Broertjes sluit drugswoning Oosterengweg
HILVERSUM Een woning aan de Oosterengweg is voor zes maanden gesloten op last van burgemeester Pieter Broertjes. Aanleiding is de vondst van een grote hoeveelheid drugs in de woning op 17 oktober.
De burgemeester heeft de bevoegdheid een woning of bedrijfspand te sluiten wanneer er drugs worden gemaakt, bewerkt of verkocht. “In de woning zijn behoorlijke hoeveelheden harddrugs aangetroffen, maar ook contant geld en een gestolen laptop. Dit is echt een ernstig geval en het is wel duidelijk dat deze woning een rol speelt in de keten van de drugshandel. Sluiting is noodzakelijk om de openbare orde en veiligheid op deze plek en de directe omgeving te herstellen”, aldus Broertjes.
Mogelijk is hier sprake van ‘ondermijning’, aldus de gemeente. Het is dit jaar voor het eerst dat Broertjes een drugspand (tijdelijk) sluit. In heel 2020 sloot de burgemeester twaalf van dit soort gebouwen, twee keer zoveel als in 2019.
Hennepruimte Knorr-terrein eveneens dicht
LOOSDRECHT Een woning aan de Carl Heinrich Knorrlaan in Loosdrecht, waar de politie eind vorig jaar een gerooide hennepkwekerij aantrof, is op last van burgemeester Crys Larson van Wijdemeren voor drie maanden gesloten.
In de woning op het voormalige Knorr-terrein, volledig ingericht voor hennepteelt, trof de politie op 9 december 2020 twee kweekruimtes aan. De kwekerij kwam aan het licht na waterschade in het pand. Er was ook sprake van diefstal van stroom.
De duur van de sluiting wordt onder andere bepaald door het aantal planten in de kwekerij en de beroeps- en bedrijfsmatigheid. De tijdelijke sluiting is niet alleen bedoeld om een einde te maken aan het gevaar, maar ook om de aanloop van drugsgebruikers en criminelen te stoppen. De gemeente brengt sluiting dan ook steeds nadrukkelijk naar buiten. "We willen drugshandel in onze gemeente voorkomen en tegengaan", zegt Larson. "Als we zoals nu gerooide kwekerijen aantreffen, nemen we de nodige maatregelen om verdere drugsproductie en -handel te voorkomen, ook om te laten zien dat we dit niet tolereren in onze gemeente.”