Afbeelding
Foto: © Foto Miché / Bastiaan Miché

‘Hilversum is toe aan een stadsfotograaf’

Haar eerste tentoonstelling Cataphote was net een paar dagen te zien toen werd besloten dat ook alle musea de deuren voorlopig dicht moeten houden. Vlak voor de jaarwisseling laat filmer en fotograaf Veronique Jansen weten dat haar multimediaproject, mocht Museum Hilversum weer open mogen, van 20 januari tot en met 31 januari alsnog te zien is.

Tekst: Stefan van Hees, foto's Bastiaan Miché

Of ze trots is? Natuurlijk, zegt filmer en fotograaf Veronique Jansen op een grijze maandag in december. Het is een paar dagen voordat haar multimediaproject Cataphote is te zien in Museum Hilversum, waarmee 'een droom toch wel in vervulling gaat'. Over een lockdown wordt pas een week later gesproken. Met Cataphote studeerde de 54-jarige Hilversumse dit jaar af aan de Fotoacademie in Amsterdam. “’Cataphote’ betekent ‘retroreflectie’. Het zet vijf Hilversummers in de spotlight, maar werpt tegelijkertijd het licht terug op de maker”, aldus Jansen.

Alweer een paar jaar is zij werkzaam als communicatieadviseur binnen het museum op de Kerkbrink. De Hilversumse zag daardoor al vele tentoonstellingen, waaronder de World Press Photo en de Zilveren Camera, voorbijkomen. Een paar dagen voordat haar eigen tentoonstelling is te bewonderen, is men druk doende met het leeghalen van de Slaapkamer van Sinterklaas. Ook dat was een geslaagde actie, meent Jansen.

Sinterklaas

Hilversummers, en dan met name kinderen, konden in de periode dat de goedheiligman in het land was op die manier toch even deze kamer van binnen en buiten bekijken. “Zo kregen de kinderen toch een glimp van Sinterklaas te zien”, kijkt Jansen terug. “Er was geen optocht, maar hij is weer in het land. Dat werd gecombineerd met een tentoonstelling over het sinterklaasfeest. Dan kun je zien hoe tradities langzaam veranderen. Kinderen konden ook hun tekening voor Sinterklaas hier in de brievenbus doen. Dat werden meer dan 1.500 tekeningen.”

Jansen is in haar element wanneer zij praat over het gebouw op de Kerkbrink. “Hilversum verdient een museum als Museum Hilversum. Zoiets moet je koesteren. Je kunt je er laten inspireren. Het is grensverleggend. Ook dat is belangrijk. Het is er voor alle Hilversummers. En als je kijkt naar dit rare jaar dan hoop ik dat dit museum met bijvoorbeeld de tekst ‘Hou vol Hilversum’ op de gevel (afgelopen voorjaar, red.) daar iets aan heeft bijgedragen.”

Veronique Jansen zag het levenslicht op 30 november 1966 en groeide op in het Gelderse plaatsje Nieuw-Dijk, vlak bij de Duitse grens. Op 17-jarige leeftijd verhuisde zij vanuit haar woonplaats naar Hilversum. Er moest toch meer zijn dan het dorpje waar ze al die tijd - weliswaar met veel plezier - had gewoond. En Hilversum was precies goed: niet te groot, niet te klein en mooi centraal gelegen. De interesse in de camera was er toen al wel. “Vroeger vond ik de camera van mijn vader al fascinerend”, zegt zij. “Dat was een heel klein dingetje, maar ik vond het magisch. Hij was ook heel duur. Ik mocht er absoluut niet aankomen. Later nam ik een abonnement op de Viva. Daar kreeg ik een cameraatje bij (lachend, red.). Ik was de koning te rijk.”

'Hilversum verdient een museum als Museum Hilversum'

Heftige gevallen

Ook sprak ze in haar tienerjaren al eens met de lokale fotograaf in haar geboortedorp over het vak en kwam de interesse rond haar 25ste nog een keer voorbij. Maar echt concreet werd het nooit. De focus ging op dat moment vooral richting de juridische dienstverlening en marketing/communicatie. De Hilversumse ging aan de slag bij woningcorporaties in Amsterdam, Amersfoort en uiteindelijk Hilversum. “De veelheid aan mensen die je daar ontmoet,” kijkt Jansen terug, “die veerkracht van mensen zag ik daar ook op heel veel plekken. En als er dan overlastklachten waren, werd ik erbij gehaald. Niets was leuker dan dat: om mensen die elkaar het leven zo zuur maken weer bij elkaar te brengen. En daar zaten heftige gevallen tussen, maar daar laat ik me niet door intimideren. Vaak is het ook een geval grote mond, klein hartje.”

In Hilversum was Jansen werkzaam bij Atrium (later de Alliantie) en vervolgens Woningstichting Dudok (later Dudok Wonen). De laatste jaren op de communicatie-afdeling. Vanwege een reorganisatie moest zij vertrekken. De afdeling moest inklinken, ieder had zijn specialiteit en de nieuw ontstane functie zat meer op het terrein van haar collega. En het alternatief dat haar werd aangeboden, trok haar niet.

Ontzettend leuk

Op dat moment kwam de welstandscommissie van de gemeente in beeld. Daarvoor was, naast de experts, ook een burger nodig. Jansen solliciteerde en kon aan de slag. Drie jaar lang heeft ze dit werk mogen doen. “Ik kwam uit de woningbouwwereld en het paste perfect bij mij. We kwamen als commissieleden regelmatig bij elkaar, beoordeelden plannen: van het ziekenhuis tot aan hier en daar zonnepanelen. Alles kwam voorbij. Dat was ontzettend leuk. Overal mag je je mening geven. Je gaat ook echt kijken naar het grotere plaatje.”

Ondertussen was ook die camera weer terug in haar leven gekomen. Jansen, inmiddels als zzp’er werkzaam als communicatieadviseur binnen Museum Hilversum, volgde een studie aan de Fotoacademie in Amsterdam. Haar drie zoons - momenteel 14, 16 en bijna 18 jaar - waren op dat moment al wat zelfstandiger, wat ruimte gaf om deze opleiding te volgen. “Het werk bij het museum en de opleiding vormden een mooie combinatie. Ik heb mezelf daardoor echt kunnen ontwikkelen. De afgelopen jaren heb ik echt heel fijn gevonden. Het cirkeltje is rond.”

Hilversumse tentoonstelling

Aan Cataphote heeft Jansen langere tijd gewerkt. Ze volgde mensen uit haar omgeving die haar fascineerden: Ben, Emma, Karen, Maya en Willem. “Het is fijn dit podium te hebben”, zegt Jansen. “De tentoonstelling was al wel in een soort lightversie te zien in Amsterdam, maar toen moest de tentoonstelling vanwege corona dicht. Fijn dat-ie nu in Hilversum te zien is. Het is ook echt een Hilversumse tentoonstelling.”

Emma, die bij de Albert Heijn aan de Langestraat de daklozenkrant verkocht, was de eerste van de vijf die Jansen langere tijd mocht volgen. “Ik vond haar interessant, ze triggerde me. En natuurlijk vond zij het raar dat ik wat foto’s van haar wilde maken. Maar ik vond en vind haar boeiend. Zij is een mooie vrouw. Ze fascineerde mij. En ik mocht foto’s van haar maken.”

In een persbericht over de tentoonstelling schrijft Jansen dat de directe aanleiding voor haar project haar eigen zoektocht is naar haar rol als filmer en fotograaf. “Ik worstelde met de grenzen van professionele ethiek: hoe wil en moet ik mij verhouden tot het onderwerp? Kan ik blijven filmen en fotograferen zonder op te gaan in iemands verhaal, of doe ik het juist beter als ik mij mee laat voeren? En hoe ver kan, mag en moet ik dan gaan?”, aldus Jansen. “Het zijn dus eigenlijk zes verhalen geworden, omdat ik aan de hand van de vijf portretten ook over mijzelf vertel.”

Bruggenbouwer

Verhalen ophalen. Met die insteek wil Jansen haar modellen vastleggen. Na Hilversum wil zij in het voorjaar nog zeker haar werk tentoonstellen in Amsterdam. Verder zijn er nog voldoende ideeën over. “En ik zou graag stadsfotograaf van Hilversum willen worden. Waarom niet? Hilversum heeft al een stadsdichter en Hilversum is toch van de film en fotografie. En ik vind mensen interessant, ben een bruggenbouwer. Ik maak gemakkelijk met mensen contact en heb een goed beeld van Hilversum. En bovendien is Hilversum toe aan een stadsfotograaf.”

Eerlijk gezegd, geeft zij toe, is ze pas een paar weken terug op dit idee gekomen. Zij weet ook niet of er al andere steden zijn met een stadsfotograaf. Maar juist die veerkracht van mensen tonen, het positieve laten zien zonder het realistische uit het oog te verliezen en iets bijdragen: dat is iets dat Jansen met haar eigen tentoonstelling hoopt te doen.

Kracht en positiviteit

Zo spreekt Jansen liefdevol over Willem, één van de vijf geportretteerden en een bewoner van de Cocon. “Dat is ook zo’n bijzonder verhaal. Die zat hier altijd voor het museum vanwege de gratis wifi, zodat hij kon gamen. Maar ondertussen probeert hij zijn leven op de rit te krijgen. En dat is niet makkelijk. Maar dan wil ik juist die kracht en positiviteit laten zien. En dan heb je Ben van 90 jaar, een weduwnaar. Dan denk je dat zo’n fotoserie gaat over eenzaamheid. Maar die man blijkt dan heel erg bezig te zijn met vitaliteit. Hij puzzelt, doet aan gym. De boodschap van de tentoonstelling is dan even iets verder kijken. De samenleving is veel kleurrijker dan je bedenkt. In de tentoonstelling zijn vijf Hilversummers te zien. Dat zijn onze inwoners.”

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding