Niets mis met nieuwe nevenfunctie Wimar Jaeger
HILVERSUM Maatregelen zijn niet nodig, want er is geen gevaar van belangenverstrengeling in de nieuwe nevenfunctie van wethouder Wimar Jaeger. Dat is het antwoord van het voltallige college van burgemeester en wethouders op artikel 41-vragen van de SP, die vindt dat er toch wel een luchtje aan Jaegers nieuwe bijbaan zit.
Maar naar het oordeel van B en W is er niets aan de hand. Jaeger kan de voorzittersfunctie van de Vereniging Science Centres (VSC) gewoon invullen. Dat doet de D66-bestuurder overigens al, want nog voor de beantwoording van deze vragen en de commotie die over zijn veertiende nevenfunctie (negen ambtsgebonden en vijf niet-ambtsgebonden) is ontstaan, had hij al 'ja' gezegd tegen de sectororganisatie van wetenschapsmusea en science centres in Nederland, waaronder Naturalis, Museon, Space Expo en ook het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum.
Met die laatste heeft de gemeente een subsidierelatie en daarbij viel ook de naam van John Leek. De manager Media en Creatieve Industrie bij Beeld en Geluid en de mediawethouder kennen elkaar goed. Bijvoorbeeld van Hilversum Media Campus waar Hilversum eveneens een subsidierelatie mee heeft. Beide organisaties waren betrokken bij de Dutch Media Week. In eerste instantie vond de SP niets mis aan de nevenfunctie, ook al vond de partij - net zoals andere fracties - het wel wat vroeg om een nieuwe bijbaan te accepteren na de hele discussie over de rol van Jaeger bij de Dutch Media Foundation. Totdat de wethouder liet optekenen dat deze functie weleens voordelig kon zijn voor Hilversum, terwijl er geen relatie was met de VSC. Dat conflicteert, waarop de oppositiepartij in de pen klom en op 10 november artikel 41-vragen stelde.
Het college meent dat er transparant is gehandeld. Per brief heeft Jaeger de raad op de hoogte gesteld van het voornemen om het voorzitterschap van de VSC te aanvaarden. Nu staat die ook netjes vermeld op de gemeentelijke website onder het kopje 'niet-ambtsgebonden functies'. Daarmee is het geen qualitate-qua-functie. Ofwel: een bijbaan die hoort bij het wethouderschap. Bij de DMF claimde Jaeger dat het wél om een qualitate-qua-functie ging, ook al was er geen consensus omdat college én raad niets wisten van zijn secretarisschap. De raad hoeft ook niet bang te zijn dat de wethouder klem komt te zitten in zijn werktijd voor de gemeente. Die vier uur per maand gebeurt in zijn vrije tijd.