Van links naar rechts: Fred van Vliet, Natasja van Bragt en Mart-Jan en Marianne van den Hoorn.
Van links naar rechts: Fred van Vliet, Natasja van Bragt en Mart-Jan en Marianne van den Hoorn. Foto: © Foto Miché / Bastiaan Miché

Met Binga-Support de allerarmsten helpen

Ze wisten dat Afrika een prachtig continent was en nog is en er daarnaast veel armoe is. Maar toen twee Hilversumse gezinnen in 2019 zo veel armoe aantroffen in de Caprivistrook (Namibië, Botswana) en vervolgens in contact kwamen met de zieke vrouw Chipo Siakabwa moesten zij wel iets doen. 

Inmiddels is er de Stichting Binga-Support, met als doel de Magobbo gemeenschap in regio Binga - één van de allerarmste districten in Zimbabwe - te helpen en op den duur zelfs zelfredzaam te maken. “Ook bekend als de regio van de vergeten mensen”, meldt de stichting op de eigen website. “De Magobbo gemeenschap telt ongeveer 2500 mensen waarvan 500 kinderen. Het ontbreekt de gemeenschap aan vrijwel alles; drinkwater, landbouwmaterialen, schoolmaterialen en noem maar op.”

De vier drijvende krachten achter de stichting zijn twee Hilversumse echtparen: Frits van Vliet en Natasja van Bragt en Mart-Jan en Marianne van den Hoorn. Zij raakten al jaren terug met elkaar bevriend via de scouting en gingen al vaker met elkaar op vakantie. Voor het gesprek met de Gooi en Eembode en voor de foto hebben zij het nodige aan promotiemateriaal meegenomen. “We zijn nog wel op zoek naar mensen die ons willen helpen met ons aanstaande school4school-project“, laten ze nog even weten. 

Elke keer als we daar komen, voelt het alsof we thuiskomen’

Terug naar het begin. Frits van Vliet en Natasja van Bragt waren al twee keer eerder met hun drie kinderen naar Afrika geweest voor vakantie. In 2019 gingen zij samen met hun vrienden Mart-Jan en Marianne (en hun twee kinderen) naar het continent. “De mensen daar zijn zo lief”, vertelt Nastasja. “Elke keer als we daar komen, voelt het alsof we thuiskomen.” Frits vult aan: “Het is ook zo apart. De een slaapt in een hutje, de ander in een groot huis. En dat staat allemaal kriskras door elkaar.”

De maand durende rondreis in 2019 was voor Mart-Jan en Marianne het eerste bezoek aan Afrika. Ook voor hen voelde het continent meteen vertrouwd. “We kregen een klapband in de woestijn en meteen kwam het dorp in de buurt in actie”, vertelt Marianne. En Mart-Jan: “Ze waren nog sneller dan de wegenwacht.”

Oogst twee keer mislukt

Al voor hun reis hadden de twee gezinnen zich voorgenomen om Afrika écht te leren kennen en niet alleen de toeristische attracties af te vinken. Toen zij in Botswana steeds dieper het land in trokken, zagen zij hoe armoede in zijn meest extreme vorm eruitziet. Omdat zij nog wel een beetje voorbereid waren, hadden de Hilversummers voedsel en kleding bij zich om dat uit te delen. “Maar zo veel armoede hadden wij echt nog nooit gezien”, vertelt Mart-Jan. “Ook niet op televisie. De oogst was er al twee keer mislukt. Die mensen hadden helemaal niks, waren alleen maar bezig met overleven.”


 Chipo Siakabwa.

Hoewel er nauw contact was met de bevolking en de (fors toegenomen) armoede indruk maakte, waren er nog lang geen goed-doel-plannen. Dat veranderde toen de negen Hilversummers (de twee gezinnen) op weg naar de toeristische Victoriawatervallen in contact kwamen met een vrouw die met twee kinderen bedelde (zie foto hierboven). “Ze is blind, Albino, heeft huiskanker en vijf kinderen van drie verschillende mannen”, vertelt Natasja. “Het jongste kind is 3 jaar. Zij kon niet anders dan bedelen.”

De naam van deze vrouw is Chipo Siakabwa, geboren in 1982. Haar verhaal maakte indruk. De Hilversummers ontdekten dat per dag tachtig cent nodig was om de kinderen brood en melk te geven. Om het gezin voor de komende maanden te helpen, lieten de Hilversummers 120 dollar achter aan de begeleiders daar. “We waren vooral ongerust over de kinderen”, vertelt Mart-Jan. “Een Albino daar is zijn leven niet zeker. We hebben daarna nog een brief gestuurd dat als er wat gebeurt met deze vrouw, wij voor de kinderen zorgen.”

Magobbo

Alweer een paar maanden later - in december 2019 - kregen de Hilversummers het bericht vanuit Afrika dat het inderdaad niet goed ging met Chipo. Nogmaals werd er geld overgemaakt, maar er was het besef dat dit geen basis is. Daarbij kwamen zij erachter dat Chipo niet in Victoria woonde, maar deel uitmaakte van de Magobbo gemeenschap in de regio Binga. Dit is één van de allerarmste districten in Zimbabwe. 

Via de contacten daar, hotelmanager Fred Chindito van Victoria Falls en hoofdmeester Peter Mudenda in Binga, leerden de Hilversummers de gemeenschap steeds beter kennen. De coronacrisis die volgde maakte dat er alleen maar nog meer hulp nodig was, stelt Mart-Jan. In september vorig jaar werd daarom de Stichting Binga-Support in het leven geroepen. Het doel is om donaties te werven voor de eerste levensbehoefte van Chipo en haar kinderen. 

‘Wat de mensen daar eten is wat wij de varkens en koeien te eten geven’

Daarnaast wil men ook de slechte omstandigheden van de lokale bevolking in Binga verbeteren en dan met name de Magobbo gemeenschap waar Chipo woont. De projecten in de regio zijn vooral gericht op het gebied van scholing, medische zorg, woonomstandigheden en voedsel voor kansarmen. Doel voor 2021 is een voor iedereen bereikbare waterput en de dorpsschool voorzien van lesmateriaal, legt Frits uit. “Er zijn daar drie waterpompen, waarvan er twee kapot zijn en uit één komt zoutig water. En wat de mensen daar eten is wat wij de varkens en koeien te eten geven. Er zijn daar geen toiletten, geen schoonmaakmiddelen, geen medische hulp.”

Bovendien, legt het viertal druk en nauw betrokken uit, kunnen de mensen die daar wonen nergens naartoe. De grootste dichtstbijzijnde plaats is honderd kilometer verderop en het wegdek is dusdanig slecht dat het nagenoeg onmogelijk is voor die mensen om daar te komen.  

(Tekst gaat verder onder de foto)

Met de stichting hielpen de Hilversummers vorig jaar de 25 armste gezinnen van de gemeenschap maandelijks met een zak maismeel. Maar de doelen voor dit jaar - met name de dure waterpomp - zijn dus ambitieuzer. Zo ligt de focus met name op de school en de ontwikkeling van de kinderen. Immers, een dorpsschool is een investering voor de toekomst, is de gedachte.

De vier Hilversummers ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben afgesproken om zelf financieel bij te dragen voor een bedrag wat minimaal gelijk staat aan de uitvoeringskosten van de stichting. Hierdoor kan worden gesteld dat elke geschonken euro door andere mensen volledig (100 procent) ten goede komt aan de gestelde doelen en de mensen in Zimbabwe.

Acties

Om aandacht te vragen voor het probleem en donateurs te werven, stonden de vier al op Winkelcentrum Seinhorst en op de Groest. En dat is meer dan alleen met een kraampje op de achtergrond het verhaal vertellen en flyers uitdelen, vertelt Frits. Zo zijn er de

acties

Food4Food, Water4 Water en dus School4School. Ons motto is dat wij iets voor iets doen. Wij vragen niet alleen om donaties maar geven er iets, gesponsord en in thema, voor terug. Tegelijkertijd ontvangen de deelnemers een stuk bewustwording over dingen die voor ons heel vanzelfsprekend zijn maar niet in Zimbabwe.”

(Tekst gaat verder onder de foto)

Door hun contacten met Peter Mudenda en Fred Chindito weten de Hilversummers dat het geld altijd bij de juiste mensen terechtkomt en niet - Zimbabwe kwam nog weleens in het nieuws vanwege corruptie -  bij corrupte politici. Frits toont op zijn telefoon de bonnetjes die de twee iedere maand weer via WhatsApp versturen als bewijs. “Al het geld dat wordt gegeven, gaat daarheen”, benadrukt Mart-Jan. En Marianne: “Wij vertellen aan de mensen het eerlijke verhaal over iemand die wij op straat hebben getroffen en ons heeft geraakt.”

Niet vanzelfsprekend

En ja, er zijn veel mensen die willen helpen, vervolgt zij. Zelfs de puberende kinderen helpen mee, al zullen zij écht niet de gehele dag op de Groest staan. Maar ook ouders van vrienden van de kinderen willen best appeltaarten bakken voor mensen die willen bijdragen. Ook leerlingen van de Montessorischool-Centrum zetten zich in voor dit goede doel, vertelt Mart-Jan. “Echt school4school dus. Zo zijn ook zij zich ervan bewust dat dingen die vanzelfsprekend lijken helemaal niet zo vanzelfsprekend zijn.”

Natuurlijk is er ook bij het viertal het besef dat armoede in zijn geheel nooit bestreden kan worden. “Maar bij een wond zou een pleister moeten zijn”, vertelt Natasja. “We willen die mensen een menswaardig bestaan kunnen bieden.” Mart-Jan vult aan: “Onze stichting gaat nooit groot worden. Het zijn wel grote projecten, maar dit wordt nooit een Artsen zonder Grenzen. Dat hoeft ook niet. We hebben wel grote projecten. Het zou al mooi zijn als er bijvoorbeeld een plaatselijke band kan ontstaan.”

De volgende actiedag van Binga-Support is op zaterdag 12 juni van 10.00 tot 16.00 uur op de kop van de Groest en vooral gericht op water4water. Voor meer informatie over de stichting, de projecten en ook Chipo Siakabwa, zie

binga-support.nl

.
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding