De lastige legpuzzel van parkeren in een buurt
Zomaar parkeerplaatsen weghalen in een wijk brengt andere problemen met zich mee. Aan de ene kant bevordert het de veiligheid en de leefbaarheid, aan de andere kant zorgt het voor een nog grotere parkeerdruk in een straat of wijk. Het is zoeken met elkaar naar de juiste balans.
Met twee wielen op de stoep staan, in de bocht parkeren of de auto te dicht bij een bocht neerzetten. Het parkeergedrag is een grote bron van ergernis. In diverse Hilversumse wijken, waar geen gereguleerd parkeren is, leidt het overal en nergens stallen van de heilige koe tot ongewenste en onveilige situaties. In sommige straten is het zo smal dat de brandweer er bijvoorbeeld niet of nauwelijks door kan. Denk dan bijvoorbeeld aan de Vitusbuurt.
Omdat er eind 2018 twee moties zijn aangenomen, die de gemeente de opdracht gaven meer handhavingscapaciteit en -armslag te geven, stelden Hart voor Hilversum en VVD vragen over de stand van zaken. Juist omdat het foutief parkeren in buurten waar geen betaald parkeren een bron van ergernis is, wilden de twee coalitiepartijen weten of er onder andere meer boetes zijn uitgedeeld. Het antwoord van het college van burgemeester en wethouders daarop was vrij duidelijk.
Covid-19 heeft het afgelopen jaar op heel veel plekken roet in het spreekwoordelijke eten gegooid, maar is goed geweest voor de foutparkeerder. Als je dat zo wilt bezien. Ten opzichte van 2019 zijn er dit jaar beduidend minder bekeuringen onder de ruitenwisser gelegd. In 2020 hebben de handhavers 210 boetes uitgeschreven en 323 keer een officiële waarschuwing gegeven. Bij dat laatste gaat het om een schriftelijke vastlegging in het handhaafsysteem. In 2019 zagen de cijfers er als volgt uit: 753 bekeuringen en 236 waarschuwingen.
“De verwachting is dat er in 2020 minder interventies plaatsvinden op foutief parkeergedrag in verband met de extra taak die de handhavers hebben gekregen in het handhaven van de maatregelen rondom Covid-19”, melden burgemeester en wethouders. Gezien het extra takenpakket van de handhavers zijn de controles op foutief parkeren er in de buurten bij ingeschoten. Het is veelal alle ballen op het naleven van de (wisselende) coronamaatregelen geweest.
De extra druk op politie en buitengewoon opsporingsambtenaren (boa's) van de gemeente hebben er eveneens toe geleid dat een proef in de Vitusbuurt en het Rode Dorp met meer handhavings- en coachcapaciteit niet volledig tot z'n recht is gekomen. In september 2019 zijn de handhavers in de eerstgenoemde buurt begonnen met een extra oogje in het zeil houden. Dat leidde tot en met afgelopen november tot 173 boetes en 42 waarschuwingen. In het Rode Dorp loopt dit project pas sinds medio november 2020 en zijn er pas zes waarschuwingen uitgedeeld.
Als de politie en de boa’s straks hun handen (meer) vrij hebben dan nu, in verband met de coronamaatregelen, dan pakken zij de draad weer op als het gaat om handhaving van foutief geparkeerde auto’s in de Hilversumse buurten. Naast de Vitusbuurt en het Rode Dorp staan meer wijken op de nominatie voor extra handhaving. Het Raadhuiskwartier en Seinhorst kunnen dit jaar aan dit lijstje worden toegevoegd. Volgens de plannen komt ook de Geuzenbuurt relatief snel aan de beurt. Dat zou in 2021/2022 gaan gebeuren.
Meer handhaving in buurten heeft nodige voeten in aarde
Hoewel extra handhaving wenselijk is in diverse buurten in Hilversum heeft invoering hiervan de nodige voeten in aarde, zo laten B&W weten. Dat vereist namelijk uitgebreide participatie en overleg met de gemeente. Zo moet bijvoorbeeld voor bewoners en handhavers glashelder zijn waar de auto nog wel en waar niet (meer) mag staan. Dat heeft vaak fysieke aanpassingen tot gevolg en leidt tot minder 'parkeerplekken'. Hierdoor neemt de parkeerdruk in de wijk toe. Zeker als handhaving daadwerkelijk is begonnen. Dan is de roep om invoering van betaald parkeren, wat de buurtbewoners zelf moeten aangeven bij de gemeente, al snel hoorbaar.
Zomaar met de 'botte bijl' gaan controleren in deze 'gratis' wijken, is volgens het college geen goed idee. De ervaring uit bijvoorbeeld de Vitusbuurt leert dat dit weerstand oproept. Bewoners zijn immers al jarenlang gewend dat zij hun auto op diverse plekken kwijt kunnen. Daar komt bij dat er in veel Hilversumse straten geen officiële parkeerplaatsen of -stroken zijn aangelegd. Daardoor staan auto's onder meer half op de stoep, tegen muren en in bochten. Lang niet altijd is dat hinderlijk. Door die plekken ineens weg te halen, vermindert het aantal parkeermogelijkheden - soms wel met de helft - in de buurt. En dan ontstaat er dus een gigantische parkeerdruk.