Gesprek over Hilversum van 2040 is weer te voeren
HILVERSUM Nu de politieke kruitdampen optrekken en het duidelijk is dat Hilversum inderdaad een pas op de plaats maakt met betrekking tot het sleutelgebied voor de Metropoolregio Amsterdam (MRA), melden andere partijen zich weer. Daar is Stichting Hilversumse Architectuurprijs (HAP) er één van. Zij ziet nu weer kansen om het gesprek te voeren over het Hilversum van 2040.
"Het HAP-bestuur is verheugd over deze beslissing", meldt stichtingvoorzitter Peter van Dulst. Daarmee verwijst hij naar de uitspraak van de meerderheid van de commissie. Vorige week dinsdag gaven acht van de elf raadsfracties aan dat Hilversum eerst met een goede visie moet komen over hoe Hilversum er over twintig jaar uit moet zien qua woningbouw, werkgelegenheid, leefbaarheid en mobiliteit. Dat moet gepaard gaan met goede burgerparticipatie.
Voor HAP betekent dit dat zij de handschoen weer kan oppikken. Het verhaal gaat nu niet meer over het realiseren van zes- tot tienduizend woningen, maar over de toekomstvisie van de gemeente. Daar wil de stichting in de vorm van meerdere themabijeenkomsten in het najaar een bijdrage aan leveren. De zomer wil Van Dulst gebruiken om (nog) betere cijfers boven water te krijgen en dieper de materie in te duiken om in september en oktober, als HAP drie tot vijf sessies wil houden, beter beslagen ten ijs te komen. Dit moet een goede basis zijn voor de discussie over het Hilversum van de toekomst.
HAP wil het met inwoners, ondernemers, politieke partijen, het maatschappelijk middenveld en partijen zoals de Hilversumse Historische Kring Albertus Perk onder meer hebben over wonen, werken, natuur en mobiliteit. Tijdens deze najaarssessies komen bijvoorbeeld stedenbouwkundigen aan het woord en denkt Van Dulst eraan een trendwatcher uit te nodigen, omdat dit een persoon is die gericht is op de toekomst. Ook speelt de voorzitter met het idee bestuurders van andere Gooise gemeente uit te nodigen om te vragen wat zij in de realisatie van extra woningen kunnen/willen betekenen en ook vertegenwoordigers van gemeenten die even groot zijn als Hilversum, maar hun opgaven zonder MRA-steun willen voltooien. Wat voor hem klip-en-klaar is, is dat HAP de insprekers - in totaal veertien - tijdens de gezamenlijke commissie over Raadsvoorstel Strategie Spoorgebied 2040 bij hun bijeenkomsten wil betrekken. "De kwaliteit van hun inbreng was hoog", aldus Van Dulst.
De input van deze bijeenkomsten wil HAP bundelen en vervolgens aanbieden aan het college. Daarmee nemen ze alvast een voorschot op de participatie. "Vervolgens is het aan hen om het weer een fase verder te brengen", zegt Van Dulst.