehospice. Naast meer dan 100 vrijwilligers staan twee verpleegkundigen 24/7 klaar om zorg te geven aan de bewoners in de laatste fase van hun leven. Dat vraagt, behalve uiteraard de juiste achtergrond, boven alles betrokkenheid. Dus als ik jou hoor zeggen dat je op zoek bent naar iets rustigers, dan vraag ik mij af of je bij ons wel aan het juiste adres bent. Er wordt hier gewerkt met hart en ziel."

Anja begrijpt wel dat ze de plank heeft misgeslagen. De twee gaan uit elkaar en zeggen er nog eens over na te denken. Bij het verlaten van het gebouw stuit Anja op een tafereel dat ze in haar 40-jarige carrière nog niet eerder heeft gezien. Voor de deur staat een optocht op het punt te vertrekken. Deze optocht is de laatste wens van de bewoonster van kamer 6, die ervoor heeft gekozen om te worden opgebaard in een rieten mand. De dochters hebben met de uitvaartondernemer geregeld dat mevrouw op de fiets naar haar laatste rustplaats wordt gebracht over de Hilversumse heide. Achter de mand op een kar heeft zich de familie verzameld, ook op fietsen.

Anja is verbluft en ontroerd door dit gezicht. Omdat ze dezelfde kant op moet besluit ze om het gezelschap – op gepaste afstand – te volgen. De stoet zet zich in beweging en als het fietsen met de kar zwaar wordt, wisselen de zussen elkaar af. Als Anja moet afslaan, is een ding haar duidelijk geworden: in dit hospice gaat niets op de automatische piloot. Ze besluit om de directeur nog eens te bellen. In elk geval om te zeggen dat ze inziet dat ze haar sollicitatie te makkelijk heeft opgevat. Maar ook om te zegen dat ze, nu ze weet wat ze nog niet wist, des te meer gemotiveerd is om er te werken.