Het Schoutenhuis valt op tussen de oude boerderijen en kleine huisjes.
Het Schoutenhuis valt op tussen de oude boerderijen en kleine huisjes. Foto: Carin van den Berg

Het Schoutenhuis: plaats waar recht werd gesproken en ook de herberg was

Een opvallend wit, groot en statig gebouw in het dorp, net buiten het centrum van Huizen. Het is het Schoutenhuis, waar het plaatselijke museum gevestigd is.

HUIZEN Het Huizer Museum het Schoutenhuis ligt aan de Achterbaan 82 in Huizen. Het statige, witte gebouw valt op tussen de oude boerderijen en kleine huisjes aan de rand van de historische Vissersbuurt. Hier woonde vroeger de schout, werd rechtgesproken en vergaderde de gemeenteraad in de herberg. Maar niet alles is zoals het lijkt. Het pand is in 1995 herbouwd, naar hoe het er in de 18e eeuw uit moet hebben gezien, zoals het bordje bij het museum vermeldt.

Een van de schouten die er heeft gewoond volgens het tijdschrift Tussen Vecht en Eem uit mei 1995, was Jan Hendrik Habermehl. 'Hij kocht in 1806 het ambt van zijn voorganger Hendrik Oldendorp. Habermehl was afkomstig uit Duitsland en kwam om economische redenen naar het Gooi. Hij vestigde zich in Huizen, dat hem nog het meest deed denken aan zijn geboorteplaats Rixfeld. In Huizen brak voor hem geen plezierige tijd aan. Hij verloor binnen twee jaar zowel zijn zoontje als zijn vrouw.'

Schout

"Dit was in de Franse Tijd", legt publiekshistoricus Sarah Remmerts de Vries uit. Zij deed onder andere onderzoek naar het Schoutenhuis voor de Historische Canon van Huizen, die in oktober verschijnt. "Voor die tijd benoemde de drost van Muiden de schout. Die schout deed van alles. Hij was burgemeester, politieman, sprak recht en was notaris. Een belangrijke figuur. Toen de Fransen kwamen, werd het bestuurlijk systeem omgegooid. In die leemte kon Habermehl het ambt kopen."

In 1810 werd het Koninkrijk Holland echter ingelijfd bij Frankrijk. Voortaan werd de schout benoemd door de prefect, het hoofd van het departement, aldus Tussen Vecht en Eem. 'Habermehl raakte hierdoor begin 1811 het schoutambt kwijt en daarmee ook de bijbehorende inkomsten. Hij kon tot aan zijn dood op 1 december 1811 nog bijverdienen als bode, herbergier, tapper, veilingmeester en zoutverkoper.' Hij was volgens de website tgooi.info de laatste schout in dit schoutenhuis.

Luguber

'Die diefachtige roofvogel, schand en bankroet speelder'

Jan Rebel van de Historische Kring Huizen, die ook in het Schoutenhuis zijn onderkomen heeft, stuitte in zijn zoektocht naar de geschiedenis van het gebouw op een luguber verhaal over een schout die in 1718 over Huizen regeerde. "Waar het vandaan komt, weet ik niet, maar er wordt wel naar verwezen in een geschrift."

Het gaat over de Huizer dorpsschout Lambert Killewigh, die het dorp Huizen had opgelicht. Lambert Rijckz Lustigh noemde hem in een geschrift 'die diefachtige roofvogel, schand en bankroet speelder'. Deze schout zou een kleine dief, Dirck Jansz Spilt, in zijn cel in Naarden aan de ketting hebben gelegd. Spilt bekende uiteindelijk en kreeg op het schavot 40 slagen. Bovendien werd hij verbannen en gebrandmerkt.

De schout die hem oppakte, had zichzelf verrijkt in Huizen. Hij had 16 huizen en flink wat bouwland verkregen. Toen hij in de gaten kreeg dat hij 'bedankt' zou worden voor zijn inzet, maakte hij zo veel als mogelijk van dit bezit te gelde. Hij kocht het burgerrecht van Vianen en vertrok. 'Hij bekende zelf dat hij slechts 6.000 aan geld te Vianen bij zich had, doch hij had zeker meer', aldus het geschrift. Een geschiedenis die niet meer zichtbaar is, maar die veel vertelt over hoe het leven in die tijd was.

Boerderijen

Wat nog wel zichtbaar is, is hoe het Schoutenhuis aan de achterliggende boerderijen ligt. Op Wikipedia staat dat het Schoutenhuis in de 17e eeuw oorspronkelijk het voorhuis van een boerderij was. 'In de 19e eeuw vond een verbouwing plaats waarbij het pand tevens werd verhoogd. Een deel van het voorhuis diende als vergaderplaats van de gemeente en behoorde tot de woning van de schout van Huizen. In 1920 werd het Schoutenhuis verbouwd tot twee woon-winkelpanden.'

In De Ratel van augustus 1989, het tijdschrift van de Historische Kring Huizen, staat dat op dat moment de slagerij van de familie Bakema in het pand gevestigd was. Het pand was toen aangekocht door de Stichting Huizer Museum.

De website van Oneindig Noord-Holland vermeldt dat het museum het pand kon kopen door een succesvolle sponsoractie. 'Na bouwkundige inspectie bleek echter dat het pand volledig opnieuw opgebouwd moest worden. Op 19 november 1994 werd symbolisch de laatste steen gelegd en was het Huizer Museum een feit. Het museum heeft als doel de geschiedenis en het karakter van Huizen in beeld te brengen, met aandacht voor het visserijverleden, de aardewerkindustrie en de Huizer klederdracht. Daarnaast is er ook nog ruimte om hedendaagse kunst te tonen en is het archief van de Historische Kring Huizen in het pand gehuisvest.'

Zie ook HuizerMuseum.nl en HistorischeKringHuizen.nl.