Met Patricia Alkhoven
Met Patricia Alkhoven Foto: © Foto Miché / Bastiaan Miché

‘Dudok had met zelfde problematiek te maken'

“De stad kon niet uitbreiden. Toen al.” Dat zegt Patricia Alkhoven, directeur van het Dudok Architectuur Centrum (DAC) over de problemen waar stadsarchitect Willem Marinus Dudok begin twintigste eeuw al mee worstelde. Volgens haar zijn er behoorlijk wat parallellen te trekken tussen toen en nu. “Ook toen was er een klimaatcrisis.”

Trots is een vaak gebezigd woord als het gaat over de erfenis van Dudok; de man die in 1915 in dienst trad bij de gemeente Hilversum. Hij begon als directeur Openbare Werken en werd later stadsarchitect/stadsbouwmeester. Zijn opdrachten waren luid en duidelijk: bouw een raadhuis en maak een uitbreidingsplan. Dat heeft hij allemaal gedaan. In die tijd ging dat wel anders. De burger was er minder bij betrokken. Het participatieproces, zoals we dat kennen of eigenlijk verwachten, bestond toen nog helemaal niet.

Dat betekent absoluut niet dat Dudok voor zijn twee opdrachten carte blanche had. Er was zeker weerstand tegen zijn ideeën, zo vertelt Alkhoven. “Hij heeft niet alles voor elkaar gekregen. Hij is wel een paar keer teruggefloten. Zeker als de kosten de pan uit rijzen”, meldt de DAC-directeur in het gesprek. Wel was het zo dat hij vanuit zijn functie en het gegeven dat de gemeente veel grond in eigen bezit had veel meer zijn gang kon gaan. “Daarnaast heb ik begrepen uit wat erover hem geschreven is dat hij toch een vrij charmante manier had van mensen te overtuigen; dat het op een bepaalde manier zou moeten. Hij kon mensen meekrijgen.”

‘Die villa zouden we op dit moment nooit meer afbreken’

Kritiek was er zeker op zijn voorstellen. Neem het raadhuis. Volgens Alkhoven is daar redelijk wat gedoe over geweest en dan met name de vormgeving. In eerste instantie zou er een nieuw raadhuis komen op de Kerkbrink - Museum Hilversum zit nu in het oude raadhuis. Meerdere plannen zijn de revue gepasseerd, maar niets is concreet geworden. Uiteindelijk richtte hij zijn vizier op de plekken van Landgoed Witten Hull; een vervallen villa op wat we nu Dudokpark 1 noemen; ofwel het huidige raadhuis. “Die villa zouden we op dit moment nooit meer afbreken”, aldus onze gast. 

Vormentaal

Verder moesten de mensen behoorlijk wennen aan het nieuwe pand. Het was heel modern voor die tijd. “De vormentaal was totaal anders dan wat men in die periode gewend was. Men moest er wel aan wennen. Elke periode heeft dat, dat men toch moet wennen aan moderne vormgeving”, zoals Van Alkhoven het zegt. 

Iets realiseren was toen niet simpeler, zo stelt Van Alkhoven. Er was zeker sprake van verzet, alleen hoorde je daar minder over. “We zitten nu wel in een periode waarin de inwoner veel meer invloed kan uitoefenen. Elke stem zou gehoord kunnen worden. Vroeger accepteerde men veel makkelijker dingen waar ze verder geen invloed meer op uit konden oefenen. Tegenwoordig wil men dan echt laten merken dat ze het er niet mee eens zijn. Dat gaat meestal - en gelukkig maar - verder dan not in my backyard. Hoewel dat natuurlijk ook wel het geval is. Want wie wil nou die grote windturbines in zijn achtertuin? Niemand toch?”, luidt haar voorbeeld. 

Beëindigingsplan

Opvallend is vooral dat de bekende Hilversumse stadsarchitect een dikke eeuw terug al met dezelfde problematiek te maken had als nu. In zijn opdracht om nieuwe wijken te bouwen had hij eveneens te maken het feit dat Hilversum midden in het groen ligt. Ofwel: bouwen binnen de groene gordel. “Hij heeft dus ook een uitbreidingsplan opgezet wat gelijk een beëindigingsplan was, want voor hem was natuur heilig. In die zin dat je niet aan de natuur moest komen, want dat was heel erg belangrijk”, licht de DAC-directeur toe.

Toen de stadsbouwmeester begon, 106 jaar geleden, was Hilversum veel kleiner. De uitbreidingsplannen die hij maakte, de eerste tot en met het 26ste woningbouwproject, passen volgens onze gast allemaal net binnen de groene gordel. Hilversum was in trek, zeker bij hoofdstedelingen, ook omdat de gemeente meer en meer een tuinstad werd. 

“Hilversum is niet gebouwd als tuinstad, maar heeft zich ontwikkeld als tuinstad’

“In het noorden had je de Trompenberg, de villawijk, die heel belangrijk was. Daar hadden de rijke Amsterdammers zich gevestigd. In die tijd was dat belangrijk, want daardoor kwam nieuw bloed naar Hilversum toe”, begint ze. “Dat zorgde voor economische ontwikkelingen. Dat zorgde ervoor dat Hilversum belangrijker werd als toeristenstad. Er was hier wat te zien, maar vooral als tuinstad. Hilversum is niet gebouwd als tuinstad, maar heeft zich ontwikkeld als tuinstad. Als je kijkt naar de villawijken. Daar is veel groen, woningen met veel grond, maar het groen is voornamelijk particulier. Op hun eigen terrein. Als je die uitbreidingswijken bekijkt zijn dat eigenlijk kleine tuindorpen die aan elkaar gesmeed zijn, waardoor de hele stad het idee van tuinstad heeft gekregen.”

Starchitect

Kwaliteit van wat van wat hij moest maken, heeft hij nooit uit het oog verloren. Ook al heeft hij flink wat gebouwen, buurten en scholen moeten toevoegen. Daarbij had Dudok volgens Van Alkhoven altijd oog voor het geheel. Hij nam de context, de omgeving altijd mee in zijn ontwerp. Zij noemt het dan ook ‘de architect van de leefomgeving’. “En dat is ook wat wij allemaal willen: een hoge kwaliteit van de leefomgeving”, aldus de DAC-directeur. 

Groen speelt daarin een belangrijke rol. “In de werken die hij heeft neergezet is hij een soort ‘starchitect’. Dat heeft hij niet uit zichzelf gedaan. Hij werd een starchitect genoemd, omdat hij hier in Hilversum bezig was en al vrij snel kwamen er mensen uit het buitenland kijken naar wat hij had gedaan. Dat begon in de jaren 20 al en zeker in de jaren 30. Hij heeft meegedaan aan allerlei grote congressen, waarbij hij ook een hele hoop architecten meenam naar Hilversum, die dan op hun beurt zijn werk weer hebben verspreid.”

Van Alkhoven vervolgt: “Het grappige is als je het werk van Dudok bekijkt, dat zo’n beetje overal is verspreid. Als je kijkt naar de ideeën die hij toen heeft uitgewerkt, dan zie je dat hij zich met dezelfde problematiek moest bezighouden als waar wij ons nu mee moeten bezighouden. Toen was er ook een klimaatprobleem. Toen moest er ook een x-aantal woningen gebouwd worden. Denk aan die tienduizend woningen die hier nu dan gebouwd zouden moeten worden.”

Beleidsinstrumenten

Zij denkt niet dat Dudok vandaag de dag hetzelfde zou kunnen realiseren als in het begin van de twintigste eeuw. Simpelweg omdat Hilversum veel groter is en echt tegen de randen van het groen aanzit. Daar komt bij dat de gemeente bijna geen eigen grond meer heeft. Wel kan zij via beleidsinstrumenten sturing geven en toch voor een bepaalde lijn zorgen als het gaat om hoe en wat er ontwikkeld wordt. En welke invloed zou de participatie hebben op de plannen van Dudok? 

Eigenlijk is inbreiden alleen nog mogelijk nu in Hilversum. Daar was Dudok een voorstander van, meent onze gast. Naast het ophalen van ideeën en meningen van inwoners zou de gemeente ook de kennis en kunde moeten gebruiken van huidige architecten. Dat is dan ook haar oproep aan het raadhuis. Voor haar DAC-interviewreeks Aan tafel bij Dudok spreekt ze veel met architecten over wat er nu in Hilversum zou kunnen gebeuren. Zeker in het licht bezien van de discussie hoe de gemeente er in 2040 moet uit komen te zien. “Het leuke was dat een aantal van hen zei dat ze zo weinig worden geraadpleegd door de gemeente”, merkt ze op. “Stop ons nou eens bij elkaar en laat ons voor specifieke plekken oplossingen bedenken voor het woningbouw- of groenprobleem, vergroening en verduurzaming. Maak gebruik van die ontwerpkracht”, is hun boodschap die Van Alkhoven tot slot meegeeft.