Eugène Mennen: 'Als je talenten hebt, is het de verplichting dat je er aandacht aan besteedt.'
Eugène Mennen: 'Als je talenten hebt, is het de verplichting dat je er aandacht aan besteedt.' Foto: © Foto Miché / Bastiaan Miché

'Misschien is het ook wel tijd voor een
nieuwe beschaving'

Waren er in het begin twijfels over het succes van Kleintje Kunst, inmiddels is het minitheater aan de Kolhornseweg toch wel een begrip in Hilversum en omstreken. Eugène Mennen is de man achter dit toch unieke theater. "Een meisje uit Kortenhoef dat hier voor het eerst was, wist eerst niet wat ze ervan moest denken. Maar later zei ze: 'Er is hier liefde.' Dat was zo bijzonder."

HILVERSUM Misschien moeten er maar voorstellingen gaan plaatsvinden in de tuin van Theater Kleintje Kunst, dacht Eugène Mennen laatst nog. Voorlopig kunnen er in het knusse theater met veertig stoelen geen voorstellingen plaatsvinden, ook niet volgens het anderhalvemeterprotocol. En buiten hoef je alleen wat verlichting op te hangen, stelt Mennen. En goed weer hebben is ook wel zo handig.

Voorlopig is er nog niets concreet als het gaat om buitenactiviteiten. En dus is het al twee maanden stil in het twaalf en een half jaar terug geopende theater. Het krantenknipsel uit deze krant waarop toenmalig cultuurwethouder Erik Boog het theater opent, hangt nog duidelijk zichtbaar in de ontvangstruimte/bar. Ook andere artikelen uit deze en andere kranten, waarop Mennen Kleintje Kunst vooral promoot, hebben een mooie plek gekregen. "Mensen zullen wel denken: moet die man weer zo nodig in de krant?", lacht de inmiddels 71-jarige 'rasechte Hilversummer'.
Hij is vader van twee kinderen en ondertussen ook twee kleinkinderen rijk. De snor die hij jarenlang droeg, is er al een tijdje niet meer en komt ook niet meer terug. Het duurt namelijk zo lang voordat die weer geheel terug is. "Mijn vriendin hield nooit van die snor. Toen zij op vakantie was, heb ik hem afgeschoren. Kwam ze terug, had ze het in eerste instantie niet eens door."

Handen schudden

Het leuke aan Mennen is dat hij altijd mooie teksten voor de krant heeft. Hij verzoekt wel om het interview in de middag te laten plaatsvinden. Dat is gezelliger en dan kan er bovendien een fles wijn op tafel worden gezet. Dan gaan die flessen ook eens op; immers, sinds de coronamaatregelen van half maart zijn die flessen niet meer aangeraakt. Nog zoiets is handen schudden. Mennen kan er maar moeilijk aan wennen dat dit tegenwoordig niet mag. Bijkomend probleem is dat de Hilversummer al langere tijd continu hoest, maar dat heeft dus niks met corona te maken. Probleem is nu wel dat het ineens opvalt.
Die coronamaatregelen van half maart kwamen voor het theater op een slecht moment. Er stonden aardig wat voorstellingen gepland, laat Mennen weten. Dat dit nu stilligt is vervelend, maar (nog) niet zorgwekkend. "En het is ook wel een goede tijd dat mensen tot bezinning komen", vertelt de theaterman. "We hebben die aarde toch behoorlijk naar de kloten geholpen. Misschien is het ook wel tijd voor een nieuwe beschaving. Het is op zoals het was. Dan merk je dat geld de grootste ziekte is. Niet de kanker en corona."

Clemenskerk

Mennen zag het levenslicht op 10 januari 1949 en groeide op in een katholiek gezin van zeven kinderen. Zijn vader heette Hubert Mennen en was dirigent van het koor in de Clemenskerk. Dat er in het gebouw op de Bosdrift nu een trampolinepark zit, doet zeer. "Proberen die mensen door te springen dichter bij God te staan, of zo?", vraagt hij zich gekscherend af. "Toen het daar nog leeg stond heb ik ook met BOEi (eigenaar van de kerk, red.) gesproken over een theater daar. Dat was een leuk gesprek. Totdat het over geld ging", lacht Mennen.
Overigens heeft de theaterman het katholicisme al lang geleden afgezworen. Dat heeft alles te maken met waar Mennen op jonge leeftijd het slachtoffer van was. Hij wil daar niet te veel over kwijt, heeft ook geen bewijzen. Hij is ook nog toneelspeler. Daar had hij op jonge leeftijd al aanleg voor. "Toen ik 15 was kon ik pianospelen, tekenen en toneelspelen", zegt hij. Toneelspelen vond hij het leukst. Zijn ouders echter hadden daar hun bedenkingen over en dus werd het tekenen. De Hilversummer ging naar de kunstacademie in Utrecht, studeerde vervolgens bouwkunde en werd architect.
Desondanks bleef het toneel zijn grote liefde. Met name closeharmonycabaret trok hem. En dankzij zijn indrukwekkende stem schopte hij het toch redelijk ver binnen het amateurtoneel. "Het begint bij plezier hebben en ik ben vaak de motor van iets. Zo heb ik de verschillende cabaretgroepjes en ook Kleintje Kunst opgestart. Dit is het ultieme", zegt Mennen. "En als je talenten hebt, is het de verplichting dat je er aandacht aan besteedt."

'Het begint bij plezier hebben, ik ben vaak de motor van iets'

Vrijwilligers

Trots is Mennen vooral op het theater, voorheen een noodgebouw van de ertegenover liggende Goudenregenschool, en de vrijwilligers die altijd klaarstaan: Frits Metz, Richard Meijer en Eric Brand. Subsidie van de gemeente krijgt het theater niet. Dat is maar goed ook, denkt Mennen, dat leidt alleen maar tot gedoe. En kijk maar eens naar Gooiland. Het theater in het centrum krijgt geen cent meer vanuit het raadhuis en dan is het zomaar einde verhaal. "Het is triest dat de gemeente dit niet blijft subsidiëren, Hilversum is dus helemaal niet zo cultuurminded."
Theater Kleintje Kunst diende ooit als repetitieruimte voor toneelvereniging Kunst en Genoegen. Echter, meent Mennen, de tijden dat het verenigingsleven bestaansrecht had, zijn voorbij. Onder aanvoering van de Hilversummer kwam er daarom een nieuw bestuur dat deze repetitieruimte om ging bouwen tot een nieuw theatertje. Dat ging natuurlijk niet vanzelf, maar achteraf is de conclusie dat het theater er gewoon moest komen. Mennen was alleen, zegt hij zelf, 'het medium'.

Dudokfauteuils

Zo lukte het om een duur railsysteem voor (nagenoeg) niets te realiseren en de fabrieksmachine om de zware doeken van het toneel te naaien, bleek na lang zoeken gewoon bij de buren van de scoutingvereniging te staan. En dan kreeg Mennen ook nog eens veertig Dudok fauteuils uit de Stadsschouwburg van Utrecht. "Zoals je hier zit, zit je nergens", lacht Mennen, zelf ook wel een klusser. "Dit theater moest er gewoon komen. Artiesten willen allemaal terugkomen, het voelt echt als een warm bad. Er was hier een keer een meisje uit Kortenhoef. Toen zij hier voor het eerst was, wist zij eerst niet wat ze er van moest denken. Maar later zei ze: 'Er is hier liefde.' Dat was zo'n bijzondere opmerking. Dit is een uniek theater en het mag niet verloren gaan."
Want Mennen is best bang dat na verloop van tijd het theater ter ziele gaat. Dat heeft niet zoveel te maken met eventueel geldgebrek, maar meer door de angst dat de 71-jarige theaterman geen (goede) opvolger kan vinden. Overigens is hij nog lang niet van plan om te stoppen, echter, het runnen van een theater is best slopend. "Maar het levert ook zo veel energie en geluk op. En ik blijf dit ook doen, omdat ik dit belangrijk vind. Hier moest ik in deze tijd van mijn leven zijn. Het is echt een cadeau dat ik in de schoot geworpen kreeg."