Oud-wethouders krijgen geen eigen boom meer
Het was bedoeld als 1 april-grap, maar nu komt het college van burgemeester en wethouders toch met antwoorden op de schriftelijke vragen van Democraten Hilversum over de bomen voor wethouders bij hun afscheid. En ook hier blijft een grap niet achterwege.
Democraten Hilversum vroeg op 1 april om een overzicht van de boomsoorten die de vertrekkende wethouders de afgelopen tien jaar kregen, welke zijn vervangen en wat de hoogste boom is.
Bij de beantwoording valt op dat Hilversum na 2014 ‘gezien de hoge omloopsnelheid van wethouders in Hilversum’ is gestopt met de ‘traditie die gefinancierd wordt met gemeenschapsgeld’. Daarom hebben Eric van der Want, Nicolien van Vroonhoven, Arjo Klamer, Angelika Pelsink, Jan Kastje en Wimar Jaeger nooit een eigen boom gekregen.
Tien afscheidnemende wethouders kregen in de periode 2006-2014 wel een boom: Jan Landsaat (Anton Philipsweg), Otger Meuwissen (Hilversumse Meent), Ben Hammer (Dudokpark), Ton Roerig, Karin Walters, Erik Boog en Lon Jooren (allemaal Anton Philipsweg), Frans van Osch (Melkpad/Burg. Lambooylaan), Beernoud Moojen en Jan Rensen (allebei Anton Philipsweg).
Frans van Osch kreeg begin vorig jaar een tweede boom. © Foto Miché / Bastiaan Miché
Twee van deze bomen zijn de afgelopen jaren vervangen: die van Hammer en die van Van Osch (zie foto hierboven). Dit najaar wordt de boom van Erik Boog opnieuw geplant. “Aangezien de Hilversumse bomen net als bestuurders goed verzorgd moeten worden, is bij de kadernota een extra bedrag aangemeld voor boomverzorging’, schrijft het college. “Voor extra verzorging van wethouders is dit uit soberheidsoverwegingen achterwege gelaten.”
De absolute bomentopper is de 7,5 meter hoge Celtis occidentalis (zwepenboom) van Otger Meuwissen, de CDA-wethouder die in 2007 opstapte. “Sowieso geldt voor deze bomen net als voor bestuurders dat zij goed gedijen bij veel wind”, sluit het college gekscherend af.