'We laten niemand die zorg nodig heeft in de kou staan'
Brandbrieven van ouders. Zorginstanties die stoppen met dagbesteding. Grote zorgen, maar zo heet komt die 'zorgsoep' echt niet op tafel.
HILVERSUM De onrust, de onvrede en de zorgen zijn allemaal begrijpelijk en die moeten worden weggenomen. En dat gebeurt ook. Over de hele linie zorgt de regionale inkoop Jeugd en Maatschappelijke ondersteuning niet voor grote problemen. In een aantal specifieke gevallen is extra aandacht nodig. Dat is de opvatting van wethouder Karin Walters van Welzijn en Zorg.
"We laten niemand in de kou staan", aldus de Hart voor Hilversummer. Op regionaal niveau zijn er vier zogeheten opgaven. De zorgwethouders uit Gooi en Vechtstreek zijn volgens Walters achter de schermen hard bezig voor deze problemen een passende oplossing te vinden. Dat kwetsbare jongeren en ouderen hun vaste en veilige zorgadres dreigen kwijt te raken vanaf 2021 vindt zij heel vervelend. Dat er grote zorgen over zijn, snapt ze heel goed.
Voor Walters staat het buiten kijf dat de continuïteit van de zorg in Hilversum en omstreken ook vanaf 2021 is gewaarborgd. Vijftien zorgaanbieders hebben zich niet meer ingeschreven. Daarentegen zijn 190 organisaties, waarvan 38 nieuwe, wel akkoord gegaan met de nieuwe voorwaarden en tarieven van de Regio Gooi en Vechtstreek. Voor sommige aanbieders waren de nieuwe eisen reden om hun activiteiten te staken. Op sommige onderdelen, zoals dagbesteding, had de Hilversumse bestuurder meer aanbod willen zien, maar een deel daarvan is op te vangen in wijk- en buurtcentra. Dat is sowieso al het beleid van de gemeente.
Met een nieuwe aanbesteding komt reuring geheid om de hoek zetten. En dat is nu ook het geval. Het gaat om 'vier opgaven'. Daarom zegt Walters dat dit excessen zijn. Voor kinderen van de BSO+, begeleiding en dagbesteding voor met name autistische kinderen (Zorgafdeling De Stal), dagbesteding voor ouderen met dementie en opvang plus behandeling van kinderen met een ontwikkelingsachterstand (Amerpoort en Media Kinderopvang) zijn oplossingen nodig. Met de meeste organisaties heeft de Regio zogeheten uitloopovereenkomsten gesloten, zodat de zorg doorgaat totdat er een ander geschikt zorgadres gevonden kan worden. Alleen is dat niet het geval voor De Stal. De consulenten van het Sociaal Plein zijn met de ouders/cliënten druk bezig met het vinden van goede oplossingen.
Met dit alles is niet gezegd dat het inkoopproces, dat vorig jaar september al gestart is, geheel vlekkeloos is verlopen. Een punt van aandacht voor de volgende keer is de informatievoorziening. Ouders en/of cliënten zijn overrompeld door het tijdsbestek waarin alles nu plaatsvindt. “Wel willen wij hierbij aangeven dat wij, en met ons de Regio, beseffen dat de cliënten/ouders pas laat zijn geïnformeerd over het stoppen van aanbieders”, is te lezen in een donderdag verstuurde brief van het Hilversumse college van burgemeester en wethouders. “Hoewel wij de wettelijke termijnen rondom de inkoop in acht hebben genomen en een implementatieperiode van twee maanden gangbaar is, verdient de late communicatie aan cliënten/ouders geen schoonheidsprijs. Dit is een belangrijk evaluatiepunt voor een volgend inkoopproces.”
Grote punt van aandacht binnen het sociaal domein zijn de financiën. Eind 2019 is al rekening gehouden met 5 miljoen euro meer en in juni kwam Walters, tevens wethouder Financiën, met de mededeling dat Hilversum op het gebied van Jeugdzorg en Wet maatschappelijke ondersteuning nog eens 3,9 miljoen euro tekort komt. Vooral het ontbreken van geld van de overheid zorgt voor dit probleem. Daar worstelen zo goed als alle Nederlandse gemeenten mee. Volgens de wethouder is de zorgbegroting voor 2021 een reële en 'op niveau'.
Op Extra het hele interview en een verhaal over de nasleep van de sluiting van WESPP
Op sommige onderdelen had Walters meer aanbieders willen zien