Oud-stadsdichter Robert Grijsen leest het gedicht voor tijdens de opening.
Oud-stadsdichter Robert Grijsen leest het gedicht voor tijdens de opening. Foto: Bastiaan Miché

Jongeren van De Keet fleuren honk op

HILVERSUM Welzijn en cultuur komen samen. Dat zegt cultuurwethouder Wimar Jaeger vlak voor de officiële opening van het vijf regels tellende gedicht op het pand van jongerencentrum De Keet aan de Kloosterlaan. Het bijzondere aan dit werk is dat het in samenwerking met de jongeren zelf is geschreven en geplaatst.

Het vijf regels tellende gedicht is alweer het tiende gedicht in de openbare ruimte van Hilversum, meldt een gemeentewoordvoerder. Bekende voorbeelden zijn onder meer de bibliotheek en de markt. En inderdaad, het van buitenaf gezien toch wat saaie en kille De Keet kon wel iets worden opgevrolijkt. Vanuit jongerenwerk kreeg de gemeente dan ook de vraag of hier een creatieve oplossing voor was. Wat volgde was een workshop voor de jongeren in De Keet met als resultaat het titelloze gedicht dat kunstenaar Jeroen Paulussen tussen de verschillende regenbuien door groots op de toch grove gevel plaatste.
Paulussen is, net als Jaeger en oud-stadsdichter van Hilversum Robert Grijsen, wel aanwezig tijdens het openingsfeestje op deze druilerige vrijdagmiddag. De pakweg tien jongeren zelf, allemaal jongens tussen de 15 en 18 jaar, blijken andere plannen te hebben. De officiële lezing is dat zij (op vrijdagmiddag 15.00 uur) nog op school zitten. De lach die na de mededeling volgt, verraadt toch wel dat de jongeren niet zo veel zin hebben in al die poeha met wethouder en (lokale) pers. Bovendien, zegt een medewerker binnen het jongerencentrum, is poëzie niet bepaald cool op die leeftijd.

Kernwoord in het gedicht is 'samen'. Samen zijn met familie en vrienden, samen zijn in het jongerencentrum. Jaeger spreekt tijdens zijn praatje daarom van een bijzonder gedicht. "En het feit dat Robert (Grijsen, red) er is, betekent in ieder geval dat het niet slecht kan zijn", lacht de wethouder. Ook hij vindt dat De Keet van de buitenkant echt wel iets mocht hebben en hij benadrukt daarbij het belang van kunst in de openbare ruimte. Dat haalt mensen immers uit hun dagelijkse sleur.