Journalistiek soulsearchen

‘Hebben jullie het nog druk?’ Dat is een vraag die mijn collega Stefan van Hees en ik de laatste tijd met vaak krijgen. Soms zijn die vijf woorden gewoon bedoeld als ijsbrekertje om een gesprek aan te knopen, maar in de meeste gevallen vragen mensen zich daadwerkelijk af of er inderdaad sprake is van een nieuwsluwte door de coronamaatregelen en hoe we dan aan onze onderwerpen/verhalen komen.

Eufemistisch reageer ik op deze vraag dat ik me zeker niet hoef te vervelen. Van verveling is gedurende de hele coronaperiode geen sprake geweest, al is er wel een duidelijk verschil waarneembaar. In de eerste lockdown, toen alles nieuw was en er veel onbekendheid was over het virus, viel er eerlijk gezegd niet tegenaan te tikken en te bellen. Alles dicht. Alles op z’n gat. Creatieve ideeën en initiatieven ontsproten. Later werd dit allemaal een stuk rustiger, zeker in de tweede lockdown en het wachten op versoepelingen. Daarin merkte je vooral berusting. Iedereen zat in de stand: ‘Wanneer gaat de maatschappij open en kunnen we weer los?’

Zonder dat daar veel nadruk op lag, heeft dat bij ons een andere manier van werken gevraagd. Nu was het vooral onze beurt meer creativiteit te tonen, te speuren naar mooie, interessante en relevante verhalen of onderwerpen. Tegelijkertijd bood het de kans om nieuwe dingen te doen, zoals de Participarty-podcast-serie en uiteraard het maken van dit magazine. Nadenken over en nieuwe vormen ontdekken zijn goed voor de (eigen) ontwikkeling. Het leert je weer stil te staan bij wat je doet, hoe je het doet, waarom je dat zo doet en voor wie je het eigenlijk doet. Nu wij met Extra alweer een jaar betalende leden hebben, is dat stukje journalistiek soulsearchen ook actueel geworden. Daar praten we intern ook over. Dat betekent niet dat we het over een compleet andere boeg gooien. Nieuws is nieuws. Dat blijven wij brengen, net zoals verhalen uit Hilversum. Om soms even in te zoomen hoe je iets naar buiten brengt, houdt je scherp.

Dat soulsearchen is een interessant traject. Het is iets wat ik zelf graag mag doen als ik iemand mag portretteren bijvoorbeeld. Zoals ik dat voor dit magazine heb mogen doen bij chocolatier Mats Smits. Waarom doe je wat je doet en daarvoor ook uitgebreid de tijd nemen. In het geval van de jonge Hilversumse patissier kan hij zichzelf als ondernemer goed ontleden. En zo hebben we in de volgende dertig-plus bladzijden geprobeerd om bij meer Hilversummers deze verdieping te vertalen. En geloof me: ze zijn allemaal druk.

Ingmar Meijer