Michael van Praag beweegt in de Wilgetoren
HILVERSUM Bijna de helft van de kinderen beweegt te weinig. Kinderen zitten urenlang per dag, spelen weinig buiten en fietsen steeds minder naar school. Een gemiste kans, stelt ook voorzitter Michael van Praag van de Nederlandse sportraad.
Hij was dinsdagmorgen in Hilversum, in de Wilgetoren om precies te zijn, en zag hoe deze basisschool sporten en bewegen integreert in het lesaanbod. Naast de gymlessen dus. Tafelsommen doen en tegelijk joggen of springen tijdens het spelling oefenen.
Maar het mooiste voorbeeld van dat bewegen binnen de school is de zogenaamde 'interactive playground' met beamer en 3D-camera, in de speelruimte voor kleuters. Daarop gooien kinderen een bal waarmee ze bijvoorbeeld rekensommen kunnen oplossen. "Deze school is een benchmark voor het beweegaanbod voor kinderen", aldus Van Praag, die zelf ook nog een balletje gooit. "Maar dit soort scholen zijn een uitzondering in dit land."
Samen met de Onderwijsraad en de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving benadrukte de Nederlandse Sportraad bij minister Arie Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) enige tijd terug het belang van meer bewegen op school. Zij hadden meerdere adviezen over dit onderwerp voor de minster, maar een groot deel daarvan belandde in de prullenbak. Voor Van Praag reden om nog harder aan de bel te trekken. Daarom bezoekt hij meerdere scholen in het land - de Wilgetoren is één van de eersten - om zo aan de minister te laten zien dat bewegen in combinatie met leren echt kan.
Dat Van Praag de Wilgetoren bezoekt is niet helemaal toevallig. Hij en directeur Koen van Praag van de school aan de Kamerlingh Onnesweg zijn familie van elkaar. En wat beiden hebben is de passie voor bewegen. Maar die passie voor bewegen binnen de Wilgetoren is, aldus de voorzitter van de Nederlandse sportraad, vooral te danken aan de schooldirecteur en zijn team. Bij heel veel scholen is er niets van terug te zien, terwijl het structureel in het lesprogramma hoort. "En deze school is een fantastisch voorbeeld om de minister ervan te overtuigen dat het kan."