Het ateliergebouw uit 1953 aan de Soestdijkerstraatweg 151.
Het ateliergebouw uit 1953 aan de Soestdijkerstraatweg 151. Foto: © Foto Miché / Bastiaan Miché

Vraagtekens over rol wethouder Heller

Hoe is het college van burgemeester en wethouders tot het inzicht gekomen om het atelier Monnikenberg toch geen monumentenstatus te geven? Stichting Het Cuypersgenootschap wil de onderste steen boven hebben.

Naast het indienen van een bezwaar heeft de erfgoedclub een WOB-verzoek (Wet openbaarheid van bestuur) ingediend met daarin speciale aandacht voor de rol van wethouder Bart Heller als portefeuillehouder erfgoed en bestuurslid van het Goois Natuurreservaat. De GroenLinks-bestuurder zegt zich in deze kwestie transparant te hebben opgesteld.

Het behoud en gebruik van het voormalig atelier bij klooster De Stad Gods aan de Soestdijkerstraatweg 151 zijn geen reële optie en daarmee zien B&W ook geen reden om dit pand aan te wijzen als gemeentelijk monument; het verzoek dat Het Cuypersgenootschap op 18 december 2018 had ingediend bij de gemeente. Met de ‘nee’ legt het college het positieve advies hierover van de adviescommissie, Commissie voor Welstand en Monumenten (CWM), naast zich neer. Die bevoegdheid hebben burgemeester en wethouders.

Uit de correspondentie blijkt dat de gemeente vooral meegaat in de lezing van het Goois Natuurreservaat (GNR). De eigenaar heeft in een zienswijze diverse redenen opgevoerd af te zien van de monumentenstatus. Wel is zij van plan het verhaal van deze locatie en in het specifiek van het atelier te vertellen met informatieborden. Verder is het de bedoeling dat deze locatie teruggegeven wordt aan de natuur.

Rustgebied

“Het voormalig ateliergebouw ligt op de rand van het beoogde rustgebied van de natuurbrug en de faunatunnel, een zone die zoveel mogelijk rust nodig heeft”, schreef het GNR in de zienswijze. Het is eenzelfde argument als voor de

natuurzwemvijver

in Anna’s Hoeve. Die komt er niet omdat deze officiële zwemplek in de Hilversumse natuur botst met de ecologische waarden van de Groene Schakel. Meer mensen gaat een negatief effect hebben op de rustzone.

Behoud, herstel en gebruik van het atelier passen niet in de toekomstige zonering op het landgoed

“Behoud, herstel en gebruik van het atelier passen niet in de toekomstige zonering op het landgoed die samenhangt met de instelling van de ecologische verbindingszone. Het voormalig atelier zal daarom geen nieuwe bestemming krijgen”, luidt het vervolg van de Gooise natuurclub.

Uit het collegevoorstel blijkt dat de cultuurhistorische waarden van deze plek vooral in het verhaal zitten. Doordat het GNR hier informatieborden neer gaat zetten, wordt dat verhaal verteld. Daarnaast hebben de zusters aangegeven in een visie niet tegen sloop te zijn. Behoud van het gebouw is niet verenigbaar met het belang van de rust- en het begrazingsgebied in de Groene Schakel en daar komt bij dat de natuurclub veel kosten moet maken voor het onderhoud en de exploitatie van dit afgelegen gebouw. Dat is niet de primaire taak van het GNR.

Historie

Even een kort stukje historie over de plek. In 1946 kwam de zusters Augustinessen van Sint Monica wonen in de villa van 1900. In 1953 is deze uitgebreid tot kloostergebouw met een kapel met toren en later twee vleugels. Het atelier, dat naast het klooster staat, komt ook uit 1953 is eveneens gebouwd door architect Nic de Jong. Zuster Marie José van der Lee heeft hier onder andere beelden voor De Stad Gods en elders gemaakt. Nadat de zusters het klooster verlieten zijn het gebied en de gebouwen in handen gekomen van het GNR. Het klooster krijgt een andere bestemming: zorginstelling. De rest van het gebied wordt onderdeel van de al genoemde Groene Schakel.

Daar heeft de erfgoedvereniging een totaal andere kijk op. Het Cuypersgenootschap ziet bijvoorbeeld dat de architectuur van het gebouw ‘met de modernistische vormentaal’ kenmerkend is voor die tijd en dat de combinatie van klooster met een atelier zeer zeldzaam is. Dat zijn twee belangrijke argumenten geweest om de gemeente onderzoek te laten doen naar de waarden van het atelier om deze uiteindelijk de monumentenstatus te kunnen geven.

Daarbij is het CWM om advies gevraagd en heeft het GNR de mogelijkheid gehad een zienswijze te schrijven. Op basis van het onderzoek naar cultuurhistorische, natuur-, landschappelijke en ecologische waarden heeft het college op dinsdag 16 maart besloten het atelier niet te voorzien van de status van gemeentelijk monument.

Dubbele pet?

Volgens de stichting is er een nogal merkwaardige situatie ontstaan. Eentje die vraagtekens zet bij een mogelijk dubbele pettenprobleem. “De bij de besluitvorming betrokken wethouder Bart Heller zit ook in het bestuur van het GNR, de eigenaar van het ateliergebouw. De eigenaar heeft zich tegen bescherming uitgesproken”, geeft Het Cuypersgenootschap aan in het korte begeleidend schrijven bij het WOB-verzoek.

In het kader van deze wet vraagt de erfgoedclub alle stukken op die betrekking hebben op het uiteindelijke besluit van het college. Zo wil de stichting met name het van parafen voorziene besluitformulier zien van de collegeleden en de contacten die er zijn geweest tussen de betrokken wethouder en het GNR. “Het betreft niet alleen formele correspondentie, maar ook e-mails en telefoonberichten”, is de verduidelijking.

Reactie Heller

Alles in het hierboven proces is transparant verlopen. De wethouder heeft zich gehouden aan de normale procedure. Dat wil zeggen dat hij het ambtelijke voorstel heeft afgewacht en dit met de betrokken ambtelijk adviseurs heeft bediscussieerd en vervolgens heeft aangegeven dat hij het ambtelijk advies aan het college overnam, zo luidt een eerste reactie op vragen van deze krant over handelen van Heller uit het raadhuis.

“Het besluit op de aanvraag van een monumentenstatus wordt niet genomen door de portefeuillehouder, maar door het college als geheel”, is de schriftelijke respons. “Dit gebeurt op basis van een ambtelijk voorstel, waarbij de portefeuillehouder aangeeft of hij dit ambtelijk advies overnemen of niet. Dit is bij een aanvraag Monumentenstatus niet anders dan bij alle andere collegevoorstellen en is ook hier gebeurd, waarbij de portefeuillehouder het ambtelijk advies heeft gevolgd.” Daarbij wordt in de reactie benadrukt dat alle afwegingen transparant zijn gecommuniceerd aan alle betrokken partijen.