Marco Gras: 'Als hoofdjeugdopleidingen is het mijn taak om de overige trainers aan te sturen en te begeleiden."
Marco Gras: 'Als hoofdjeugdopleidingen is het mijn taak om de overige trainers aan te sturen en te begeleiden." Foto: © Foto Miché / Bastiaan Miché

Trainer Altius gaat van senioren naar de jeugd

De coronacrisis heeft ons land al bijna een jaar in de houdgreep. De pandemie, waarin we ons in februari nog steeds bevinden, heeft Altius-trainer Marco Gras aan het denken gezet. Hij besloot om het hoofdtrainerschap in te wisselen voor dat van hoofd jeugdopleidingen.

Het is niet alledaags dat een trainer bij een club ogenschijnlijk een stap terugdoet. Ambitieuze trainers van derdeklasseclubs lonken eerder naar een job hogerop in de pikorde van het amateurvoetbal. De 44-jarige Marco Gras heeft zijn keuze om hoofdjeugdopleidingen te worden weloverwogen gemaakt. “Door corona hebben we vorig jaar op 10 oktober onze laatste competitiewedstrijd gespeeld. Hoewel ik geniet van het voetbal en ik het zeker mis, heeft de afgelopen periode het gezinsleven met drie jonge kinderen ons veel meer rust gegeven. Dat beviel zo goed met het gevolg dat ik in gesprek ben gegaan met het bestuur van Altius over de functie van hoofdjeugdopleidingen.”

In deze voor hem nieuwe functie zegt Gras meer en beter zijn eigen tijd te kunnen indelen en het geeft hem meer vrijheid. “Als hoofdtrainer bij een amateurclub ben je altijd twee avonden in de week weg voor de training en op de wedstrijdzaterdag vanaf het begin van de middag. Onze drie kinderen sporten ook; de oudste zoon voetbalt bij Altius en de jongste bij Victoria. Onze dochter speelt hockey. Ik vind dat je daar als vader zoveel mogelijk bij moet zijn. Om een voorbeeld te noemen; het gebeurt regelmatig dat ik met de ene zoon al om half acht in de auto zit voor een uitwedstrijd. Dan wil je ook nog kijken bij de ander en dan naar het hockey. Om 12.00 uur moet ik dan weer het huis uit voor eerst de wedstrijdbespreking op de club en daarna de wedstrijd. In een sportseizoen zijn dat hectische weken en heeft veel impact op het gezin. Ik zit al bijna vijftien jaar in dat ritme.”

‘Je ziet jonge voetballers met sterallures of zij de halve wereld al hebben veroverd’

De ommezwaai van Gras is eveneens gebaseerd op ervaring: “Twee jaar geleden heb ik na drie jaar Olympia, ook een sabbatical genomen. In die periode heb ik vooral nagedacht; ‘Wat wil ik nog in het voetbal?’ Ik was er na zoveel jaren wel een beetje klaar mee. Het trainen en de wedstrijden zijn geen probleem; dat zit in de genen. Het gedoe eromheen begon me, net zoals een paar jaar geleden, tegen te staan. Het kost veel energie om in de derde klasse van het amateurvoetbal met een speler drie keer het gesprek te voeren of hij wil blijven of vertrekt. In deze regio vissen alle clubs in dezelfde vijver naar spelers. Wie eruit springt gaat meestal naar Loosdrecht of Victoria, die een klasse hoger spelen. Dat vele clubhoppen roept bij mij ook irritatie op. Je ziet jonge voetballers met sterallures of zij de halve wereld al hebben veroverd. Wanneer je dan zegt dat ze ‘maar’ op derdeklasseniveau voetballen, zijn ze beledigd. Of de eindeloze discussies met spelers dat ze de wedstrijd op de reservebank moeten beginnen in plaats van in de basis. Ik was vroeger als 17-jarig jochie blij als ik reserve was bij het eerste en misschien een paar minuten mocht spelen. Nu wordt daar anders over gedacht en ook op niet mis te verstane wijze gezegd.” 

Marco Gras is geboren in Purmerend en begon met voetballen bij Purmerstein. Voor zijn studie ging hij naar de Academie voor Lichamelijke Opvoerding (ALO) in Groningen en meldde zich bij het lokale Velocitas. Na zijn studie ging hij in Groningen aan de slag in het speciaal onderwijs. In 2003 solliciteerde hij op een soortgelijke functie op de Mozarthof in Hilversum. Een school voor speciaal onderwijs en voorgezet speciaal onderwijs voor zeer moeilijk lerende kinderen. Hij werkte daar tot 2008. 

Arno Calis

Nu is hij docent en trainer bij de opleiding Sport en Bewegen op het ROC. “Ik kwam destijds in mijn eentje naar Hilversum en had geen sociale contacten. Daarom ging ik voetballen bij FC Hilversum en later om af te bouwen naar Victoria. Door blessures is het geen glanzende voetbalcarrière geworden. Bij Victoria ben ik begonnen als jeugdtrainer van de D1 en had onder andere Arno Calis in mijn groep, nu één van de spelbepalende spelers in het eerste van Altius. Zo ben ik in het trainersvak gerold.”

Dat hij na zijn laatste sabbatical twee jaar geleden weer het veld op ging, was het gevolg van een telefoontje van Altius. Die club moest na het vertrek van Herman Wallenburg op zoek naar een nieuwe trainer. “Altius stond op mijn lijstje waar ik graag wilde werken. Dus heb ik toegehapt.” Een gespreid bedje was het niet bepaald. Een groot aantal spelers vertrok en Gras moest met vijf A-junioren vanaf de basis de hoofdmacht weer opbouwen. Bij het afbreken van de competitie vorig jaar maart stonden de oranjehemden stijf op de laatste plaats. 

Eigen cultuur

De voetbalbond besloot met nog zes wedstrijden te spelen geen kampioenen en geen degradanten aan te wijzen. Dat betekende dat Altius dit seizoen in de derde klasse kon blijven spelen. “In dit seizoen dat vorig jaar op 17 oktober werd stilgelegd ging het al een stuk beter. Er zijn een paar jongens van buiten de club gekomen, die in onze clubcultuur passen. En een aantal spelers bleef, waarmee we een seizoen eerder zijn begonnen. Altius heeft een eigen cultuur en is een sociale familieclub. Na een verloren wedstrijd mag er even gebaald worden, maar na het douchen moet dat over zijn. Het benoemen van fouten die zijn gemaakt, bewaar ik daarom tot de eerste volgende training.”

Marco Gras ziet veel mogelijkheden om zijn nieuwe functie in te vullen. “Het belangrijkste is dat kinderen met hun leeftijdsgenoten vooral plezier hebben. Als dat weg is, ben je ze kwijt. Je moet hen ook perspectief kunnen bieden. Het is nu zaak om een technisch beleid op te zetten en vorm te geven. Dat kan ik niet alleen en we gaan dit doen in de commissie technisch beleid, waarbij we vooral de clubcultuur niet uit het oog verliezen.” 

‘De top is belangrijk, maar dat geldt bijna nog meer voor de breedte’

Het doel is dat er vanaf de jeugdelftallen voor iedereen een herkenbare wijze van voetballen zichtbaar wordt, vervolgt de oefenmeester. “Nu is het vaak zo dat wanneer de spelers overgaan naar een oudere leeftijdsgroep er anders wordt getraind en gespeeld. Daar moet meer lijn inkomen. Als hoofdjeugdopleidingen is het mijn taak om de overige trainers aan te sturen en te begeleiden; train de trainers. Voor jonge jeugdtrainers gaan we een basiscursus organiseren. Hoe bouw je een training op? Ik heb ook voor ogen dat er een wisselwerking moet ontstaan. De senioren assisteren bij de junioren en de junioren helpen bij de pupillen. Die betrokkenheid is er nu ook, maar er moet meer structuur in komen. De top is belangrijk, maar dat geldt bijna nog meer voor de breedte. In onze ambitie en doelstellingen moeten we niet doorslaan van het ene naar het andere uiterste. Het is een proces van een aantal jaren wat je telkens zal moeten aanpassen. Aan het begin van het nieuwe seizoen willen we de eerste stappen maken. Niemand heeft de wijsheid in pacht en regelmatig sparren we met elkaar. Daar komen vaak de beste ideeën uit voort waar iedereen zijn voordeel uit kan halen.”

Door tal van oorzaken liep het de laatste jaren niet lekker bij Altius, maar Gras ziet daar een kentering in komen. “Het negativisme zie ik verdwijnen en het elan komt langzaam weer terug. Ondanks de coronacrisis groeit de betrokkenheid van ouders bij de club. Men wil weer wat doen. Die ouders moet je handvatten geven en met hen aan de slag gaan. En hen altijd vanuit de positieve insteek benaderen.”