Donald, de nieuwe Charolais fokstier van het GNR.
Donald, de nieuwe Charolais fokstier van het GNR. Foto: GNR

Nieuwe aanwinst voor GNR

Het Goois Natuurreservaat (GNR) heeft een nieuwe aanwinst. Het betreft een fokstier van het ras Charolais. Op een bijzondere manier is de natuurorganisatie aan de stier gekomen.

Een inwoner van Hilversum die aan de heidevelden woonde en in zijn laatste levensfase verkeerde, had altijd heel erg genoten van de Charolaisrunderen. Hij besloot geld na te laten aan het GNR voor de aankoop van een Charolais. Dit mooie gebaar was zeer welkom en werd met dankbaarheid door het GNR aanvaard. Inmiddels is er daadwerkelijk een jonge dekstier aangeschaft. De donateur, die anoniem wenste te blijven, mocht een naam voor de stier verzinnen; hij koos de naam Donald.

Johan Griffioen van het GNR vertelt: “Het is een feit dat je een stier maar een aantal jaren kunt inzetten. Je moet namelijk voorkomen dat hij zijn eigen kinderen gaat dekken. Voor het kweken van een gezond ras, moet je met regelmaat bloedlijnen kruisen. Wanneer we een stier gebruiken om te dekken, moet hij dezelfde gezondheidsstatus hebben als de koeien. Daarom lenen we stieren ook nooit uit. Dankzij de gift, kunnen we het ras in stand houden.”

‘Wanneer de mannetjes onder elkaar zijn, gedragen ze zich rustiger’

Het GNR heeft meer stieren die voor nazaten moeten zorgen en in de zomer zal Donald in de regio te zien zijn, grazend op de gebieden Vliegheide en Luchtkasteel. Donald kan na acht maanden bij de moeder weg omdat hij dan volwassen genoeg is om te gaan dekken. Een andere reden voor het weghalen, is dat er moet worden voorkomen dat hij dit in de eigen familiekring gaat doen. “Op een aantal plekken in het Gooi hebben we alleen stieren lopen. Wanneer de mannetjes onder elkaar zijn, gedragen ze zich rustiger dan wanneer ze worden omringd door vrouwelijk schoon”, aldus Griffioen. “We houden de stieren drie jaar. Daarna worden ze zó sterk en machtig dat het gevaarlijk wordt en worden ze geslacht. Ze geven heel mooi vlees. De vrouwtjes kunnen wel twaalf jaar bij ons blijven.”

Quarantaine

Zoals gezegd is het stiertje nu nog bij de drachtige koeien en zit het in quarantaine in de ziekenboeg in Hilversum. Voordat hij het terrein op mag, wordt er twee keer bloedonderzoek gedaan om te kijken of hij wel helemaal gezond is.  “In juli mag Donald gaan dekken zodat er in het voorjaar kalveren worden geboren”, zegt Griffioen die werkzaam is als beheerder begrazing en veeverzorging. Wandelaars zien de Charolaiskoeien en -stieren telkens op andere heidevelden grazen. Griffioen: “Op de noordelijke heidevelden grazen ze, maar daar worden ook honden uitgelaten. Zolang de koeien grazen, moeten de honden aan de lijn.”

Met de gemeente Huizen is afgesproken dat de Charolais vier maanden op haar grondgebied mogen grazen en daarna zullen worden verplaatst zodat honden daarna de gelegenheid krijgen los te lopen. Het GNR moet vaak afwegingen maken. Ook wanneer het om kosten gaat. Laat je runderen grazen, dan zijn er stevigere en duurdere hekken nodig. Bij het laten grazen van schapen, zijn de kosten voor het hekwerk lager. Wanneer schapen grazen, worden ze bovendien bijeengehouden door een herdershond. “We overwegen nu om op de Limitische heide schapen te laten grazen in plaats van koeien”, vertelt Griffioen. “Ook het onderhoud van de hekken en de vegetatie nemen we mee in onze overweging.”

Frans

Charolaisvee komt oorspronkelijk uit Frankrijk, uit de streek ten zuiden van Parijs, het departement Saône-et-Loire en de Bourgogne. Het ras is uitermate geschikt voor de vleesproductie en de dieren zijn lief uitziende, goede grazers. Toch wordt mensen aangeraden 25 meter afstand te houden, zeker wanneer een koe kalfjes heeft. “Een koe heeft een draagtijd van negen maanden. Per jaar laten we zes tot tien koeien dekken. De helft van de kalfjes dat wordt geboren, is een stier. We hebben liever vrouwtjes omdat die langer meegaan.”

‘Ze zijn eenvoudiger te verplaatsen en passen zich gemakkelijker aan’

In de Gooise natuur lopen 35 Charolaiskoeien en -stieren rond, vertelt Griffioen. “In vergelijking met de Schotse hooglanders, zijn ze eenvoudiger te verplaatsen. Hun horens zijn minder lang waardoor ze er minder bedreigend uitzien. Ook past Charolaisvee zich gemakkelijker aan.” Verder raadt Griffioen het dringend af de dieren te voeren. “Daarmee worden verwachtingen gewekt bij de runderen en zullen ze telkens naar de mensen toe blijven komen.”

Het Charolaisras is één van de oudste ter wereld. Charolais hebben een roomkleurige vacht, een robuuste uitstraling en korte, grove poten. Vroeger werden ze ingezet als trekdier bij het ploegen. Tegenwoordig worden ze gefokt voor de vleesproductie en de begrazing. Charolais zijn geen kieskeurige eters en hoeven doorgaans ’s winters niet te worden bijgevoerd. Dat scheelt weer in de kosten. Ook kunnen deze koeien en stieren zich goed redden in ruig gebied.